Hoofdstuk 1 Planten
Paragraaf 1.1 – Indeling plantenrijk
1. Het plantenrijk is zeer divers. Meeste planten hebben gemeenschappelijk kenmerk: de
aanwezigheid van bladgroen. Bladgroen is belangrijk voor de fotosynthese. Met behulp van
zonlicht kunnen planten zo hun eigen voedsel maken.
2. De wijze waarop planten voortplanten, vormen karakteristieke kenmerken waarop ze
worden ingedeeld in de hoofdgroepen.
3. Hoofdgroepen Wieren en mossen leven in het water of hebben een vochtige omgeving
nodig om te kunnen overleven. Geen vaatbundels: transportsysteem waarmee planten
water en voedingsstoffen van het ene deel van de plant naar het andere kunnen brengen.
4. Hoofdgroepen waarvan de planten meer complexere bouw hebben, zoals
paardenstaarten, varens en zaadplanten, beschikken wel over vaatbundels. Meer dan de
mossen (en algen) zijn deze vaatplanten aangepast aan leven op het land.
500.000 verschillende plantensoorten ontdekt. Die worden ingedeeld in hoofd- en
subgroepen.
Wieren(algen)
Groep met de meest eenvoudige bouw. Kunt ze onderscheiden van andere planten omdat
deze geen echte wortels, stengels en bladeren hebben. Net als andere groene planten
kunnen zij hun eigen voedsel maken d.m.v. fotosynthese. Wieren zijn met grote getale in
water, vandaar dat ze de helft van de zuurstof in de atmosfeer opleveren.
Korstmossen Boomstam begroeid met grijsgroene plakkaten of ‘korsten’. (Dus géén
mossoort!! Is een samenleving tussen een alg en een schimmel en afhankelijk van
regenwater.
Mossen Landplanten maar hebben vochtige leefomgeving nodig. Geen transportsysteem,
wel vaatbundels. Hebben een soort haartjes en geen wortels.
Paardenstaarten Vergelijking met mossen zijn paardenstaarten en varens beter aangepast
aan een droger landleven. Ze hebben echte wortels.
Varens Groeien uit een wortelstok en hebben meestal grote veernervige bladeren.
Vaak is elk blaadje weer vertakt in kleinere ‘deelblaadjes’.
Zaadplanten Zijn het best aangepast aan droog landleven. Ze hebben een uitgebreid
wortelstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de plant kunnen vervoeren.
Ze planten zich voort door middel van hun zaden.
Coniferen (naaktzadigen) > kegeldrager. Zaden zijn ontwikkelt op houtige schubben van
kegels.
Bloemplanten (bedektzadigen) Maken 80% op aarde uit. Onder andere: loofbomen,
struiken en kruidachtige planten. Na de bestuiving vindt bevruchting plaats in het
vruchtbeginsel van de bloem.
, Hoofdgroepen Subgroepen Kenmerken/weetjes
(afdelingen)
1. Wieren -Hebben geen echte wortels, stengels en bladeren.
(algen) -Wieren leveren meer dan de helft van de zuurstof in de atmosfeer.
-Boomalgen kunnen op het land leven, maar hebben wel vochtige
omstandigheden nodig.
2. Mossen -Mossen zijn landplanten, maar hebben wel een vochtige leefomgeving
nodig.
-Hebben geen echte wortels, maar een soort haartjes waarmee ze zich aan
de bodem vasthechten.
-Planten zich voort d.m.v. spoordragers.
3. Paarden- -Hebben echte wortels en hun bladeren en stengels hebben een wasachtige
staarten laag die uitdroging tegengaat.
4. Varens - Hebben echte wortels en hun bladeren en stengels hebben een wasachtige
laag die uitdroging tegengaat.
-Groeien uit een wortelstok en hebben meestal grote veernervige bladeren.
5. Zaad- -Coniferen -Hebben een uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en
planten (naaktzadigen) voedingsstoffen door de plant kunnen vervoeren.
-Bloemplanten - De stevige bladeren en stengels hebben een wasachtige laag die uitdroging
(bedektzadigen) tegengaat.
- Planten zich voort door zaden (zijn groter dan sporen)
-Conifeer betekent letterlijk ‘kegeldrager’. Hebben geen bloemen en
vruchten, maar hun zaden ontwikkelen zich op de houtige schubben van
kegels. Voorbeelden van naaktzadigen: Spar, dennenboom.
- Tot de groep van de bloemplanten behoren; loofbomen, struiken en
kruidachtige planten (80% van de plantsoorten zijn bloemplanten).
Paragraaf 1.2 De bouw van zaadplanten
1. Belangrijke voorwaarden voor een plant om goed te groeien: licht, koolstofdioxide,
zuurstof, water, voedingszouten en warmte.
2. Bladgroenkorrels in de groene delen van een plant zijn in staat om zonne-energie op te
vangen en om te zetten in energieke suikers. Zo maakt een groene plant zijn eigen voedsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MargotH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.