100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Theorie III: Theorie van Geschiedenis in de Praktijk vertaald naar het Nederlands $3.25   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Theorie III: Theorie van Geschiedenis in de Praktijk vertaald naar het Nederlands

1 review
 129 views  23 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide hoorcollege aantekeningen van het derdejaarsvak geschiedenis Theorie III Theorie van geschiedenis in de praktijk. Deze colleges werden gegeven door dr. R. Peters en dr. B. Hellemans. De college-aantekeningen zijn vertaald naar het Nederlands.

Preview 6 out of 64  pages

  • March 19, 2020
  • 64
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: jhuberts2 • 3 year ago

avatar-seller
Hoorcolleges
Theorie III


In Theorie II focusten we op de vier vragen van Collingwood
- Wat is geschiedenis?
- Waar gaat het over?
- Wat is de methode?
- Wat is het doel?
In theorie III focussen we ons meer op de onderliggende aannames van historisch onderzoek
en schrijven.


De elementen van kritisch denken
- Een goed gereedschap om teksten te analyseren
- Alle elementen zijn aan elkaar gerelateerd
- Je kan het kompas vanuit elke richting opgaan.
- Het kompas is toepasbaar op alle vormen van kennis door middel van het denken van
anderen en je eigen denken.


Als je kritisch denken op de geschiedenis toepast, hoe denk je dat historisch denken zich
ontwikkelt door de tijd. Is er vooruitgang in historisch denken en schrijven en als dat zo is,
hoe is dit gerelateerd aan kritisch denken?
- Mentaliteit en voorkeuren veranderen over tijd. Voorkeuren, waarden en
onderliggende aannames zijn typisch een standpunt. Dit is de reden dat historici met
hetzelfde bewijs met andere conclusies komen.
- Veranderende aannames. Als je iets interpreteert en je er anders over het onderwerp
gaat denken, dan heb jij de kans om het te veranderen en vaak gebeurt dat. Als je de
onderliggende aannames analyseert van wat je leest en dat je zwakke aannames vindt.
Op deze manier werk je aan sterkere aannames, die buiten je frame van referentie zit
en je eigen frame van referentie wordt. Als je aannames verandert dan verander je je
eigen standpunt.
- Je kan concepten veranderen.


Het is belangrijk om de onderliggende aannames te zien, zodat je je eigen standpunt kan
vinden. Als je een goede historicus wil zijn, moet je iets origineels laten zien, maar als je

,origineel wil zijn, moet je begrijpen wat anderen schreven en wat de aannames zijn van deze
historici.


Als je aannames, concepten en theorieën uitdaagt, dan doe je dat voor een reden, omdat je iets
nieuws wil produceren en moet je nieuwe vragen stellen.


Vraag over Sherlock Holmes. Holmes observeert de stal en de hond. Dus waarom is Holmes
intelligenter dan detective Gregory?
- Misschien neemt Gregory aan dat de hond niets met de moord te maken heeft. Hij
kijkt naar alle details, maar de hond ontsnapt aan zijn aandacht. Hij ziet de hond niet,
omdat hij niet bewust is van deze aanname.
- Holmes vraagt zich af, wie kan de moord hebben gezien? Dat is de hond, blafte de
hond? Als honden niet blaffen terwijl er een moord plaatsvindt dan weet je al iets.


Hier moet je jezelf in trainen.


Als je voorbereid op onderzoek start je vanuit interpretatie, maar als je echt wil begrijpen wat
de historici doet, probeer dan de historische veronderstellingen en de concepten die de
historicus gebruikt te zien.


Carlo Ginzburg aan de hand van de elementen van kritisch denken
- Microgeschiedenis
- Doel: hij wil schrijven over de geschiedenis van de normale mens. Hij probeert een
methode te vinden om meer te weten te komen over de normale mens.
- Vraag: Hoe zag het alledaagse leven eruit en wat is hun wereldvisie, cultuur, manier
waarop zij denken?
- Informatie: de rechtszaak
- Interpretatie: in het einde concludeert Ginzburg ‘dit is de kosmos van de molenaar en
het gaat over kaas en wormen, maar dit is deel van een erg oude, onderliggende
cultuur die eeuwen bestaat, misschien voor het Christendom.’ Dat is zijn interpretatie.
- Concept: microgeschiedenis en de methode van ‘deductie’ van een aantal uitingen in
de rechtszaak.

,Ginzburgs methode is ‘abduction’
- Hij ziet de wereld als sporen. Kleine verborgen sporen waaruit je het verleden kan
afleiden, of het reconstrueren van het verleden vanuit deze sporen, zoals een detective.
- In zijn artikel discussieert hij over drie voorbeelden van deze methode
 Morelli
 Freud
 Sherlock Holmes
- Zijn interpretatie is dat Freud, Morelli en Holmes allemaal dezelfde methode
gebruikte, de methode van sporen en de methode waardoor je vanuit kleine sporen
grote interpretaties vormt.
- In technische termen heet dit abductie. Je hebt verassende informatie ‘I’ dat is
geobserveerd. Als hypothese ‘H’ echt is, dan volgt ‘I’ dus waarschijnlijk is ‘H’ dan
waar.
- Volgens Ginzburg is dit een belangrijke denkmethode.


Abductie: redenen vanuit een bepaald feit naar een hypothese
- Abductie is een kwalitatieve sprong van een bepaald feit naar een hypothese die iets
uitlegt in algemene termen.
- Het ‘misschien’ laat zien dat je niet zeker bent en dat je de hypothese moet nakijken.
Voorbeeld: je vindt een munt, het is een Romeinse munt, misschien dat hier ooit een Romeins
kamp was.


Inductie: redenen van bepaalde feiten naar een algemene regel.
o Inductie is een kwantitatieve sprong van een deel naar geheel.
o Inductie is nooit zeker, want Romeinse munten bevonden zich ook in
Egyptische kampen.
Voorbeeld: in alle Romeinse kampen waren munten.


Deductie: redenen van een algemene regel naar een bepaald feit
- Alleen deductie biedt zekerheid.
Voorbeeld: in alle romeinse kampen zijn munten aanwezig. Dit is een Romeins kamp. In dit
kamp zijn munten aanwezig.


Hypothese: alle hypotheses kunnen worden veranderd in vragen.

,Als je een Romeinse munt vindt en je zegt dat er misschien een Romeins kamp was, wat is
dan de onderliggende aanname?
- In alle Romeinse kampen zijn munten aanwezig. Vanuit jouw inducties maak je regels
die je kan toepassen in abducties. De onderliggende generaliteit.


Historici proberen conclusies te verstrekken aan historische gebeurtenissen door slimme
vragen te stellen gebaseerd op plausibele theorieën. Een goede theorie is noodzakelijk
voorgoed historisch onderzoek en schrijven. Als je geen theorieën gebruikt, wordt
geschiedenis erg beschrijvend.


De functie van theorie in de praktijk: het helpen van historici om onderliggende aannames op
te sporen, analyseren en kritisch te evalueren in historisch onderzoek en schrijven. Hoe sterk
is de aanname?


Hoe kunnen we onderliggende aannames vinden? Door reverse engineering. Je hebt het
eindproduct en je vraagt jezelf af hoe dit artikel gemaakt is. Antwoord, vraag, aanname.


Hoe vind je onderliggende aannames in de tekst?
- Je moet kijken naar het standpunt, voorstellen en argumenten. Wat verbindt de claim
met de argumenten, dat is de aanname.
- Kijk voor indicators bij standpunten: ik voel, vind, denk.
- Kijk voor indicators bij argumenten: omdat, voor, aangezien, sindsdien
- Kijk voor indicators bij aannames: wij nemen aan, het startpunt is, we beginnen uit.


Het vinden van aannames vanuit abductie
- De deurbel gaat, dat moet Peter zijn. Wat is de onderliggende aanname? De aanname
is dat Peter altijd op de deurbel drukt, of wanneer de deurbel gaat dat het altijd Peter
is. Het is een algemene regel.


Wanneer argumenten fout gaan: drogredenen
- Kritisch denken gaat over het bedenken van je eigen vragen. Als historicus betekent
dat je de vragen van andere historici moet begrijpen, oftewel op een kritische
manieren reflecteren op het probleem veld.

,Drogredenen
- Oude definitie: ongeldig of foute beredenering in de constructie van een argument.
- Nieuwe definitie: drogreden zijn foute bewegingen in een discussie waarbij het doel is
om een succesvolle oplossing te vinden.


De lijst van Newall

, Week 2


Idealisme en realisme is altijd aanwezig. Het is een fundamentele tegenstellingen dat je ziet in
historisch werk.
- Realisme is het filosofische idee dat dingen of realiteit bestaan buiten onze gedachten,
het is zoals het is.
- Idealisten zeggen nee, we kunnen alleen naar dingen grijpen door concepten te
gebruiken.
Waarom is dit zo centraal in geschiedenis? We hebben geen empirische realiteit om onze
uitspraken na te kijken. Hoe je er ook over denkt, de enige manier waarop geschiedenis
bestaat is door er overna te denken.
- Inflatie is een concept. We zien inflatie in de 16e eeuw, maar deze mensen kenden dit
idee toen nog niet. Kunnen we dan zeggen dat er geen echte inflatie was?


Structuur en agency: wordt menselijke actie geconditioneerd door regels of door intenties?


Wat zijn de verschillen of overeenkomsten tussen vraag, hypothese en aanname?
- Alle hypotheses kunnen vragen worden.
- Vragen zijn gerelateerd aan een leeg gat, je wilt iets weten wat je nog niet weet. Je
trekt een hypothese door je aannames te gebruiken, het is de basiskennis van waaruit
je begint. De vraag is ook gebaseerd op aannames, want als er geen vragen waren, dan
zou je niks aannemen.
 Je kan zeggen dat aannames gedefinieerd worden als de regels die je in
gedachten hebt. Bewust of onbewust.
o Munten kunnen gevonden worden in Romeinse kampen.
Aannames is een geloof, dingen die je als waar
beschouwd, evident. Als je geconfronteerd wordt met
iets nieuw, zoals een munt, word je geconfronteerd
waarom daar een munt ligt. Misschien dat er een
Romeins kamp was.
o Er is geen hypothese zonder aannames. Vragen en
hypotheses liggen dichtbij elkaar
 Als je begint met lezen, kun je alleen buiten je frame van referentie
komen door de aannames aan te vallen, maar historici verklaren hun

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthef. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  23x  sold
  • (1)
  Add to cart