100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges leerproblemen $4.28   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges leerproblemen

1 review
 102 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges van het vak leerproblemen () aan de Radboud Universiteit. Deze 9 onderwerpen komen aanbod: introductie, cognitieve predictoren, omgevingsfactoren, beginnend rekenen en rekenproblemen, gevorderd rekenen, beginnend lezen en dyslexie, begrijpend lezen, hoogbegaafdheid, labeling dubbel- en...

[Show more]

Preview 4 out of 36  pages

  • March 19, 2020
  • 36
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: bobschlicher • 4 year ago

avatar-seller
Leerproblemen 2019-2020
Hoorcollege 1 Introductie
Huishoudelijke zaken
Leesvaardigheid gaat achteruit bij kinderen. Je leert goed technisch lezen door de letters te
voelen.

Recente PISA-resultaten: Nederland ten opzichte van de rest van de EU. Je ziet bijv. dat
meisjes het beter doen dan jongens.

Het is lastig of het gaat om leerproblemen of leerachterstanden. Raar aan dit artikel is dat ze
kijken naar jonge kinderen terwijl het om het niveau van 15-jarigen gaat.

Nederlandse kinderen zijn boven gemiddeld in informatie opzoeken, iets onder gemiddeld in
het begrijpen en best wel onder gemiddelde in evalueren.

Introductie & Nederlandse situatie
Het gaat om kinderen die ‘onverwacht’ moeite hebben met leren lezen, spellen en/of
rekenen. Dus wel een normaal IQ maar toch leerproblemen.

Joep Dumont was hoogleraar leerproblemen RU. Grondlegger van empirische
orthopedagogiek. Hij heeft van orthopedagogiek een empirische wetenschap gemaakt.
- Verklaringsgerichte theorieën
- Sterk voor interdisciplinariteit: samenwerking met bijv. neuropsychologie
- Conditio sine qua non: zonder fatsoenlijk onderzoek kun je niet een
orthopedagogische praktijk hebben.

Het begint met classificatie van leerproblemen. Exclusiecriteria om bijv. dyslexie vast te
stellen: je kunt geen dyslexie hebben als je dusdanig zwak IQ hebt (70 als ondergrens). Dan
kun je niet zeggen of je niet kunt lezen/zwak kunt lezen omdat je te laag begaafd bent of
omdat je niet kunt lezen. Ook bijv. een kind dat blind is kun je niet vaststellen of diegene
dyslexie heeft. Of als iemand geëmigreerd is naar Nederland. Inclusiecriteria: leestesten.

Maar die leestesten hebben meetfouten. En de ellende is ook dat we willekeurige ‘cut-offs’
hebben: IQ van 130 is bij 97.5%, maar wie heeft dit bedacht en waarom? Het is een vrij
arbitraire keuze. Maar het wordt steeds meer een spectrum.

In Nederland hebben we het niet vaak over algemene leerproblemen, maar gaat het vaak
over dyslexie en dyscalculie. Leer deze definities uit je hoofd:
- Dyslexie: specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in
het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het
gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene
verstandelijke beperking.
- Dyscalculie: stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het
leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-/wiskundekennis
(feiten/afspraken).
1

,Deze hardnekkigheid sluit aan op response-to-intervention (RTI). Hebben ze het over drie
lagen:
1. Algemeen/klassikaal hulp -> reguliere instructie
2. In kleinere groepjes instructie geven -> extra hulp in de klas
3. Extra hulp buiten de klas -> remedial teaching, RT
 Als dit nog steeds niet helpt, dan krijg je een doorverwijzing naar dyslexie diagnostiek.

RTI: Bottom tier is de hele klas, dat zijn er heel veel. Middle tier zijn al wat minder mensen
en top tier is het kleinste aantal. De intensiteit is juist heel groot bij de top tier en minder bij
de bottom tier.

Discrepantiecriterium: een van de criteria die is opgesteld om de diagnose dyslexie te
kunnen vaststellen. Er is een discrepantie tussen IQ van het kind en zijn leer ontwikkelingen
(kinderen met leerstoornissen scoren lager op IQ test). Maar, de grootte van de discrepantie
hangt niet samen met de grootte van het leerprobleem. IQ kan wel veranderen.
 Relatie tussen IQ en schoolprestaties niet eenduidig.

Transactioneel ontwikkelingsmodel: Achter een leerprobleem zit veel achter. Zowel
cognitief, sociaal, hersenen, genen en dat alles interacteert met elkaar.

Dyslexie staat tegenwoordig in de nieuwe DSM niet meer apart van de algemene
leerproblemen. Maar dyslexie kan je niet categoriseren onder de algemene leerproblemen,
het is duidelijk een stoornis. Maar niet iedereen is het hierover eens. Er is niet 1 waarheid op
dit gebied.

RTI klinkt theoretisch goed, maar toepassen is lastig. Current als term impliceert dat
kinderen kunnen ‘outgrow’ dyslexie, maar daar zijn zij het niet mee eens in dat artikel. In het
artikel zeggen ze dat als je dyslexie hebt, dat levenslang is.




Passend onderwijs
Nederlands onderwijssysteem wordt wel eens vergeleken met een fabriek. Kinderen worden
op basis van hun geboortedatum ingedeeld in groep 1. Maar is dit de beste manier?




2

,Als er veel gewerkt wordt met methodes, dan kun je de diversiteit van een enkele leerling
maar opvangen. Maar als je aanpak stuurt door individuele onderwijsbehoeften, dan kun je
bijna alle leerlingen aanpakken. Maar dit is complex.

Je hebt regulier onderwijs, speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (cluster 1, 2,
3, 4). De inspectie van het onderwijs zit hierboven.

Nederland is verdeeld in 77 samenwerkingsverbanden (regulier, sbo, cluster 3, 4). Cluster 1
en 2 vallen dus hierbuiten. De school heeft de zorgplicht, dus de school moet ervoor zorgen
dat het kind onderwijs krijgt of dat het kind elders terecht kan.




3

, Hoorcollege 2 Cognitieve predictoren van
schoolvaardigheden
Executieve functies
Cool executieve functies: cognitief
Hot executieve functies: meer te maken met emotie. Hier hebben we het vandaag wat
minder over.

Executieve functies: Cognitieve vaardigheden die je nodig hebt voor doelgericht gedrag. Om
bij je doel te komen heb je executieve vaardigheden nodig. Als we in de wetenschap over EF
praten, hebben we het voornamelijk over:
1. Updaten: dat je terwijl je iets doet ook iets in je geheugen vast kunt houden
(tegelijkertijd luisteren maar ook typen, dus dan hou je de info even vast).
2. Shiften/flexibiliteit: schakelen tussen verschillende manieren van bijvoorbeeld
luisteren en op je scherm kijken of dat wat je typt klopt.
3. Inhibitie: inhiberen van automatische responsen.
4. Planning: wordt er soms als vierde functie bij genoemd. Die eerste drie zijn goed te
onderscheiden vanaf een jaar of 8. Kun je beter meten als je ouder wordt en de
executieve functies ontwikkelen lang door tot in de volwassenheid.

Werkgeheugen model van Baddeley: dat beschrijft hoe het hele geheugen systeem werkt.
The Central Executive stuurt alles aan. De Phonological Loop (verbale inhoud), Episodic
Buffer en Visuospatiol Sketch Pad (visuele inhoud) houden informatie vast. Uiteindelijk gaat
dat naar het lange termijn geheugen en die ondersteund ook het kortetermijngeheugen.
- In die Central Executive zitten de executieve functies. Echter wordt soms updaten ook
verwoord als werkgeheugen en dan wordt werkgeheugen niet gezien als bij dit model
van Baddeley. Dit wordt door elkaar gebruikt.

Meten updating:
- Leeuwenspel voor visuospatieel werkgeheugen: het kind wordt gevraagd om de
laatst gekleurde leeuwen (rood, blauw, groen, geel en paars) te onthouden en aan te
geven waar ze deze zagen.
- Apenspel voor verbaal geheugen: in volgorde (phonological loop/korte termijn) en in
omgekeerde volgorde (werkgeheugen) onthouden.

Meten planning met de Tower of London: je moet stappen vooruitdenken welke bal je gaat
verleggen.

Inhibitie wordt gemeten met de Stroop Task/color word interference: je moet de
automatische reactie onderdrukken.

Meten van shifting:
- Trail Making Test: 1-A, 2-B, 3-C, etc. Dus twee geautomatiseerde rijen constant
tussen wisselen.
- Animal Shifting: je krijgt twee plaatjes te zien. Daarvan moet je er 1 benoemen. Is het
scherm geel, benoem fruit. Is het scherm paas, benoem het dier. Zit ook een stukje
updating in want je moet de regel onthouden.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meesvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  11x  sold
  • (1)
  Add to cart