Een complete samenvatting van het boek Als het verleden trekt van Herman Paul. Een uitgebreide samenvatting die alle hoofdstukken zo kort, maar krachtig mogelijk probeert te behandelen.
Voorgeschreven literatuur voor deze week:
Herman. P., Als het Verleden Trekt (Amsterdam 2016). H1 p. 9-32 en H3 48-63
Onderwerpen
Woord Vooraf
Wat Is Geschiedfilosofie
1.1 Josef Knecht
1.2 Substantiële En Analytische Geschiedfilosofie
1.3 Een Moeizame Geschiedenis
1.4 Een Tweedelige Traditie
1.5 Theorie, Methodologie En Historiografie
Relaties Met Het Verleden
3.1 Waarom Het Verleden Trekt
3.2 Relaties En Hun Doelen
3.3 Een Heuristisch Model
3.4 Alternatieve Typologieën
Woord vooraf
,1.1 Josef Knecht
De vragen van de geschiedfilosofie die voortkomen uit het gedicht Das Glasperlenspiel van
Herman Hesse, en door het karakter Josef Knecht op tafel worden gegooid. Josef leerde dat de
zin van geschiedenis ligt midden in de werkelijkheid van alledag. Wij hebben geen wetten om
bloot te leggen, zoals dat in andere wetenschappen wel gebeurd.
De twee hoofdthema’s van de geschiedfilosofie:
1. Wat is de zin van geschiedenis?
2. Hoe bestuderen wij de geschiedenis?
1.2 Substantiële en analytische geschiedfilosofie
Twee stromingen in de geschiedfilosofie:
1. Historia res gestae: substantiële geschiedfilosofie
De loop der dingen, het proces
Geschiedenis slaat op de historische werkelijkheid
2. Historia rerum gestarum: analytische geschiedfilosofie
Verhalen die mensen over de loop der dingen vertellen
Studie van het verleden, oftewel naar wat mensen over dit verleden beweren
Kern: Als we het over geschiedfilosofie hebben, moeten we ons dus afvragen of het een
filosofie is van historia res geestae of een filosofie van de historia rerum gestarum is?
Historia res gestae: de historische werkelijkheid
Hegel & Augustinus
Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831)
Kern: geloofde hartstochtelijk in de vooruitgang van de geschiedenis, en geloofde de sleutel
van de historische vooruitgang te hebben gevonden, namelijk de alsmaar groeiende
zelfkennis van de rede.
Rede volgens Hegel bestaat uit twee elementen:
1. Objectieve geest: orde en regelmaat in de natuur wijzen op een rede die in de
werkelijkheid zelf aan het werk is.
2. Subjectieve geest: de menselijke rede, die de werkelijkheid kritisch onder de loep
neemt.
2
, * De objectieve en de subjectieve geest zijn twee zijden van dezelfde medaille, of
verschijningsvormen van één en dezelfde rede.
Conclusie: de geschiedenis is voor Hegel een evolutionair proces waarin de scheiding tussen
de mens (subjectief) en de wereld (objectief) geleidelijk wordt opgeheven. Het einddoel van
de geschiedenis is volmaakte zelfkennis of algehele identificatie van de objectieve en
subjectieve geest. Veel negentiende-eeuwse denkers zijn hier sterk door beïnvloed in hun
denken over de aard en het doel van het historische proces (zie Karl Marx).
*Doel van het historisch proces: welke weg bewandeld het en welke drijvende krachten zijn
bij dit proces betrokken
Augustinus (354-430)
Hij zag in tegenstelling tot Hegel de geschiedenis niet als een proces. Als kerkvader zag hij de
geschiedenis als het handelen van God. Hij verdeelde de geschiedenis in 6 fasen, wat
correspondeerde met de 6 scheppingsdagen van de Bijbel. In de zesde fase, de fase waar we
nu in verkeren en begon bij de dood en wederopstanding van Jezus, gebeurd eigenlijk niks.
Pas met de wederkerig van Jezus zou er weer verandering komen. Dan zou de zevende dag
aanbreken, en de eeuwige rust aanbreken. Augustinus interpretatie van de menselijke
geschiedenis kreeg een Bijbelse perspectief.
Augustines verklaarde in zijn De civitate dei dat de christenen niet verantwoordelijk
gehouden konden worden voor de teloorgang van het Romeinse Rijk. Hij probeerde deze
hypothese te falsifiëren door te verklaren dat het door de kerstening kwam. Dat bracht hem op
filosofische vragen als wat een oorzaak eigenlijk is, wat voor oorzaken er bestaan en wat de
relatie is tussen oorzakelijkheid en noodzakelijkheid.
Dit betekende dat Augustinus zich bezig begon te houden met de tweede hoofdstroom in de
geschiedfilosofie: historia rerum gestarum.
Historia rerum gestarum, de analytische geschiedfilosofie, ook wel de conceptuele
analyse, is het domein waarin historici nagaan waaruit historisch denken bestaat – uit
verhalen, verklaringen, feiten enz. – en wat we onder een verhaal, een verklaring, of een feit
verstaan. Geschiedfilosofen die zich bezig houden met de historia rerum gestarum, proberen
aan te het licht te brengen of jouw opvoeding en ervaringen effect hebben op het verrichten
van deugdelijk, historisch onderzoek (zie tabel 1.1).
3
, Historia rerum gestarum: het historische denken
Heinrich Rickert (1863-1936)
Vroeg zich af wat het kenmerkende onderscheid is tussen de geschiedwetenschap en
natuurwetenschap. Volgens Rickert zit het grote verschil in de methode die ze toepassen:
Generaliserende methode: natuurwetenschappers willen wetmatigheden ontdekken
Individualiserende methode: geesteswetenschappers richten zich op het eigen van een
enkel idee, een uniek voorwerp of een onvervangbaar individu.
In zijn werk Die Grenzen der naturwissenschaftlichen Begriffsbildung toont hij aan wat dit
verschil betekent voor de epistemologie, oftewel de kenleer, tak van wijsbegeerte die nagaat
wat kennis is en hoe deze verworven kan worden, van beiden wetenschappen.
Vandaag de dag is er discussie of er een tweedeling is in de wetenschap, of dat er een eenheid
is van wetenschap (unity of science).
Jörn Rüsen
Volgens Rüsen is historisch denken een samenspel van vijf dimensies:
1. Semantische operatie: het begin van elke historisch denken, waarin woorden als
‘geschiedenis’ en verleden worden gedefinieerd.
2. Cognitieve dimensie: een behoefte aan kennis omtrent het verleden. Hoe meer kennis,
hoe meer onderscheidt de historische kennis weet te maken tussen mythen en
legenden.
3. Esthetisch aspect: wanneer deze kennis wordt vastgelegd en overgedragen, bijv. in
een verhaal
4. Retorische dimensie: de dimensie die verwijst naar de lessen die zo’n
geschiedenisverhaal zijn lezers wil leren
5. Politieke dimensie: de conservatieve trekjes van een verhaal dat de geschiedenis
dusdanig voorstelt dat mensen er weinig aan kunnen veranderen, of de progressieve
ondertoon in verhalen dat geschiedenis een constant proces van ontvoogding
(emancipatie) is.
Met deze vijf dimensies probeert Rüsen aan te tonen dat historische kennis een cultuurproduct
is dat altijd onder invloed staat van politieke voorkeuren of esthetische conventies.
De substantiële en de analytische geschiedfilosofie onderscheiden zich door hun verschillende
objecten: de historische werkelijkheid vs. het historisch denken.
Ook stellen beiden verschillende vragen:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mauriceroubos96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.