Modelantwoorden examen strafrecht 21 januari 2021
I.
1) Co-auteur
2) Electronic monitoring
3) a) redelijke voorzienbaarheid of redelijke voorspelbaarheid
b) de veroordeling definitief is of in kracht van gewijsde is getreden
c) nog in natura aanwezig is en ter beschikking is van het gerecht
4) Internering – geweldsmisdrijf
Krachtens artikel 9 Interneringswet kan de internering enkel worden gelast t.a.v. een
persoon die een misdaad of wanbedrijf heeft gepleegd die de fysieke of psychische
integriteit van derden aantast of bedreigt. Het toepassingsgebied ratione materiae heeft
dus betrekking op geweldsmisdrijven.
Strafbare deelneming – opzettelijk misdrijf
Omwille van de dubbele opzetvereiste (de deelnemer moet willen deelnemen + de
deelnemer moet willen deelnemen aan een bepaald misdrijf) is strafbare deelneming
enkel denkbaar bij opzettelijke misdrijven
Leer van de ondeelbaarheid – voortgezet misdrijf
Op grond van de ubiquiteitstheorie gecombineerd met de leer van de ondeelbaarheid
mag de Belgische strafrechter kennis nemen van alle elementen van het misdrijf die een
ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf dat op Belgisch grondgebied wordt
gepleegd. Wanneer verschillende misdrijven een eenheid van opzet vormen (d.i. een
voortgezet misdrijf) waarvan minstens één op Belgisch grondgebied kan worden
gelokaliseerd, kan België op basis van de ubiquiteitstheorie gecombineerd met de leer
van de ondeelbaarheid rechtsmacht hebben voor het geheel.
Equivalentietheorie – gevolgmisdrijf
Bij gevolgmisdrijven of resultaatsmisdrijven is het veroorzaken van een bepaald gevolg
ofwel een constitutief bestanddeel ofwel een verzwarende omstandigheid. De Belgische
rechtspraak volgt doorgaans de equivalentietheorie waarbij elke voorwaarde wordt
geacht de gevolgen, d.i. de schade, op een gelijkwaardige wijze te hebben veroorzaakt.
Strafuitsluitende verschoningsgrond – eigendomsmisdrijf
Bepaalde bloed- en aanverwantschapsbanden leiden bij bepaalde eigendomsmisdrijven
tot een strafuitsluitende verschoningsgrond. De gedraging is wederrechtelijk en
verwijtbaar, de dader is toerekeningsvatbaar, maar de gedraging wordt niet strafwaardig
geacht. Er is sprake van deze strafuitsluitende verschoningsgrond bij diefstal (art. 462
Sw.), misbruik van vertrouwen (art. 492 Sw.), oplichting en bedriegerijen (art. 504 Sw.).
Ingevolge een soepele interpretatie van rechtspraak en rechtsleer geldt de
I.
1) Co-auteur
2) Electronic monitoring
3) a) redelijke voorzienbaarheid of redelijke voorspelbaarheid
b) de veroordeling definitief is of in kracht van gewijsde is getreden
c) nog in natura aanwezig is en ter beschikking is van het gerecht
4) Internering – geweldsmisdrijf
Krachtens artikel 9 Interneringswet kan de internering enkel worden gelast t.a.v. een
persoon die een misdaad of wanbedrijf heeft gepleegd die de fysieke of psychische
integriteit van derden aantast of bedreigt. Het toepassingsgebied ratione materiae heeft
dus betrekking op geweldsmisdrijven.
Strafbare deelneming – opzettelijk misdrijf
Omwille van de dubbele opzetvereiste (de deelnemer moet willen deelnemen + de
deelnemer moet willen deelnemen aan een bepaald misdrijf) is strafbare deelneming
enkel denkbaar bij opzettelijke misdrijven
Leer van de ondeelbaarheid – voortgezet misdrijf
Op grond van de ubiquiteitstheorie gecombineerd met de leer van de ondeelbaarheid
mag de Belgische strafrechter kennis nemen van alle elementen van het misdrijf die een
ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf dat op Belgisch grondgebied wordt
gepleegd. Wanneer verschillende misdrijven een eenheid van opzet vormen (d.i. een
voortgezet misdrijf) waarvan minstens één op Belgisch grondgebied kan worden
gelokaliseerd, kan België op basis van de ubiquiteitstheorie gecombineerd met de leer
van de ondeelbaarheid rechtsmacht hebben voor het geheel.
Equivalentietheorie – gevolgmisdrijf
Bij gevolgmisdrijven of resultaatsmisdrijven is het veroorzaken van een bepaald gevolg
ofwel een constitutief bestanddeel ofwel een verzwarende omstandigheid. De Belgische
rechtspraak volgt doorgaans de equivalentietheorie waarbij elke voorwaarde wordt
geacht de gevolgen, d.i. de schade, op een gelijkwaardige wijze te hebben veroorzaakt.
Strafuitsluitende verschoningsgrond – eigendomsmisdrijf
Bepaalde bloed- en aanverwantschapsbanden leiden bij bepaalde eigendomsmisdrijven
tot een strafuitsluitende verschoningsgrond. De gedraging is wederrechtelijk en
verwijtbaar, de dader is toerekeningsvatbaar, maar de gedraging wordt niet strafwaardig
geacht. Er is sprake van deze strafuitsluitende verschoningsgrond bij diefstal (art. 462
Sw.), misbruik van vertrouwen (art. 492 Sw.), oplichting en bedriegerijen (art. 504 Sw.).
Ingevolge een soepele interpretatie van rechtspraak en rechtsleer geldt de