Samenvatting Architecturale context + vragen waarvan er sowieso een paar op het examen komen. Als je al de meerkeuze vragen leert die onder aan dit document staan, ben je al zeker van een 12/40 ongeveer.
Historisch Kader en Algemene Kenmerken
Kerken en paleizen werden opgetrokken in een rijke en krachtige stijl, die de
contrareformatie (Katholieke reactie van de 16e tot 18e eeuw op de protestantse
reformatie) kracht moesten bijzetten.
Deze feestelijke en overdadige stijl,
- Sterke contrasten en diagonalen
- Overdreven vertoon van pracht en praal
- Symmetrie
Beeldengroepen en uitgewerkte gebouwelementen zonder constructieve functie
(zoals pilasters en voluten) vormen telkens 1 dynamische compositie die vaak
dramatisch geaccentueerd wordt door een lichtinval en schaduwwerking.
Het gebouw en de omgeving worden als 1 geheel uitgewerkt om het dramatische en
feestelijke uitzicht te versterken.
Trevi Fontein, Bernini, Rome, 1732-1762
De Barok wordt in Frankrijk en Noord-Europa verder uitgewerkt tot Rococo, dat
afgeleid is van het woord rocaille wat een puntige versiering is. Het wou een
optimistische opvatting geven van de ‘Bel Esprit’ het rijke leven van de adel.
- Abstracte assymetrische krullen
- Plantenmotieven
- Ingebouwde spiegels gebruik van vruchten en schelpen en delicaat
bechilderde muren en plafonds
- Een afkeer voor de rechte lijn.
De Classicerende Barok ontstond vooral door het Ancien Régime, dit is een periode
waarin de glorie van het Franse Vaderland maximaal werdt bezongen, hierin
ontdekken ze de antieken terug, de griekse en romeinse stijlkenmerken. Het
Classicisme had een afgemeten grootsheid die overzichtelijk was door symmetrie
met enorme koepelkerken, vorstelijke paleizen en de Symmetrische Franse tuin,
allemaal met een knipoog naar de Renaissance. Vanaf de 19e eeuw wordt dit het
Neoclassicisme genoemd.
r
,De Verlichting ging uit van een hernieuwd vertrouwen in de mogelijkheden van de
mens die zelf in staat was om de natuur te controleren. Het bestrijden van bijgeloof
en rechtsmisbruik in kerk en staat. De Romantiek is een beweging die tegen de
aanpak van de Verlichting was. Zij worden aangetrokken door al wat onbekend is,
duister en mysterieus.
De Revolutionairen wilden gebouwen verwezenlijken die goddelijk groot waren maar
die vaak ook niet realiseerbaar waren (Utopisch). De vormgeving is vaak figuratief en
steeds symbolisch. De vorm verraadt dikwijls al de functie van het gebouw
(Architecture Parlante). Boulleé en Ledoux zijn de belangrijkste utopisten.
Panopticum van Saline de Chaux, als een centraal punt hebben van waaruit we alles
in het oog kunnen houden, dan kunnen we de mensen ook zo disciplineren en
controleren. Gevangenissen en oude scholen zijn vaak zo gebouwd.
- Groots
- Geheimzinnig
- Zuiver geometrische volumes (cartesiaanse volumes: bol, cilinder, piramide) en
symmetrische composities
- Toepassing classicistische stijlkenmerken
- Gebouwen worden opgevat als instrumenten voor de uitvoering van de
principes van de Verlichting
De revolutionairen hechten evenveel belang aan de emotionele ervaring als aan
de rationele regles van het classicisme. De vormgeving moest gestalte geven aan
een nieuwe, ideale wereld.
Stijlkenmerken
Barok:
- Zuilen met verdikte banden
(Salomonische zuil)
- Doorbroken frontons
- Golvende lijnen
- Veel beeldhouwwerk
- Oeil-de-bouef
- Onstuimige vaart naar omhoog (Kolossale orde van meer dan 2 bouwlagen)
- Koepels en torens
- Gebouw als geheel uitgewerkt
, - Cartesiaanse volumes (kubus, bol, piramide) die elkaar overlappen
- Toepassing van classicistische stijlelementen
- Instrumenten voor de uitvoering van de principes van de Verlichting
(Neo)-Classicisme:
- Herneming van de 5 orden
(Toscaans= Basisschacht met een
kapiteel, Dorisch= De schacht krijgt
groeven, Ionisch= Kapiteel krijgt
krullen langs de zijkanten,
Korintisch= Slanker en hoger +
kapiteel versierd met gebeitelde
bladeren, Composiet= Kapiteel is
helemaal versierd)
- Sobere, strenge geometrische
vormen
- Monumentaliteit
- Symmetrische compositie en strenge gevels met zuilenrijen (centraal in de
gevel een uitspringende zuilenportiek bekroond met een driehoekig fronton
zoals de Helleense tempels)
Franse Revolutie:
- Meer ernstige instelling
- Versobering
- Ornamenten zijn bescheiden
- Scherpe zuivere lijnen
- Constructieve stijl
Palladianisme:
- Middenstuk springt uit
de rest van het gebouw,
volledig symmetrische
opbouw
- Mini-
verdieping/balustrade
boven op de kroonlijst
met kleinere ramen
- Op het fronton staan grote standbeelden
- Koninklijk paleis is hier een voorbeeld van
Voorbeeld van een Helleense Tempel
r
, Hoofdstuk 2
Historisch Kader en Algemene Kenmerken
In de 19e eeuw ten gevolge van de Industriële Revolutie beginnen zich veranderingen
voor te doen op maatschappelijk en cultureel vlak.
Om te voorkomen dat het liberalisme teveel aanhang zou krijgen onder de bevolking,
werd er door de heersende klasse aanzienlijke druk uitgeoefend om in elk geval de
traditionele vormentaal in de bouw te handhaven als symbool van continuïteit en
gecentraliseerde macht in een veranderlijke wereld. Daarom blijft het Neoclassicisme
ook na 1840 zeer populair.
Uit de neoclassistische architectuur ontwikkelen zich in de 19 e eeuw in heel Europa
diverse neostijlen waarbij men op een historiserende manier teruggrijpt op vormen
uit zowel de Klassieke Oudheid als de Gotiek, Renaissance, Barok …
Exotisme= Landen die de cultuur van andere landen in hun architectuur steken
omdat ze daar kolonies hebben. Vb. Engeland die Indische cultuur overneemt omdat
ze daar een kolonie hebben. (zie ander document voor meerdere voorbeelden).
Gotiek → Bredere middendelen van kerken + grotere raamopeningen, uitvinding van
de steunberen.
Neogotiek → Vooral in Engeland aanwezig, de middeleeuwse opbouw wordt hierin
verwerkt. De bouwstijl wordt geassocieerd met vakmanschap en ambacht.
Empirestijl → De veldtocht van Napoleon bracht een egyptomanie op gang die het
hoofdkenmerk werd van de empirestijl.
Eclecticisme → Er wordt teruggegrepen naar vormen uit diverse stijlperiodes en
worden bijna willekeurig met elkaar vermengd.
Ambachtelijk Rationalisme → Architectuur als ambacht, vooral in Nederland
aanwezig op het einde van de 19e eeuw. Veel minder decoratief dan andere
neostijlen, vrij strakke en moderne (20e eeuw) gebouwen. Veel gebruik van ijzer en
glas, glazen daken voor natuurlijk licht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yadu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.