Inhoud
Leerdoelen..............................................................................................................................................1
Boudewijn Bouckaert 2007, economische analyse v/h recht.................................................................2
De Geest 1994, Private versus gemene eigendom (L1)...........................................................................9
Inleiding.........................................................................................................................................9
Kosten verbonden aan ‘common property’....................................................................................9
Overconsumptie ten gevolge van free riderproblemen (incentiefkost)..........................................9
Onderinvesteringen ten gevolge van free riderproblemen (incentiefkost)...................................10
‘Capture costs’ bij het privaat maken van een ‘common good’ (additionele TAC)........................10
Ander incentiefprobleem: Holdup Games....................................................................................10
Additionele transactiekosten bij productie van regulering en afdwinging ervan..........................10
Indien investering/productie ‘common property’ door overheid: additionele TAC
(besluitvormingskosten) en incentiefkosten (ontmoedigend effect belasting).............................11
Kosten verbonden aan ‘private property’....................................................................................11
Onderconsumptie.........................................................................................................................11
Occupatiokost bij privaat maken van ‘common property’ (in wezen een vorm van additionele
kosten)..........................................................................................................................................11
Additionele TAC: kosten v/d afdwinging van subjectieve rechten (uitsluitings- en
afdwingingskosten).......................................................................................................................12
Additionele TAC: kosten om property right te transfereren naar het individu met de hoogste
betaalbaarheid..............................................................................................................................12
Additionele risicocreatie bij initiële toewijzing van eigendomsrechten waaraan rentes zijn
verbonden....................................................................................................................................12
Nentjes 1990, van wie is het milieu? (L3).............................................................................................12
Vrije toegang tot natuurlijke hulpbronnen...................................................................................12
1. Bescherming van milieurechten via aansprakelijkheidsregels..................................................13
2. Bescherming van milieurechten via publiekrechtelijke regelgeving..........................................14
Verhandelbare milieurechten......................................................................................................15
Van Velthoven en van Wijck 2019 (L2)..................................................................................................16
Leerdoelen
1. Wat zijn de economische voor- en nadelen van ‘gemeenschappelijk’ en ‘private’ eigendom?
2. Wanneer is invoering van private eigendom efficiënt?
3. Hoe kunnen veranderingen in eigendomsvormen in de loop van de tijd worden verklaard?
Er is geen behoefte aan eigendom en/of eigendomsrecht wanneer de goederen niet schaars zijn. Een
ieder kan nemen wat hij nodig heeft. Mogelijkheid van uitsluiting van een ander v/h gebruik van een
bepaald goed is dan niet nodig. Als goederen schaars zijn is het introduceren van (bescherming van)
eigendom(srechten) noodzakelijk. Als er niet voldoende is van een bepaald goed om in een ieders
behoefte te kunnen voorzien ontstaat er bij afwezigheid van eigendom(srechten) ‘roofbouw’ en is er
geen sprake van maximale welvaart.
Eigendomsrecht heeft meerdere gevolgen:
- Recht om ander van het gebruik van een zaak uit te sluiten.
- Recht om een goed over te dragen.
Eigendomsrecht -> basis van markteconomie. Door ruilen van goederen/eigendomsrechten wordt de
maatschappelijke welvaart vergroot. Ruilen zal echter alleen plaatsvinden bij voldoende bescherming
van eigendomsrechten tegen de overheid of andere particulieren. Bij afwezigheid van beschermde
eigendomsrechten zullen er geen transacties m.b.t. schaarse goederen zijn, althans zullen deze niet
op het optimale niveau liggen.
2. definitie
2.1 definitie eigendomsrecht
Eigendom in Europees-continentale recht -> privaatrechtelijk subjectief recht, dat de houder ervan
absoluut recht geeft op een lichamelijke zaak. Absoluut in de zin dat houder volkomen vrij is in
gebruik, genot en vervreemding v/d zaak.
3. Waarom eigendomsrecht?
3.1 Afwezigheid eigendomsrechten leidt tot inefficiëntie
Eigendomsrechten hebben niet alleen economische functie. Ook politieke functie. Systeem van
private eigendomsrechten beschermt burgers tegen willekeurig overheidsingrijpen en maakt het voor
burgers mogelijk om op een onafhankelijke wijze welstand te verwerven. dankzij eigendomsrechten
kunnen schaarse goederen efficiënter worden gebruikt. (rechtseconomisch argument voor
eigendomsrechten)
Sprake van eigendomsloze toestand (zonder eigendomsrechten) wanneer er geen instantie (persoon,
groep of instelling) is, die effectief kan bepalen wie van een schaars goed gebruik mag maken.
Opmerking is van belang omdat het rechtseconomische argument voor eigendomsrechten de
geschiedenis is ingegaan onder benaming: the tragedy of commons. Benaming is echter misleidend
omdat zij suggereert dat de problemen terug te voeren zijn op collectief eigendom. Het probleem is
gelegen in de eigendomsloosheid. Men zou beter kunnen spreken van tragedy of free access goods.
Toestand vanwege eigendomsloosheid m.b.t. een schaars goed is inefficiënt vanwege 3 redenen:
1. Eigendomsloosheid leidt tot overgebruik.
2. Eigendomsloosheid leidt tot suboptimale timing.
3. Eigendomsloosheid leidt tot onderinvestering.
1. Eigendomsloosheid leidt tot overgebruik.
, Vb. schapen in weide. 2e kolom dalend omdat na bepaalde hoeveelheid schapen er sprake is van
overbegrazing. 50 schapen zou hoogste opbrengst hebben. Indien weide eigendom zou zijn instantie,
zou deze 50 schapen laten grazen en daardoor de opbrengst v/d weide en de waarde van de weide
maximaliseren.
In eigendomsloze situatie is uitkomst anders. Omwoners zullen hun schapen op weide plaatsen tot
punt dat marginale kosten groter zijn dan de marginale opbrengst, 70 schapen. Kosten v/d invloed op
de waarde v/h land zullen zij niet in hun afweging betrekken aangezien de weide niet van hen is. Zij
zullen zich niet ineens aan beperking v/h aantal schapen gaan houden, omdat zij zullen denken dat
wanneer zij minder schapen op de weide plaatsen, omwonenden dit zullen compenseren door er
meer schapen op te plaatsen. Door gebrek aan eigendomsrechten gaat er bijgevolg een waarde van
80 (380-300) verloren.
2. Eigendomsloosheid leidt tot suboptimale timing
Vb. Bomen kappen in periodes 1-12. Hoe later hoe dikker de bomen dus meer opbrengst maar ze
worden ook zieker dus minder opbrengst. Daarnaast kost het uitstellen v/d houthak ook geld.
Indien bos eigendom van een instantie, zou in T6 overgaan op houthak. Op dat moment is de netto-
opbrengst het hoogst. Bij eigendomsloosheid zal er echter al op T3 houthak plaatsvinden. Op dat
moment worden de opbrengsten van houthak hoger dan de kosten v/d houthak en kosten van uitstel.
De omwonenden zullen niet wachten tot T6, omdat zij vrezen dat anderen dan toch vervroegd op
houthak overgaan.
3. Eigendomsloosheid leidt tot onderinvestering
Wanneer iemand investeert in een goed waarop geen eigendomsrecht berust, kunnen andere
medegebruikers van dit goed van deze investering meeprofiteren. Vb. boer investeert in
eigendomsloze weide door deze te bemesten, dan zullen de andere omwoners v/h verhoogde
rendement van deze weide kunnen profiteren. Deze situatie, die het karakter heeft van een ‘publiek
goed’, namelijk de niet-uitsluitbaarheid, leidt tot onderinvestering. Ieder zal verwachten dat een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StèphanvPu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.