EUR Hoorcolleges Inleiding staats- en bestuursrecht
EUR Hoorcollege 1
Het vuurwerk-arrest gaat over delegatie.
Staatsrecht -> verhouding overheidsambten – burger.
Staatsrecht gaat ook over de samenstelling, verhoudingen en bevoegdheden van
overheidsambten.
De bronnen van het staatsrecht zijn:
- De Grondwet.
- Gewoonterechtelijke regels. (kabinetsformatie).
- Aantal geschreven regelingen. Organieke wetten -> wetten die zijn
vastgesteld door een opdracht in de GW.
De democratische rechtsstaat
Democratie (3 aspecten): leggen nadruk op bevoegdheid van het volk en
volksvertegenwoordiging.
Rechtsstaat (4 aspecten): de macht van de overheid moet beperkt zijn.
- Legaliteitsbeginsel, geen bevoegdheid voor overheidsambten zonder
grondslag in de wet/GW. Optreden overheidsambten moet altijd overeen
komen met de wet/GW.
Reikwijdte legaliteitsbeginsel (elk overheidsoptreden):
- Dwingend optreden overheid, burger wordt plichten opgelegd -> moet
altijd in wet of GW staan. Herleidbaar tot wet formele zin.
- Presterend optreden overheid, geven van subsidies. Art. 4 23 Algemene
wet bestuursrecht. Aan subsidie moet een wettelijke grondslag gekoppeld
zijn, maar is niet van toepassing mits de subsidie meer dan vier jaren
wordt verstrekt.
- Codificatie legaliteitsbeginsel, 16 GW en 89 lid 2 GW.
Avondklok -> r.o. 3.1.3., 3.2.2. zijn belangrijkste delen.
Ontwikkeling bevoegdheden regering en parlement
Absolutisme spreekt voor zich.
Nu machtenscheiding en checks and balances. Oftewel een stelsel van controles
over en weer tussen verscheidene overheidsambten.
16e en 17e eeuw -> absoluut koningschap.
18e eeuw -> inperken macht koning.
19e eeuw -> machtenscheiding + checks and balances.
Voor 1848 maakte de koning het beleid, hij was semi-absoluut vorst. Het
parlement had amper macht dan alleen de begroting eens per decennia goed te
keuren.
GW herziening 1840 -> strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid.
GW herziening 1848 -> parlementair stelsel, machtenscheiding en checks and
balances.
Koning is onschendbaar -> de ministers zijn verantwoordelijk.
Het parlementaire stelsel:
, - Politieke ministeriële verantwoordelijkheid (42 lid 2 GW).
- Vertrouwensregel.
- Ontbindingsrecht regering (64 GW). Zelfstandig recht, wordt gebruikt naar
aanleiding van een overleg met de Tweede Kamer. Actueel. Artikel 64 GW
wordt gebruikt als het kabinet valt en men vervroegde verkiezingen
aanvraagt. Wordt ook gebruikt met het oog op grondwetsherziening. In het
laatste geval worden de verkiezingen vaak gehouden samen met de
algemene verkiezingen.
Kabinet:
- Onderscheid regering en kabinet. Regering is Koning + ministers. Kabinet
is geen grondwettelijke term. Kabinet is ministers + staatssecretarissen.
Totstandkoming kabinet:
1. Kabinet dient ontslag in.
2. Verkiezingen.
3. Onderhandelingsproces. Tussen informateurs en Tweede Kamer voorzitters.
Informateurs kijken naar de verschillende opties en wat de meest voor de
hand liggende optie is.
4. Formateur -> gaat het Kabinet definitief vormen. Art. 11.1 RvOTK.
Procedure voor 2012 en procedure na 2012 -> doorverwijzing naar uitwerkingen
leerdoelen casus 1.
Regelgeving:
AVV = algemeen verbindend voorschrift = wet in materiële zin.
- Niet gericht tot bepaalde (rechts)personen.
- Vatbaar voor herhaalde toepassing.
- Externe werking.
AWB is een AVV.
AVV op rijksniveau:
- GW.
- WIFZ.
- Algemene maatregelen van bestuur.
- Kleine koninklijke besluiten.
- Ministeriële regelingen.
Op decentraal niveau:
- Provinciale verordeningen.
- Gemeentelijke verordeningen.
Algemene maatregel van bestuur is vastgesteld door koninklijk besluit:
- Art. 4 reglement van orde, moet worden besproken in de ministerraad.
- 73 GW, Raad van State moet worden gehoord voor advies.
- Art. 4 Bekendmakingswet, publicatie.
Kleine koninklijke besluiten:
- Art. 4 Bekendmakingswet.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StèphanvPu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.