Uitgebreide samenvatting van het vak inleiding tot de psychologie aan de Universiteit Gent, met deze samenvatting was ik er van de eerste keer door. Prof: Wim Notebaert
Inleiding tot de psychologie
1. Wat is psychologie?
1.1. Een definitie van psychologie
Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag
ten grondslag liggen.
Informatieverwerking is studieobject, eerder dan gedrag
1.2. Ontwikkelingendie de psychologie mogelijk gemaakt
hebben
16e-17e eeuw: ware kennis = systematische observatie en ingrijpen in de wereld
Wetenschappelijke revolutie (vermindering macht kerk, boekdrukkunst, …)
Copernicaanse revolutie
Eerste wetenschappelijke studies over het menselijk functioneren: menselijke
informatieverwerking?
De persoonlijke fout (astronomie 1796): telescoop
Snelheid van informatietransmissie (verwerking) in de zenuwen: Hermann Von
Helmholtz, meten snelheid zenuwimpulsen
Onderzoek van Donders (uitbreiding naar de mens): fysiologische tijd mentale processen
Mentale chronometrie: A-B-C-reactie: hangt af van discriminatie, waarneming en keuze antw
in de praktijk: verkeerslichten
Zo vindt hij hoelang het duurt voor perceptuele discriminatie (vb)
substractiemethode
1.3. Ontstaan psychologie
Wundt (1832-1920)
Eerste psychologische onderzoekslaboratorium begin wetenschappelijke psychologie
Binet
Toegepaste psychologie (intelligentietest)
Behaviorisme
Gedrag van mensen bewustzijn
John Watson 1913: Psychology ast the behaviorist views it
Positivisme: operationele definitie, onderscheid afhankelijke en onafhankelijke
variabelen (S-R psychologie, stimulus en reactie)
Visie: enkel meetbaar, observeerbaar gedrag kan het studieobject zijn van psychologisch
onderzoek en theorievorming, geen plaats voor vrije wil
Methode
Afhankelijke (respons) en Onafhankelijke (stimulus) variabelen (S-R)
Beschrijven v precieze relatie = oorzaak-gevolg
Operationele definitie v d variabelen
Manipulatie v OV en effect meten op de AV
Mens = beloningsschema’s (Skinner)
S-C-R psychologie (cognitief wel vrije wil)
1.4 Onderzoeksmethoden van de psychologie
Beschrijvend onderzoek = observeren en beschrijven
Naturalistische observatie
Gedrag wordt systematisch geobserveerd in een natuurlijke context
Voorbeeld: Blatchford invloed van de klasgrootte
Brengen van adviezen die op evidentie gebaseerd zijn
Wordt ook vaak gebruikt door antropologen (bestuderen gedrag v/d mens in
natuurlijke omgeving)
Nadeel: anders gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden
1
, Reactieve gedragingen: aanwezigheid onderzoeker heeft invloed op het
geobserveerde gedrag
Vragenlijsten
Weerspiegelen indrukken ondervraagde, stemt niet noodzakelijk overeen met
de realiteit
Interviews
Gestructureerd/ongestructureerd interview
Wanneer onderzoekers een nieuw onderwerp aansnijden
Zicht krijgen op belangrijke factoren
Helpen om gedrag te beschrijven
Voorbeeld Martin: indeling klaslokaal
Nadeel: perceptie geïnterviewde en kan vertekend worden door sociale
wenselijkheid (o.a. doordat interview niet anoniem is)
Opiniepeilingen = een inventaris van de opinies bij een representatieve steekproef van
de bevolking, op basis waarvan men conclusies trekt over de hele populatie.
Cruciaal: representatieve (onpartijdige) steekproef
Bv. blunders bij verkiezingsuitslagen, reden: sommige bevolkingsgroepen
makkelijker te bereiken, en meer bereid om mee te doen
Helpen om psychologische fenomenen te begrijpen (bv. Welk percentage van de
bevolking gaat naar een psycholoog)
Nadeel: perceptie ondervraagde (bv. over seksualiteit), subjectiviteit vragen en
neiging antwoorden geven die sociaal wenselijk zijn
Psychologische tests
Gestandaardiseerde tests = procedures voor het meten van vaardigheden of
eigenschappen die aan een zorgvuldig en uitgebreid vooronderzoek
onderworpen werden
onderzoeker heeft duidelijk beeld van de scores die verwacht kunnen worden
Bv. intelligentietests
Meten van mentale stoornissen, beroepsinteresses,…
Blatchford: verschil niveau tussen de leerlingen in verschillende klassen?
Archiefdata
Bv. Rivkin: kon gebruikmaken van gegevensbestand openbare scholen in Texas
invloed klassengrootte en leerkracht
Gevalstudies
Indien men niet genoeg proefpersonen heeft (uitzonderlijk geval)
Intensief, gedetailleerd onderzoek over één persoon of één gebeurtenis, in de
hoop principes te vinden die gelden voor het fenomeen in het algemeen
Bv. bij hersenaandoeningen, Freud gebruikte dit ook bij zijn psychoanalyse
Kwalitatief onderzoek
Voorgaande onderzoeksmethodes: nadruk op verzamelen van gegevens, die in
cijfers uitgedrukt en in overzichtstabellen weergegeven kunnen worden
Hermeneutische hoek: complexe realiteit kan niet in cijfers uitgedrukt worden
Gesprek met cliënt of focusgroep (gelijkaardige situatie) analyseren en
interpreteren
Onderzoeksprocedure kan veranderen: voorafgaande theorieën kunnen
interacties psycholoog kleuren
Correlationeel onderzoek: verbanden vaststellen en voorspellen
Onderzoeken correlatie tussen variabelen: verband vaststellen en voorspellen
Geen oorzaak-gevolg verband
Bv. hoe hoger de consumptie van chocolade, hoe meer nobelprijswinnaars
gewoon rijkere landen
Correlatie tussen A en B kan geïnterpreteerd worden als: A is de oorzaak van B, B
is de oorzaak van A, of A en B worden beïnvloed door dere variabel
Er zijn bijna altijd nog extra invloeden
2
, Experimenteel onderzoek: Onderzoeker manipuleert een (onafhankelijke) variabele en kijkt of dit
een effect heeft op een andere (afhankelijke) variabele
1.5 Het belang van biologische factoren voor de verklaring van
menselijk gedrag
Alle informatieverwerking (sensaties, motorische handelingen, bewuste ervaringen,…) is een
gevolg van hersenactivatie, hedendaagse psychologie maakt veel gebruik van fysiologische
metingen cognitieve neurowetenschappen
Oogbewegingen en pupilgrootte (hoe interessant/opwindend we iets vinden)
Heat maps: waar mensen het vaakst naar kijken
EEG: meten elektrische activiteit hersenen (neuronen geven elektrische veranderingen)
“error monitoring”: hersenen weten dat je een fout maakt
Singel cell recording: elektrische activiteit in één cel meten
Visuele waarneming: decompositie
Cellen reageren bij één compositie
PET: hersenen in actie zien, waar het meeste zuurstof wordt verbruikt
geen beeld v orgaan maar v wat dat orgaan aan het doen is
MRI: zelfde info maar andere techniek meer activiteit bij moeilijkere
condities
Andere technieken, autonoom zenuwstelsel: hartslag en bloeddruk
EMG: elektrische activiteit spieren meten
Evolutie van technieken en methoden: wetenschappelijke studie van gedrag: wat niet meetbaar
is behoort niet tot de hedendaagse wetenschap bv. bewustzijn, vrije wil,…
1.6 Cognitief aspect
Informatie verwerken en leren uit ervaringen, gedrag verandert op basis van wat we meemaken.
behaviorisme: S-R
Het ontstaan van de cognitieve psychologie
Informatieverwerking = centraal thema
Natuurwetenschappelijke onderzoeksmethode (cf. behaviorisme)
Systematische observatie
Kritische toetsing verklaringen
cognitieve psychologen
Bv. Ontwikkelingspsychologen: verandering cognitieve processen
Error related negativity: negatieve ERP component 100ms na een fout
Fout (S) ERN (R)
Verwachting (S-C-R)
C: bijleren gedrag aanpassen
Doelgericht gedrag mogelijk door informatiefeedback
1.8 Biopsychosociale model
Biologische, psychologische en sociale factoren spelen een rol bij elke menselijke activiteit. We
kunnen de mens niet begrijpen zonder te letten op 3 invloeden
De effect sizes: uniek effect v/e variabele i/d psychologie zeer klein
1.9 Psychologie in de samenleving
psychologisering v/d maatschappij
= toegenomen belang van psychologische variabelen en verklaringen in menselijke
relaties (individualisering maatschappij + verzorgingsstaat)
psychologische termen worden in alledaagse taal gebruikt
veel aandacht voor psychologisch onderzoek in de media
beeld v/d psycholoog: stereotiep, psychologische kennis = gemakkelijk
emoties, sociale relaties en persoonseigenschappen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annaderuyver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.