Dit is een samenvatting van al het behandelde van het keuzevak criminologie aan de Radboud Universiteit. De samenvatting omvat al het verhandelde op de hoorcolleges, alle opgegeven stof uit 'Metajuridische perspectieven op de rechtsstaat, A-deel', alle opgegeven stof uit 'Basisboek criminologie' en...
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 en 2 – Interdisciplinaire kijk op rechtsstaat......................................3
Inleiding............................................................................................................... 3
Perspectieven op het recht.............................................................................. 3
Begrippen......................................................................................................... 3
Rechtssociologie en rechtsstaat..........................................................................4
Wat is rechtssociologie?................................................................................... 4
Benaderingen van het recht............................................................................. 5
Studievragen.................................................................................................... 6
Rechtscriminologie en rechtsstaat......................................................................6
Wat is criminologie?......................................................................................... 6
Wat is criminaliteit?.......................................................................................... 7
Criminologische perspectief op de rechtsstaat................................................7
Rechtsfilosofie en rechtsstaat............................................................................. 8
Rechtsfilosofie en discriminatie........................................................................8
Twee soorten vragen........................................................................................ 9
Hoorcollege 3 en 4 – Empirisch onderzoek...........................................................10
Wat is empirisch onderzoek?..........................................................................10
Belang en functie van theorie........................................................................11
Inleiding: wat is een vraag- en doelstelling?..................................................11
Methoden....................................................................................................... 12
Kwantitatief onderzoek.................................................................................. 13
Kwalitatief onderzoek..................................................................................... 14
Beoordeling onderzoek.................................................................................. 14
Tentamenvragen............................................................................................ 14
Hoorcollege 5 – Inleiding & aard en omvang criminaliteit....................................15
Geschiedenis van de criminologie..................................................................16
Aard en omvang van criminaliteit..................................................................16
Hoorcollege 6 – Criminologische onderzoeksmethoden.......................................17
Onderzoeksvragen......................................................................................... 18
Dataverzamelingsmethoden..........................................................................18
Uitdagingen bij het voeren van onderzoek.....................................................20
Hoorcollege 7 – Biosociale en psychologische verklaringen voor criminaliteit.....21
Stromingen..................................................................................................... 21
Biosociaal perspectief/onderzoek...................................................................21
Psychologisch perspectief/onderzoek.............................................................22
,Hoorcollege 1 en 2 – Interdisciplinaire kijk op
rechtsstaat
Inleiding
Perspectieven op het recht
Afgelopen jaren heeft de nadruk gelegen op het positieve, geldende recht (rechtsgeleerdheid). In
deze cursus is het de bedoeling om vanuit een ander perspectief te kijken naar het recht. Bruinsma:
Rechtscriminologie en rechtssociologie houden zich bezig met hoe recht in de praktijk werkt
o Feitelijke, empirische vragen: hoe werkt het, wat is het gevolg ervan?
o Kijken naar het recht als toeschouwer, zij zien dat pretenties van het recht lang niet
altijd worden waargemaakt
Rechtsfilosofie houdt zich bezig met hoe het recht zou moeten luiden, wat is rechtvaardig?
o Normatieve vragen
o Kijken naar het recht als toeschouwer, mag de doodstraf?
Uit feiten kun je geen normen afleiden en andersom. Er zijn nog twee andere perspectieven, maar
deze hebben een internationale component:
Rechtsvergelijking: hoe luidt het (positieve) recht in verschillende samenlevingen?
Rechtsantropologie: hoe werkt het recht in verschillende samenlevingen?
Begrippen
Rechtsstaat
o Overheid is ook aan het recht gebonden, rule of law, grondrechten gegarandeerd,
onafhankelijke rechtspraak, democratische verkiezingen
o De legitimiteit van het recht moet voorop staan binnen een rechtsstaat. Als je wilt
onderzoeken of Nederland een rechtsstaat is, zul je een aantal dingen moeten doen:
1. Je moet definiëren wat een rechtsstaat is, je zult criteria moeten opstellen
2. Vervolgens moet je kijken naar wetten, of die criteria daarin zijn opgenomen.
3. Daarna moet je kijken of deze normen ook in de praktijk worden toegepast, bv.
toeslagen. Je kunt ook nagaan welke ideeën over de rechtsstaat er bestaan
Interdisciplinair
o Discipline = vakgebied, maar ook onderzoeksmethode
o Interdisciplinair is dus vakoverstijgend of methodeoverstijgend
Bestudering
o Bestudering = op wetenschappelijke wijze kijken naar een fenomeen
o Wat is wetenschap?
Streven naar waarheid, zo veel mogelijk objectiviteit en daarom bij voorkeur
metingen door verschillende personen (= intersubjectief)
Verklaring van fenomenen (oorzaken achterhalen)
Streven naar generaliseerbare kennis (algemene gelding)
o Bediscussieerbaar of rechten dus een wetenschap is
Wat is interdisciplinaire bestudering van de rechtsstaat?
Wetenschap hangt af van de context en het perspectief: zo kan iemand een collegezaal zien als
homogene groep, maar tegelijkertijd zijn daarbinnen ook subgroepen te definiëren vanuit het
3
,perspectief van de student. Triangulatie van methoden = combinatie van verschillende manieren van
dataverzameling. Dit is nodig omdat er dus niet één waarheid bestaat, je hebt dan completer inzicht.
Verschillende soorten vragen
1. Juridische vragen
Vragen naar het positieve recht
2. Rechtsfilosofische vragen
Conceptuele vragen = definitie van
concepten, bv. wat is een rechtsstaat?
Normatieve vragen = hoe richten we
samenleving op een rechtvaardige
manier in?
3. Criminologische vragen
Empirische en feitelijke vragen
4. Rechtssociologische vragen
Empirische en verklarende vragen,
maar gericht op invloed recht op maatschappij en andersom
Waarom werkt verbod op discriminatie niet? Wat is de invloed van protesten? Hoeveel
discretionaire ruimte heeft de politie en hoe gebruiken zij deze?
Rechtssociologie en rechtsstaat
Wat is rechtssociologie?
Rechtssociologie = de sociaalwetenschappelijke bestudering van de wisselwerking tussen het recht en
de samenleving
Enerzijds onderzoek naar de sociale werking van recht: invloed van het recht op samenleving
o Vaak effectiviteitsonderzoek, kijken naar naleving van regels, doen marktonderzoek,
kijken naar beoogde effecten, ook naar de niet-beoogde effecten en causaal verband.
o Bv. wat zijn de doelen van een totaalverbod op het lozen van PFAS?
Wat zal er in de praktijk wijzigen, zijn wijzigingen een gevolg van totaalverbod
(causaliteit of correlatie), wat zijn de (neven)effecten? Positief of negatief?
o Effectiviteit heeft drie uitleggen:
Effectiviteit in enge zin: worden de regels nageleefd? Directe effecten
Effectiviteit in ruimere zin: wordt het doel bereikt? Indirecte effecten
Zijn er ook neveneffecten: deze kunnen positief en negatief zijn
o Hoe is de sociale werking van de onderzochte normen van de rechtsstaat of een
gebrek daaraan te verklaren? Denk bv. aan gebrek aan legitimiteit.
o NB: speciale effecten (voor één persoon) en generale effecten (hele groep)
Anderzijds onderzoek naar sociale genese (productie/verhouding) van recht: de invloed van
de samenleving op het recht
o Kijken naar welke actoren meespelen bij de totstandkoming van regels: hoe is de
wetgeving tot stand gekomen? Kijken naar actoren en factoren.
o Actoren: wat waren hun doelen, strategieën, tegenkrachten? Tot welke normen
hebben hun acties geleid?
o Factoren: waaruit blijkt de invloed, welke tegenfactoren? Tot welke normen hebben
die factoren geleid?
Derde onderzoek is werking van juridische instituties
4
, o Hoe werken ze, wat zijn hun doelen, hoe proberen ze die te bereiken, hoe succesvol
zijn ze daarin? En hoe is dat de verklaren?
Schuyt: aspiraties van het recht vormen inspiratie voor de rechtssocioloog
Benaderingen van het recht
Verschillen tussen de juridische en empirische benadering van het recht, zijn:
Dimensie Juridisch Empirisch
Onderzoeksdoelen Praktijkgericht en normatief Beschrijvend en/of verklarend objectief
Maar: ook rechtstheoretisch zoals Maar: ook normatieve studies zoals
natuurrechtelijk/rechtsvergelijkend ‘critical legal studies’
Perspectief Intern: volgen juridisch systeem Extern: onderzoeken van buitenaf,
(en bepalen normatieve positie zonder eigen normatieve positie
daarin) Maar: kan ook samen gaan
Maar: kan ook samen gaan
Methode Geesteswetenschappelijk, Sociaalwetenschappelijk (meer
hermeneutisch (tekst centraal) systematisch en repliceerbaar)
Kennisclaims Gebonden aan autoriteit (bv. HR of Persoonsonafhankelijk en universeel
gezaghebbend jurist), tijd en plaats Maar: autoriteit kan ook een rol spelen
Maar: autoriteit is niet alles
Drie soorten empirische benaderingen
Benadering Uitgangspunten
Recht als instrument (top-down) Centrale vraag: hoe kan het recht effectief bijdragen aan
gedragsverandering of maatschappelijk verandering?
Sociological jurisprudence: Recht moet Empirische bestudering van het geldende recht
overeenkomen met de heersende sociale normen, Dienstbaar aan de rechtspraktijk
deze bepalen dus. Nadruk op sociaalwetenschappelijke methoden i.p.v.
Legal realism: gebruik sociaalwetenschappelijke nadruk op theorieën
methoden om misstanden bloot te leggen. Bestudering van de sociale werking van het recht, bv. de
ELS: reconstructie bepaalde gedragsconsequenties effectiviteit van verschillende handhavingsinstrumenten
die onder wetgeving liggen, anaylse praktijk,
gevolgen
Rechtspluralisme (bottom-up) Centrale vraag: hoe gezaghebbend/invloedrijk zijn parallelle
normsystemen waarvan sommige als recht worden
Bv. pluralisme in een nationale, koloniale of aangeduid en andere niet en hoe verhouden deze
transnationale context normsystemen zich tot elkaar? Bestudering semiautonome
velden en wisselwerking met rechtsorde.
Bestudering van de sociale werking van het recht, bv. of
sociale normen van lokale netwerken resulteren in naleving
Recht en samenleving Centrale vraag: hoe beïnvloeden recht en samenleving
elkaar
Durkheim en Marx Nadruk op sociaalwetenschappelijke theorieën
Bestudering van de sociale genese/productie van het recht,
onderzoek naar wisselwerking politiek/economie/toezicht
De rechtsstaat van onderop (zie ook hierboven)
Instrumentalistisme = regels van de Staat om
gedrag van burgers te sturen naar een doel te
bewegen.
Top-down = kijkt vanuit het perspectief van de
wetgever. Kritiek hierop is dat de wetgever
niet de enige is die dingen bepaald.
5
, Sociale werking van wetgeving = het gaat om de betekenis van een wettelijke regel in concreto
Bottom-up: kijken naar de mensen zelf, doen ze iets omdat het moet van de wetgever of vanwege
iemand anders of vanwege bijv. de economische situatie.
Rechtssociologie is met onderzoek naar sociale werking dus meer bottom-up aan het kijken, in het
geval van de sociale werking van wetgeving.
Rechtssociologische vragen over de rechtsstaat
1. Wat zijn de sociale processen die de realisering van de rechtsstaat bepalen?
2. Hoe verhouden zich de principes van de rechtsstaat zich tot de eigenschappen van de sociale
structuur, waarin het principe opereert? (= zijn principes niet alleen gecodificeerd, maar
worden ze ook belichaamd in concrete handelingen, acties en beslissingen?
3. Hoe gedragen machthebbers zich?
Legaliteit en legitimiteit
De rechtssocioloog is meer geïnteresseerd in legitimiteit dan in legaliteit.
Legitimiteit = algemene bereidheid om door de overheid gestelde normen of beslissingen te
aanvaarden, ongeacht de inhoud ervan
o bereidheid tot aanvaarding, op basis van vertrouwen
Legaliteit = van overheidsbesluiten en overheidsoptreden is gebaseerd op wettelijke
bevoegdheden en in overeenstemming met geldende regels en voorschriften?
o Bereidheid tot aanvaarding, op basis van wettelijke bevoegdheid
Legaliteit kan samenvallen met legitimiteit (politie regelt het verkeer), maar kunnen ook langs elkaar
heen lopen (burgers Hongarije geen vertrouwen in overheid, wel legaal).
Studievragen
1. Formuleer een normatieve en een empirische onderzoeksvraag over het thema verplicht
statiegeld op plastic flessen
a. Moeten alle flessen worden ingeleverd, welke boetes? = normatief
b. Hoe is deze wetgeving tot stand gekomen, actoren en factoren? Naleving? =
empirisch
2. Wat is het verschil tussen rechtssociologie en EmpericalLegalStudies?
a. P. 33: rechtssociologie heeft een extern perspectief (onderzoek op basis van praktijk),
bij ELS staan theorieën centraal over invloed samenleving/praktijk
3. Wat is een semi autonoom sociaal veld? Geef een voorbeeld. Waarom is het nuttig voor de
wetgever om te weten van welke semi autonome sociale velden de normadressanten van
specifieke wetgeving deel uitmaken?
a. P 37: groep mensen die het vermogen heeft eigen regels op te stellen (bv. school),
maar die ook gebonden zijn aan het statelijke recht. Als een wetgever een regel wil
maken die botst met die eigen regels, dan weinig naleving en effectiviteit
Rechtscriminologie en rechtsstaat
Wat is criminologie?
Een wetenschap, in het bijzonder een objectwetenschap
o Object = criminaliteit en de reacties hierop
o Er wordt gekeken naar het functioneren van de overheid, de definitie van criminaliteit en
wat burgers ervan vinden.
o Deze wetenschap is op de praktijk gericht.
Multidisciplinaire wetenschap met deelgebieden:
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjelangman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.32. You're not tied to anything after your purchase.