100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: pathologie CWZ en TWZ $3.78   Add to cart

Summary

Samenvatting: pathologie CWZ en TWZ

 30 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting les pathologie CWZ en TWZ

Preview 4 out of 32  pages

  • March 21, 2020
  • 32
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Pathologie CWZ en TWZ
THORACAAL:

1. Typische anatomische structuur thoracale wervel
 Zelfde delen als lumbaal
 Corpus ligt hoger en lateraal meer uitgehold
 Fovea costalis = gewrichtsvlak dorsolateraal van de sluitplaat, bedekt met kraakbeen
en vormt de verbinding van de rib met het wervellichaam
 Fovea costalis transversalis = gewrichtsvlak op PT voor tweede verbinding met rib
 Gewrichtsvlak op de facetten:
o Superieur: naar boven, lateraal en achter
o Inferieur: naar onder, mediaal en voor
 T12 = overgang met lumbale wervelzuil
o Corpus maar 2 gewrichtsvlakken: op dorsolaterale deel bovenste sluitplaat
voor gewricht met caput costae
o Facies articularis inferior andere oriëntatie want moet op lumbaal passen:
naar lateraal, voor en iets convex gevormd
 Facetgewrichten: 60° tov horizontale + 20° tov frontale
 Corpus tov PS: regel van drie (cf. Poffyn)
 2 Synoviale gewrichten die met rib articuleren:

o Articulatie capitis costae:
 Tweekamerig synoviaal
= verbindingsplaats rib boven- en onderzijde van 2 wervels
 Lig. Intraarticulare: van rib naar discus
 Lig. Capitis costae radiatum (versterkt gewricht: bovenste, middelste
en onderste bundel)
 Tussen kop rib, discus en corpus

o Articulatie costatransversaris:
 PT
 + tuberculum costae
 3 ligamentaire bundels lig costotransversaria :
- Lig. Costotransversarium
- Lig. Costotransvers laterale
- Lig. Costotransvers superius
 Tussen tuberculum rib en PT van onderliggende wervel

 ROM thv verschillende segmenten WZ: rotatie heeft grootste amplitudo
 Flexie/extensie: principes van bij lumbaal
 Extensie: rek ALL + nucleus naar voor in discus + dichter komen PS en PA
 Flexie: rek PLL + nucleus naar achter in discus (wekedelenremming) + verder komen
PS en PA
 Lateroflexie:
o Concaaf:
 dichterbij komen van de facetgewrichten  beenderige rem
 intercostaalruimte wordt kleiner + chondrocostale hoek van rib tien
wordt kleiner

1

, o Convex:
 verschuiven ene zijde tov andere + spanning op ligamentum
transversarium + facetkapsel  wekedelenrem
 intercostaalruimte wordt groter + chondrocostale hoek van rib tien
wordt groter
o TWZ beweegt mee met de borstkas
 Flexie:
o Alle hoeken worden groter: onderste costale, sternale en chondrocostale
hoek
 Rotatie:
o beweging rondom as die in midden van het corpus ligt  grote torsie thv de
discus (<-> lumbaal want daar meer verschuiving van de discus).
o Torsie zou groter zijn moest er geen bijkomende rem zijn door de ribben.
o Concaviteit van de ribben stijgt homolateraal
o Chondrocostale concaviteit stijgt heterolateraal
o Chondrocostale concaviteit daalt homolateraal
o Costovertebraal: verbinding rib + wervel thv articulatio costotransversalia en
de articulatia capitis costae  functionele eenheid
o Laag in onderste ribben: as verloopt meer sagittaal  verbreding rib
 transversale verbreding (bucket handle)
o Hoog in bovenste ribben: brengt verhogen WZ teweeg + verdiepen borstkas
thv bovenste delen
 ventrodorsale verbreding (pump handle)
m.a.w.: bij heffen ribben zowel dwarse deel onderste ribben + ventrocaudale
as bovenste ribben zal uitzetten.
 Typische innervatie thv thoracale WZ = n. intercostalis: tussen twee ribben tot
helemaal vooraan + splitst in specifieke huidtakken

2. Syndroom van Tietze
 Geïsoleerde en goedaardige zwelling thv de voorzijde van 2 de en 3de costosternale
gewricht: T2-T3 met overeenkomstig costosternale gewricht 2 en 3
 Vroeger: postviraal?
 NU: eerder gevolg van een overdreven extensie-lateroflexie-rotatie van het
desbetreffend thoracaal segment  mechanisch probleem
 (ribrotatie tgv vertebrale fixatie)
 R/: mobilisatie costovertebraal, conservatief met pijnmedicatie, ontstekingsremmers,
inspuiting
 = costosternale disfunctie eerder dan virale aandoening

3. Facettaire dysfunctie
 Ontstaat vaak tgv verkeerde beweging op thoracaal niveau
 Flexie en/of extensie gecombineerd met rotatie-LF
 Mechanisch patroon (soms ook inflammatoire kenmerken)
 Gelokaliseerde pijn op desbetreffend niveau gepaard gaand met gerefereerde pijn
naargelang niveau (paravertebraal in regio facetgewrichten  lokale myalgie en
gerefereerde pijn)
 R/: mobilisatie van het segment


2

,4. Costovertebrale dysfunctie
 Analoog, vaak ademhalingsgebonden pijnklachten bij diepe in- en expiratie, want
ribben bevestigd thv de wervellichamen waardoor deze bewegingen pijn kunnen
veroorzaken
 Gerefereerd patroon naar ventraal
 R/: mobilisatie

Investigaties vaak negatief  botscan – spect/CT: niks te zien op RX/MRI 
scintigrafie/spect/CT doen om hypercaptatie te lokaliseren.
Bij beide pijnresistente pathologieën eventueel naar de pijnkliniek.

5. Groeiziekte: ziekte van Scheuermann
 Groeiziekte van de wervel thv de ventrale zijde van de sluitplaten (meestal 4-6
wervels midthoracaal)
 Centrale defecten: Schmorl impressies-noduli  thv middenste derde van de
sluitplaat
 RX: Vernauwde intervertebrale ruimte met aantasting voorste 3 de van de sluitplaat
van de desbetreffende wervel, onregelmatige omtrek voorste 3 de van aangetaste
wervels, onvoldoende ossificatie, soms destructie van eindplaat
 Geen duidelijke relatie tussen spinale osteochondrose en RX
 Optredend op jeugdige leeftijd
 Voornamelijk interscapulaire dorsalgie en dorsolumbalgie van mechanische aard
 R/: conservatief, spierversterkend, houdingscorrectie, eventueel brace (en operatie
zeer zeldzaam)
 Probleem: thoracale hyperkyfose met verkorting van pectoralisspieren, psoas en
hamstrings als complicatie
 R/: rekkingen PMi en PMa + mobilisaties WZ + spierversterkende oefeningen
thoracale rugstrekkers en scapula-adductoren (rhomboïdeï) + houdingsinstructies
ADL
Sport: geen kyfoserende sporten zoals hockey, roeien, gevechtssporten, maar
wel aan te bevelen: zwemmen (schoolslag)
 Ook vaak manifestatie thv TLO:
o Geen duidelijke kyfose
o Verder verstrijken lumbale lordose
o Flat-back fenomeen = afgevlakte rug
o Vaak vroegtijdige discopathieën
o Behandeling analoog maar minder gunstig dan thoracaal
 houdingscorrectie

6. Discogene aandoeningen
= discus-gerelateerde pathologie
 Slechts 2% echte discale aandoeningen zijn thoracaal
 Thoracaal houdingssyndroom
o Mechanisch pijnsyndroom
o Zitten werk in gekyfoseerde houding
o Druk op PLL en dura met secundaire paravertebrale spierpijn + voorwaartse
verplaatsing van de discus


3

, o Centrale thoracale pijn, toenemend in de loop van de dag, geen NP
 voornamelijk bij zit, geen nachtelijke pijn, tillen van zware gewichten doet
pijn stijgen.
o Klinisch OZ: weinig relevant
o R/: correctie houding, spierversterkend rugstrekkers en rhomboïdeï

 Discusprotrusie/prolaps
o Meestal na trauma, door axiale krachtinwerking (val op stuit, opheffen zwaar
voorwerp met thoracale zuil in flexie)
o Gelokaliseerde paravertebrale pijn voornamelijk na lang zitten of bij
voorovergebogen houdingen, in lig geen problemen
o Zelden uitstraling
o Hoesten en niezen doet klachten toenemen
o Rotatiebeweging vaak pijnlijk (AP bij klinisch onderzoek)
o Uitvoeren actieve anteflexie: pijn stijgt
o Bij voldoende druk: irritatie op n. intercostalis: intercostaal neuralgie (druk
naar posterieur of lateraal)
 DD maligne tumoren (mediasternale of paravertebrale)/zona
 Indien links gelocaliseerd: vaak verwarring met myocard infarct
o Diagnose via CT/MRI
o R/: conservatief: mobilisatie, tractie, spierversterkend rugstrekkers en
scapula adductoren, eventueel thoracale epidurale infiltratie onder scopie

7. Artrosis deformans
 Mechanische klachten
 Secundaire mobiliteitsbeperking met vaak overeenkomstige myalgie 1
 Soms lokale radiculaire pijn tgv foraminale stenose (zeldzaam)
 Vaak gerefereerde pijn naar de hemithorax of naar abdomen

8. Pseudoradiculair
= gerefereerde pijnen vanuit de thoracale WZ of thorax en ingewanden
 Wanneer bepaalde gerelateerde regio’s van de geblokkeerde segmenten pijn geven
in het overeenkomstig myotoom, sclerotoom, viscerotoom, dermatoom
 Somatoviscerale pijnen door thoracale problemen, gerefereerde pijn naar thorax of
abdomen
 De fysiopathologie:
tgv een prikkel in de ingewanden ontstaat via de viscero-afferente vezel een
connectie naar 1 of meerdere RMsegmenten waarbij een viscerale pijn ontstaat.
Vanuit het RMsegment zijn volgende connecties mogelijk:
o Prikkel gaat via de achterhoorn naar de pijnbanen hoog naar de hersenen,
waar subjectief pijngevoel ontstaat. Pijn wordt geprojecteerd thv de
overeenkomstige huidzone van hetzelfde huidsegment = gerefereerde pijn
o Prikkels kunnen thv het RMsegment ook overschakelen naar de
motorneuronen en bijhorend myotoom waardoor op deze manier een
hypertonie ontstaat in de overeenkomstige spieren.


1
Spierpijn

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kinesvn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.78
  • (0)
  Add to cart