100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Colleges hedendaagse literatuurtheorie $3.23   Add to cart

Class notes

Colleges hedendaagse literatuurtheorie

 45 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle hoorcolleges en werkcolleges van het vak Hedendaagse literatuurtheorie. Dit zijn alle aantekeningen die je nodig hebt voor het tentamen.

Preview 3 out of 15  pages

  • March 21, 2020
  • 15
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Colleges Hedendaagse
literatuurtheorie
Hoorcollege week 1
Theorie: systeem van denkbeelden, hypotheses, grondregels, systematiseren en vanaf een
afstand bekijken, stelling bewering, opvatting.
Bèta theorie: gaat over voorspellen.
Alpha: niet zozeer over voorspellen.

Van belang voor literatuurtheorie:
- Generalisering.
- Een set aannames voordat je begint met interpretatie: aannames leren herkennen.
- Zowel onderzoek naar literariteit als theorieën over literatuur en maatschappij.
- Er is een verschil tussen generaliseren en interpretatie, maar ook een relatie.
- Theorie is altijd een bepaalde opvatting over de wereld, wordt beïnvloed door de
mensen die de teksten schrijven.

Hedendaagse
- Vertrekken vanuit het nut van theorie voor het bestuderen van ​literatuur​.
- Een te grote geschiedenis voor de cursus, dus kiezen voor voorbeelden.

Leitch: laat schematisch zien welke studies en velden er nu allemaal zijn.
- “Pak drie velden en je hebt een nieuwe studie.”
- Theorie is als reflecteren op en formuleren van de basisaannames van het
onderzoek.
- Theorie is de plek waar literatuurwetenschappers reflecteren op eigen lezingen en
hoe aannemelijk die zijn.
- Theorie is een metataal geworden van literatuurwetenschappelijke praktijk: je kan
zien vanuit welk perspectief iemand aan het schrijven is.

Citaat Leitch over theorie:
- Theorie heeft twee kanten:
- Kijken naar wat is literatuur (mechanisch).
- Wat doet literatuur in de samenleving.
- Unmasterable yet knowable
- Het hedendaagse veld is sterk gedesintegreerd, om het veld te begrijpen
moet je de grote stromingen kennen.

Een pragmatische benadering van theory (context).
- Tegen antitheory en posttheory.
- Einde van de dominante stromingen: is geen crisis.

,De pragmatische kant van theory:
- Welke vraag wil je aan de tekst stellen?
- Welke theorie helpt je daarbij?

Deel 2 van het college: Structuralisme en Barthes
Het perspectief van Barthes:
- Kijk niet alleen naar teksten, maar ook auto’s, etc. (denk aan het gelezen artikel).
- Hij kijkt daarnaar alsof het een taal is (denk bijv. aan taal van kleding).
- Om Barthes’ structuralisme te begrijpen moeten we kijken naar de taalkunde
(Saussure).

Ferdinand de Saussure:
- Grondlegger van een discours waarbinnen later vanalles gebeurt.
- Hij was klaar met niet systematische manier van bestudering van taal, ging vaak over
geschiedenis van taal → ging op zoek naar wetenschappelijke manier.
- Onderscheidt tussen taal zoals we dat dagelijks gebruiken (in tijd) ​langue,​ daarnaast
heb je ​Parole​: taal als systeem.
- Hij wil weten wat achtergronden van bepaalde keuzes zijn, de systemen zien.
- Taal is conventioneel: taal is niet natuurlijk.
- Wat individuen zeggen, wordt mede bepaald door de conventies van de langue.
- Die conventies vormen de structuur van de taaluiting → onze realiteit wordt deels
geconstrueerd door taal.

Saussure’s teken
- Het teken (sign) is een combinatie van:
- Betekende/ signified (mentaal concept, bijv. boom): wat je denkt bij boom.
- Betekenaar/ signifier (materiële component: klank, schrift, etc.)
- Het verband tussen die twee is arbitrair: er is niet duidelijk waarom een boom, boom
heet.
- Boom is boom, omdat het niet iets anders is (bloem, struik, etc). Betekenis kennen
we negatief en is relationeel.
- Structuur is het geheel van onderlinge relaties.
- Betekenis = verschil gaat vooraf aan identiteit, we kennen tekens dus niet positief,
maar negatief.

Volgens Saussure:
- Relatie tussen betekende (signified) en betekenaar (signifier).

Linguistic turn:
- Verschuiving in literatuur- en cultuurtheorie, vooral vanaf jaren 60 van de 20e eeuw.
- Taal vormt denken en ervaring van de werkelijkheid.
- Taal werkt niet noodzakelijk ‘accourding to the principles wich are those, or wich are
like those, of the phenomenal world (Paul de Man).
- Brede opvatting van taal (alle tekensystemen): je kon bijna alles taal noemen.

Barthes ​Mythologies:​ media analyseren alsof het een taal is. Stapelt betekenissen.

, Hij deed dit als vorm van ideologische kritiek tegen kleinburgerlijke massacultuur.

Hoe wordt Saussure hier toegepast?
- Objecten in een cultuur zijn niet enkel objecten, maar ook een betekenis (het zijn
tekens).
- Deze objecten hebben geen essentiële betekenis, maar een betekenis die ontstaat
door hun relaties met andere tekens.

Denotatie: hoe het ding is neergeschreven, hoe ziet het teken eruit?
Connotatie: betekenissen die daarmee kunnen worden opgeroepen, moet je voor naar de
context kijken (bijv. boom; levensboom, bijbel, etc).

De vragen van Barthes:
- Welke connotaties worden op wat voor manieren opgeroepen?
- Op welke manieren zijn deze connotaties te relateren aan de kleinburgerlijke
ideologie?
- Welke opvatting over de maatschappij wordt hier genaturaliseerd?

Barthes: mythologieën zijn achterliggende structuur.

Barthes voorbeeld Citroen:
- Eerste betekenis (denotatie): de citroen is een auto.
- Tweede betekenis: (Connotatie): de Citroen is goddelijk.
- Kleinburger klimt hoger op de maatschappelijke ladder.

Barthes voorbeeld Romeinse film:
- Eerste betekenis (denotatie): ponyhaar en zweten).
- Tweede betekenis: (connotatie): Romeinse periode, zweten staat voor denken, maar
ook ongemak (samenzweren).
- Kritiek Barthes: bij films alleen historische decors, maar problemen van nu spelen
ook in die films (klopt niet).

Barthes​ Myhtologieën​:
- Geen literatuurwetenschap, maar ‘cultural studies’ (deels literatuurwetenschappelijk
instrumentarium).
- Ideologische kritiek op massacultuur.
- Semiologische ontleding van taal: hoe werken tekens; wat brengen ze teweeg.
- Cultuur als tekensysteem.
- Aandacht voor machtseffecten en ideologische effecten van mythes.


Werkcollege week 1
Tentamen: begrippen en kennis. Ook toepassen.

Lezen als een mier: je ingraven in de tekst.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larskp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart