Het uitvoeren van een onderzoek start met het ontwikkelen van een
onderzoeksplan.
Probleemstelling: wat en waarom?
1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?
3. Theoretisch raamwerk, eventueel weergegeven als
conceptueel model
Onderzoeksontwerp: hoe?
4. Hoe wil je je onderzoek opzetten?
Opzetten: Experiment
Grootschalig veldonderzoek
Etnografisch veldonderzoek
Analyse van de inhoud van teksten
Systematisch literatuuronderzoek en meta-analyse
Gebruik van bestaande data
5. Wat voor data wil je verzamelen?
Dataverzamelingsplan
6. Bij wie wil je die data verzamelen?
Steekproefplan
7. Wanneer wil je die data verzamelen?
8. Waar wil je die data verzamelen?
9. Hoe wil je die data analyseren?
Data-analyseplan
10. Hoe wil je rapporteren?
Probleemstelling
Geeft antwoord op de vraag wat je wilt onderzoeken en waarom je
dat wilt onderzoeken en vanuit welk theoretisch raamwerk jij dat
onderzoek wilt doen (volgorde kan verschillen). Wat, waarom, hoe?;
Paradigma: een stelsel van opvattingen over wat de juiste of beste
wetenschap is, waar een wetenschappelijke theorie aan moet
voldoen en de manier waarop je zo’n theorie zou moeten
ontwikkelen/confronteren met de werkelijkheid;
Theoretisch raamwerk: collectie van concepten en hun samenhang
die jij wilt gebruiken in je onderzoek.
Onderzoeksontwerp
Je legt uit hoe je een antwoord op je vraagstelling wilt verkrijgen en
je beschrijft de methodologische beslissingen waarbij de keuze voor
een opzet eerst gaat over de wijze waarop je je onderzoek wilt
opzetten (bijv. veldonderzoek);
Dataverzamelingsplan: antwoord geven op de vraag wat voor data jij
wilt verzamelen met aard van de data, variabelen
(kwantiatief/kwalitatief) en welk meetniveau;
Je beschrijft hoe je abstract theoretische begrippen
waarneembaar/bevraagbaar wilt maken: operationaliseren
, Voorlopige antwoord bij wie of wat je data wilt verzamelen. Het
steekproefplan beschrijft bij welke eenheden je data wilt verzamelen
en hoe je bijv mensen identificeert en benadert om deel te nemen
aan je onderzoek;
Vooruit kijken wat je wilt doen met de data die je gaat verzamelen;
data-analyse plan > hoe wil je de data analyseren?
Kwantitatief: beschrijvende/toetsende ethiek gebruiken? Welk type
statische model?
Kwalitatief: hoe analyseren?
Rapportageplan: hoe wil je je onderzoek delen met anderen
(tijdschrift,website).
Literatuuronderzoek: voorbereiding op het onderzoeksplan
Het doel van literatuuronderzoek is om de vraagtelling, doelstelling en
theoretisch raamwerk beter geïnformeerd te kiezen.
Onderzoekers leren terugkijken op hun gekozen onderzoeksplan.
Literatuuronderzoek heeft een methodologische en inhoudelijke kant
Methodologisch:
Inhoudelijk: Wie zijn er betrokken bij het onderwerp (stakeholders)?
Op welke kennis en theorieën zijn eerdere diagnoses van het
probleem en oplossingen gebaseerd?
Actuele kennis over het onderwerp: de state of the art.
De probleemstelling
In onderzoek staat een probleem voor een vraagstuk; ook wel
onderzoeksvraag, centraal.
De probleemstelling bestaat uit 3 onderdelen:
1. Vraagstelling: wat wil je weten? (vaak met deelvragen)
2. Doelstelling: waarom uitvoeren en voor wie?
3. Theoretisch raamwerk/conceptueel model: vanuit welk perspectief of
theorie wordt de vraagstelling beantwoord?
De ethische overwegingen zijn ook belangrijk: de werkwijze en gevolgen
van het onderzoek moeten aanvaardbaar zijn, het onderzoek mag
participanten niet schaden en er moet een verdeling zijn tussen last voor
participant en lust voor onderzoekspopulatie als geheel.
De vraagstelling
Welke vraag wil je beantwoorden? Deelvragen specificeren de onderdelen
van de vraagstelling. Er zijn 3 typen vraagstellingen:
1. Beschrijvende: beginnen met woorden als ‘wie of wat’, voor, welke,
wanneer en hoe? Bijv: wat is het percentage dat.. ?
2. Verklarende: waarom, waardoor, hoe komt het, wat is de reden voor?
3. Voorspellende: voorspellingen die je in het onderzoek verwacht aan
te treffen. Tot welke… leidt… en wat gebeurt er als gevolg van..?
Verklarende en voorspellende vraagstellingen zijn causale (oorzakelijke)
vraagstellingen: de vragen naar de oorzaak van een verschijnsel. Verschil
is dat verklarende beginnen bij het gevolg (wat is de oorzaak van Y?) en
voorspellende bij de oorzaak (wat zijn de gevolgen van X?)
Voorwaarden voor causale relaties:
, - De oorzaak moet in tijd voorafgaan aan het gevolg
- De samenhang tussen oorzaak en gevolg moet empirisch
waarneembaar zijn
- Samenhang moet niet kunnen worden weg verklaard door een derde
verschijnsel dat bepalend is voor oorzaak en gevolg
De doelstelling
Geeft aan waarom het onderzoek wordt gedaan.
1. Kennisproblemen: fundamenteel onderzoek. Onderzoek met
wetenschappelijke relevantie: kennis en inzicht krijgen om een
kennisprobleem op te lossen.
Beginnen vaak met vraagstelling>doelstelling>theoretisch
raamwerk
2. Praktijkproblemen. Praktische problemen van mensen zijn het
uitgangspunt. Onderzoekers willen kennis en inzichten aandragen
om tot praktische oplossingen te komen.
Beginnen vaak met doelstelling>vraagstelling
Als kennis of oplossingen relevant zijn voor andere groepen:
maatschappelijke relevantie.
Valorisatie/impact: onderzoekers dienen vooraf aan te geven voor
welke maatschappelijke groepen hun onderzoek waardevol zal zijn
zodat ze een subsidie aanvraag kunnen doen.
Opdrachtgevers spelen vaak een rol bij de formulering van de
onderzoeksvraag
Onderzoeken en resultaten zijn vaak wetenschappelijk en maatschappelijk.
Explorerend onderzoek: als er weinig kennis aanwezig is.
Toetsend onderzoek: nagaan of kennis juist is.
Onderzoek kan beide zijn.
Onderzoek en maatschappelijke ontwikkelingen
Sociaal, economische, politieke en culturele omstandigheden beïnvloeden
de financiering van onderzoek, de motivatie en doelstelling van
onderzoekers en de rol van burgers in onderzoek.
Jaren 70: sociaal- wetenschappelijk onderzoek vanuit het streven naar een
grotere sociale gelijkheid.
Jaren 80: onderzoek naar werkloosheid (economische crisis).
2008 (recessie): werkloosheid werd opnieuw actueel.
Het is te verwachten dat werkloosheid in de jaren 20 van deze eeuw weer
belangrijker zal worden na de coronacrisis. Op andere onderwerpen rustte
een taboe omdat het idee bestond dat Nederland een bijzonder tolerant
land was.
Eind jaren 70: onderzoek naar discriminatie in NL.
Citizen sciences: vrijwilligers verzamelen data voor een onderzoek.
Inclusief onderzoek: leden uit de te onderzoeken populatie dragen bij aan
het bedenken en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.
Het conceptuele model of theoretisch raamwerk
, Theoretisch raamwerk of conceptueel model: De vraagstelling
schematisch weergeven
Kan worden weergegeven als een model: weergave van de
denkbeelden die je gedurende je literatuuronderzoek en werk aan
jouw probleemstelling hebt ontwikkeld.
de begrippen uit je vraagstelling komen terug (en verband
daartussen dmv pijltjes).
De Y-variabele (afhankelijk): de variabele die je wilt verklaren
X-variabele (onafhankelijk): variabele die je voor je verklaring wilt
gebruiken
Ook als er niet gedoeld wordt op causale relaties, spreekt men van X- en Y-
variabelen.
Mediërende factoren: mogelijke antwoorden op de vraag waarom er een
relatie zou zijn tussen variabelen
Wanneer de theoretische inzichten complexer van aard zijn, kan het
helpen om de relaties tussen de bedoelde eigenschappen in conceptuele
modellen weer te geven.
Onderzoeksontwerp
In het onderzoeksontwerp maak je een plan voor de aanpak en de
uitvoering van het onderzoek adhv de volgende punten;
- Wat is de opzet? Hoe wil je de dataverzameling organiseren?
- Wat voor data wil je verzamelen: met welke operationalisaties?
- Bij wie?
- Wanneer?
- Waar?
- Hoe wil je de data analyseren?
- Hoe wil je de antwoorden op de vraagstelling bekendmaken?
Een goed onderzoeksplan eindigt met een tijdsplanning en begroting
(welke middelen en hoeveel geld).
Opzet
Structuur onderzoeksopzet:
- de mate van controle die de onderzoeker nodig heeft
- het tijdsperspectief
- het aantal momenten van dataverzameling
Soorten onderzoek:
- Beschrijvend waarbij je generaliserende uitspraken wilt doen:
grootschalig veldonderzoek
- Causaal: experiment
- Beschrijvend over alledaagse dingen: etnografisch veldonderzoek.
- Mixed methods: grootschalige veldonderzoek en etnografisch
onderzoek.
- Inhoudsanalyse: hoe inhoud in communicatie bestuderen (teksten,
afbeeldingen, video’s)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amarinskok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.