100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden oefententamen Bestuur en Beleid USG 5010 $6.43   Add to cart

Exam (elaborations)

Antwoorden oefententamen Bestuur en Beleid USG 5010

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Antwoorden van het oefententamen voor Bestuur en Beleid: 8,4 behaald!

Preview 4 out of 35  pages

  • November 28, 2024
  • 35
  • 2024/2025
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Antwoorden oefen tt

Week 2

Vraag 1: Rationeel vs. Politiek Beleid

1. Rationeel beleid maken wordt vaak gezien als de ideale manier om
beleid te vormen. a. Leg uit wat wordt bedoeld met ‘bounded
rationality’ en hoe dit concept de beleidsvorming beïnvloedt. (3pt)

o Bounded rationality verwijst naar de beperkingen van
menselijke rationaliteit bij het nemen van beslissingen.
Beleidsmakers kunnen niet alle mogelijke opties en uitkomsten
overwegen vanwege beperkte informatie, tijd en cognitieve
capaciteiten. Dit betekent dat beleidsvorming vaak gebaseerd
is op een beperkte set van informatie en aannames, wat kan
leiden tot suboptimale beslissingen.

b. Bespreek het verschil tussen evidence-based policy en evidence-
informed policy. (3pt)

o Evidence-based policy houdt in dat beleid volledig gebaseerd
is op wetenschappelijk bewijs en data. Het streeft naar
objectieve en empirisch onderbouwde beslissingen. Evidence-
informed policy daarentegen, combineert wetenschappelijk
bewijs met politieke, normatieve en contextuele
overwegingen. Het erkent dat niet alle beleidsbeslissingen
puur rationeel kunnen zijn en dat politieke en ethische
elementen een rol spelen.

c. Geef een voorbeeld van een beleidsprobleem waarbij een evidence-
informed benadering effectiever zou kunnen zijn dan een evidence-based
benadering. (2pt)

o Een voorbeeld is klimaatbeleid. Hoewel wetenschappelijk
bewijs belangrijk is, moeten beleidsmakers ook rekening
houden met politieke haalbaarheid, economische impact en
sociale acceptatie. Een evidence-informed benadering zou
bijvoorbeeld subsidies voor zonnepanelen kunnen combineren
met educatieve programma’s en economische stimulansen om
bredere steun en effectiviteit te bereiken.

Vraag 2: Wicked Problems

2. Wicked problems vormen een grote uitdaging voor
beleidsmakers. a. Wat zijn de kenmerken van wicked problems en
hoe verschillen ze van technische problemen? (3pt)

, o Wicked problems zijn complexe, moeilijk oplosbare
vraagstukken zonder duidelijke probleemdefinitie of
eenduidige oplossing. Ze hebben vaak een sterke normatieve
component, geen helder eindpunt en interventies met hoge
inzet. Technische problemen daarentegen zijn beter
gedefinieerd, hebben duidelijke oplossingen en zijn vaak op te
lossen met technische middelen.

b. Noem en leg de vijf dimensies van complexiteit uit die bijdragen aan de
moeilijkheidsgraad van wicked problems. (3pt)

o Complexiteit van het probleem: De mate waarin het probleem
verbonden is met andere problemen.

o Beperkingen van beleidsmakers: Budgettaire en wettelijke
beperkingen die beleidsmakers tegenkomen.

o Wisselvalligheid van de omgeving: De dynamische en
veranderlijke aard van de wereld die nieuwe problemen kan
creëren.

o Niveau van politieke inzet: De mate van politieke steun en
betrokkenheid op lange termijn.

o Niveau van sociale polarisatie: De mate van sociale steun en
verdeeldheid rondom het probleem.

c. Geef een voorbeeld van een wicked problem en beschrijf waarom het als
zodanig wordt beschouwd. (2pt)

o Klimaatverandering is een wicked problem omdat het geen
duidelijke probleemdefinitie heeft (gaat het om natuurbehoud
of volksgezondheid?), geen helder eindpunt kent, sterke
normatieve componenten heeft, interventies met hoge inzet
vereist en verbonden is met andere problemen zoals
energiebeleid en economische ontwikkeling.

Vraag 3: Beleidstheorieën

3. De beleidstheorie van Hoogerwerf biedt een kader voor het
begrijpen van beleidsvorming. a. Beschrijf de drie veronderstellingen
die aan een beleidstheorie ten grondslag liggen volgens Hoogerwerf.
(3pt)

o Causale veronderstellingen: Veronderstellingen over oorzaak
en gevolg.

o Normatieve veronderstellingen: Veronderstellingen over wat
passend en ethisch is.

, o Finale veronderstellingen: Veronderstellingen over de relatie
tussen doelen en middelen.

b. Leg uit hoe causale, normatieve en finale veronderstellingen een rol
spelen in de beleidstheorie. (3pt)

o Causale veronderstellingen helpen bij het identificeren van de
oorzaken van een probleem en de verwachte effecten van
beleidsinterventies. Normatieve veronderstellingen bepalen
wat als wenselijk en ethisch wordt beschouwd in de
beleidsvorming. Finale veronderstellingen leggen de relatie
tussen de doelen van het beleid en de middelen die worden
ingezet om deze doelen te bereiken.

c. Geef een voorbeeld van een beleidstheorie en leg uit hoe deze
veronderstellingen daarin terugkomen. (2pt)

o Een voorbeeld is het beleid om subsidies te geven voor
zonnepanelen. Causale veronderstellingen: Subsidies leiden
tot meer zonnepanelen op daken. Normatieve
veronderstellingen: Het is wenselijk om fossiele brandstoffen
te verminderen. Finale veronderstellingen: Subsidies (middel)
leiden tot meer zonnepanelen (doel), wat resulteert in minder
CO2-uitstoot (einddoel).

Vraag 4: Succesvol Beleid

4. Succesvol beleid vereist het voldoen aan verschillende
criteria. a. Wat zijn de vier criteria voor succesvol beleid zoals
besproken in het hoorcollege? (3pt)

o Effectief beleid: Begrijpen van de aard van het probleem en
het bereiken van de gewenste resultaten.

o Justified proces: Het proces moet gerechtvaardigd zijn, zelfs
als normen tijdelijk naar de achtergrond verdwijnen.

o Social support: Er moet voldoende sociale steun en
geloofwaardigheid zijn.

o Lange termijn: Het beleid moet duurzaam zijn en zich kunnen
aanpassen aan veranderende omstandigheden.

b. Leg uit waarom elk criterium belangrijk is voor de effectiviteit van
beleid. (3pt)

o Effectief beleid zorgt ervoor dat de doelen daadwerkelijk
worden bereikt. Justified proces waarborgt dat het beleid op
een rechtvaardige manier tot stand komt. Social support is

, cruciaal voor de legitimiteit en uitvoerbaarheid van het
beleid. Lange termijn zorgt ervoor dat het beleid bestand is
tegen toekomstige veranderingen en uitdagingen.

c. Geef een voorbeeld van beleid dat aan deze criteria voldoet en leg uit
waarom. (2pt)

o Vaccinatieprogramma’s voldoen aan deze criteria. Ze zijn
effectief in het verminderen van ziektes, hebben een
gerechtvaardigd proces door wetenschappelijke
onderbouwing, genieten brede sociale steun en zijn duurzaam
door voortdurende aanpassing aan nieuwe
gezondheidsuitdagingen.

Vraag 5: Politieke en Sociale Weerstand

5. Politieke en sociale weerstand kunnen de effectiviteit van beleid
aanzienlijk beïnvloeden. a. Hoe beïnvloeden politieke en sociale
weerstand de effectiviteit van beleid? (3pt)

o Politieke en sociale weerstand kunnen beleidsimplementatie
vertragen of blokkeren, de legitimiteit van het beleid
ondermijnen en leiden tot polarisatie en verdeeldheid binnen
de samenleving.

b. Gebruik het concept van ‘free riders’ om uit te leggen hoe sociale
weerstand kan ontstaan. (3pt)

o Free riders zijn individuen die profiteren van de voordelen van
een beleid zonder eraan bij te dragen. Dit kan sociale
weerstand veroorzaken omdat mensen het gevoel hebben dat
anderen niet hun eerlijke deel bijdragen, wat leidt tot
verminderde steun en betrokkenheid.

c. Bespreek een situatie waarin tragische keuzes de beleidsvorming
bemoeilijken. (2pt)

o Een tragische keuze kan zich voordoen in de gezondheidszorg,
bijvoorbeeld bij de verdeling van schaarse middelen zoals dure
medicijnen. Beleidsmakers moeten kiezen tussen het redden
van een paar kinderen met dure medicijnen of het behandelen
van een grotere groep ouderen met goedkopere middelen, wat
leidt tot ethische dilemma’s en sociale weerstand.

Vraag 6: Dynamische Omgeving en Beleid

6. De dynamische omgeving waarin beleidsmakers opereren, brengt
unieke uitdagingen met zich mee. a. Hoe beïnvloedt de dynamische
omgeving de beleidsvorming? (3pt)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UUP. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
  Add to cart