Dit hoofdstuk gaat over de geologie, plaat verschuivingen door conventie stromingen, slab pull en ridge push. De exogene en endogene krachten, vulkanisme, aardbevingen, de gesteente kringloop etc
- aardkern is heet, binnenkern = vast, buitenkern = vloeibaar - asthenosfeer is plastisch
- binnenmantel is vast - lithosfeer is vast, korst + vast deel buitenmantel
geologie bestudeerd aardkorst. principe v actualisme.
geologische tijdschaal om een beeld te geven.
3 era’s: paleozoicum > mesozoicum > kenozoicum
1.2 De theorie van platentektoniek.
bewijzen continentale drift theorie:
, 1. bergen: zelfde leeftijd + structuren aan weerszijden oceaan
2. continenten passen in elkaar
3. fossielen geven aanwijzingen
4. de oceaankorst is jonger bij de mid oceanische breuklijnen
3 drijfkracht achter platen: slab pull, ridge push, convectiestromingen.
gesteente mid oceanische breuklijn = warm = lage dichtheid = mid oceanische rug
Ridge push: wegduwen platen bij mid-oceanische ruggen door magma > nieuw aardkorst ontstaat.
eentje moet weg door botsing = subductie. aardkorst zakt in aardmantel
slab pull: ouder korst = dichtheid ^ = sneller + dieper wegzakken door zwaartekracht.
convectiestromingen: bewegingen door ridge push + slab pull zetten delen vd aardkorst
in beweging. Dit zorgt voor stromingen van magma in de aardmantel.
1.3 plaatbewegingen
3 soorten bewegingen:
<> divergente plaatgrens - 2 platen van elkaar weg
>< convergente plaatgrens - 2 platen tegen elkaar in
// transforme plaatgrens - 2 platen langs elkaar
divergent <>: diepe breuklijn -> magma ^ licht gesteente -> oceaanplaten scheef /-\ > daardoor ridge push, vooral oceaanbodem > mid
oceanische rug.
convergent:
continentaal > < continentaal: plooiingsgebergte 1. alpiene 2. hercynische 3. caledonische
Hoe ouder hoe lager de bergen door erosie en verwering.
oceanisch >< continentaal: oceanische plaat onder continentale plaat. = subductie > slab pull
op grensvlak ontstaat diepe kloof = diepzeetrog.
door warmte en druk magma, door gasdruk drukt magma door continent -> explosieve stratovulkanen.
oceanisch >< oceanisch
oudste, meest afgekoelde = zwaarste. door hitte magma -> eilandboog.
transforme plaatgrenzen = transvergente / transversale plaatgrenzen
subductiezone = plek waar platen onder elkaar schuiven.
1.4 horsten en slenken
verticale scheuren > korst zakt weg > slenk ontstaat. hogere stuk langs slenk = horst
ontstaan meestal rondom divergente/transvergente breuklijn
gebergte bij horsten en slenken = breukgebergte
hoofdstuk 2 Vulkanisme en aardbevingen
2.1 Het ontstaan van vulkanen
Vulkanisme is een proces waarbij vloeibaar gesteente uit de asthenosfeer
terechtkomt in de lithosfeer en daar stolt.
vloeibaar = magma, stollend = lava
bij divergerende platen: door breuklijn naar boven komen (spleeterupties) deze zijn rustig want alleen zeer vloeibaar magma
= effusief. op plekken langs divergente plaatgrenzen schildvulkanen bestaan uit lagen gesmolten lava. laag en breed omdat lava makkelijk
wegstromen.
Bij subductie zones:
1. zwaardere plaat onder lichtere
2. onderduikende plaat zorgt voor gas (zeewater door druk en warmte)
3. onder druk van gas zoekt magma een uitweg (opstopping door stroperigheid door smelten lichte plaat). door ontladen gas uitbarsting
door de gas en opstopping explosieve erupties. hierdoor ontstaan stratovulkanen. steile hellingen. pyroclastisch materiaal
(dikke) lagen lava, lagen as en stenen. soms zo explosief dat magmakamer zo snel leegstroomt dat vulkaan in stort. top wordt er af
geblazen -> vulkaan krater = caldera. vaak ontstaat nieuwe vulkaankegel. soms vol met water -> kratermeer.
bij hotspots
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjebosma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.76. You're not tied to anything after your purchase.