Summary
samenvatting week 23
- Course
- Institution
Samenvatting van alle leerstof in week 23 "klepgebreken en circulatie"
[Show more]
Seller
Follow
stijsche
Content preview
Guyton and Hall. Textbook of Medical Physiology,14th edition, Elsevier, 2020
Chapter 14: Overview of the Circulation: Pressure, Flow and
Resistance (page 171-181)
De arteriën leveren bloed onder hoge druk aan de weefsels. De arteriolen dienen als controle voor de
capillairen. De venen voeren het terug en dienen als reserve reservoir. Van ons bloed zit 84% in de
systemische omloop en 16% in de pulmonaire. Van de 84% zit 64% in de venen, 13% in de arteriën en
7% in arteriolen en capillairen. Het hart heeft 7% en de pulmonale vaten 9%. Bloed blijft 1 tot 3
seconden in de capillairen. Door de pomp is de druk in de aorta hoog, gemiddeld 100mmHg. De arteriale
druk ligt tussen een systolische van 120mmHg en een diastolische van 80mmHg. Wanneer het bloed
wegstroomt daalt ie tot 0mmHg. In de capillairen is de arteriole druk 35mmHg en die in de venules
10mmHg. Dit geeft een gem druk van 17mmHg. Als er meer filtratie moet plaatsvinden is deze druk
hoger. Dit is bijvoorbeeld het geval in de nieren waar de druk +/- 60 mmHg is. De pulmonaire arterie
systole druk is 25 mmHg en de diastolische 8 mmHg. Dit geeft een gemiddelde van 16mmHg. De druk in
de longcapillairen is slechts 7 mmHg. Er gelden 3 belangrijke principes voor het systeem;
1. Bloedstroom naar de meeste weefsels wordt gereguleerd aan de hand van weefselbehoefte.
Wanneer weefsel actief zijn kan hun behoefte met 20 tot 30 keer verhogen. Echter kan het hart
deze enorme druk niet leveren en is het niet realistisch overal zo’n druk te handhaven voor 1
weefsel. Daarom zorgen de arteriolen voor vasodilatatie of vasoconstrictie om zo de toevoer
naar de weefsele te reguleren. Het zenuwstelsel en hormonen dragen hier ook aan bij.
2. De cardiac output is de som van alle lokale weefselstromen; Het hart pompt de hoeveelheid
bloed die terugkomt gelijk weer weg. Het kan soms zo zijn dat het hulp nodig heeft van speciale
zenuwen om de juiste benodigde hoeveelheden bloed rond te pompen.
3. Arteriale druk regulatie is onafhankelijk van lokale bloedstroom en cardiac output controle;
Het circulatiesysteem heeft een uitgebreid systeem voor de controle. Wanneer de druk
bijvoorbeeld onder de 100 mmHg zakt reageren zenuwen binnen seconden om de druk te
herstellen. Dit doen ze door: 1. Verhoging van de kracht waarmee het hart pompt 2. Zorgen
voor contractie van grote veneuze reservoirs zodat meer bloed naar het hart gaat en 3.
Constrictie van arteriolen zodat meer bloed ophoopt in de grote vaten en de druk toeneemt. Na
verloop van tijd gaan de nieren een grote rol spelen.
Onderlinge relaties van druk, stroming en weerstand
Bloedstroom door een vat wordt door 2 factoren bepaald; 1. De drukgradient over het vat (druk
aan het ene en aan het andere uiteinde) en 2. De belemmering van stroming door de vasculaire
weerstand. P1 weergeeft de druk aan het begin en P2 de druk aan het andere uiteinde.
Weerstand ontstaat als resultaat van frictie tussen bloed en endotheel. De flow bereken je met
de wet van Ohm; F= (p1-p2) / R
De andere wetten die hiervoor belangrijk zijn zijn: (p1-p2)= F x R en R= (p1-p2) / F
Bloedstroom is de hoeveelheid bloed die een bepaald punt passeert in een bepaalde tijdsperiode. Dit is
in ml’s/L’s per minuut. Bij een normale volwassene is dit 5000ml/min, de cardiac output. Als het met een
vaste mate daar een lang bloedvat stroomt stroomt het in streamlines. Het is het tegenovergestelde van
, turbulente flow. Als het zo stroomt is de snelheid in het midden groter dan aan de rand. Dit heet ook
wel het parabolische profiel voor de snelheid van de bloedstroom. Dit komt doordat moleculen aan de
wand in aanhankelijkheid raken. Deze vormen lagen zodat de “stromen” in het midden snel kunnen
stromen. Zodra dit verstoord wordt ontstaat turbulente flow. Het bloed gaat dan kris kros door het vat
heen. Er ontstaan Eddy currents, draaikolkjes. De neiging hiertoe berekenen we met Re= v x d x p / n.
Wanneer deze waarde boven de 2000 zullen er zelfs draaikolkjes in rechte vaten ontstaan. Vaak is deze
slechts 200-400 in grote arteriën. Het vindt veel plaats bij de ejectie uit de ventrikels.
Bloeddruk betekent De kracht die door het bloed wordt uitgeoefend tegen een eenheidsgebied van de
vaatwand. De mate van bloedstroom is gelijk aan de cardiac output, zo’n 100ml/sec. De totale perifere
weerstand is hierdoor 1 PRU. Wanneer alle bloedvaten gecontracteerd worden stijgt deze tot 4 PRU en
bij dilatatie 0,2 PRU. Bij 100ml/sec is de pulmonaire vasculaire weerstand 0,14PRU.
Lichte veranderingen in de diameter kunnen al grote gevolgen hebben voor streamlined bloedstroom.
De verhoging in geleiding bij vergrote diameter komt doordat er veel minder lijnen aan de wand zitten
dan bij een kleine diameter. Bij de systemische circulatie is ⅔ e van de systemische weerstand die in de
arteriolen. Hun diameters zijn 4-25 micrometers maar door de vele spieren kunnen ze erg veranderen.
De stroperigheid neemt toe als het hematocriet dit ook doet. Het effect van de atriale druk op
bloedstroom is relatief beperkt. Het verhoogd de contractie kracht maar initieert ook vasculaire
weerstand. Dit door de weefsel, wat we bloedstroom autoregulatie noemen. Bloedstroom verandert
vaak minimaal door de autoregulatie het snel overneemt.
Chapter 15: Vascular Distensibility and Functions of the Arterial
and Venous Systems (page 183-192)
Vasculaire uitbreidbaarheid wordt bepaald door: Toename in volume / toename druk x original volume
Ondanks dat arteriën dikker en sterker zijn kunnen venen veel verder uitrekken. Mede hierdoor vormen
ze zo’n reservevolume. Echter willen we vaak de totale hoeveelheid bloed die in een deel van de
circulatie kan worden opgeslagen per mmHg drukverhoging weten, de compliantie. Dit is volume
toename/ druk toename. De compliantie van een vene is vele malen hoger dan die dan een arterie. Druk
en volume kunen we in verband brengen met de volume-druk curve. In het normale systemische
systeem zit vaak 2-3,5L. Wanneer dit met enkele honderden ml’s veranderd zorgt dit voor 3-5 mmHg
drukverandering.
Een verhoogde spierspanning door sympathische stimulatie verhoogd de druk bij elk volume in de vaten
en sympathische remming verlaagd elk volume. Dit draagt erg bij om de bloed behoeftes te leveren.
Verlaagde compliantie betekent dat een vat na verhoogd volume en hoge druk langzaam terugkeert
naar normale druk. Dit gebeurd door stress-relaxatie dmv elastische uitzetting. Door dit mechanische
kan het systeem extra bloed opnemen zoals bij een bloedtransfusie. De pulse pressure is het verschil
tussen de systolische en diastolische bloeddruk. Deze wordt beinvloedt door 2 factoren; 1. De uitvoer
van het lijnvolume en 2. De compliantie. Ook de ejectie uit het hart tijdens systole speelt mee. Des te
hoger de uitstroom, des te meer druk en dus des te hoger de pulse pressure.
Sommige pathologische condities veroorzaken abnormale contouren van de druk pulse. Denk aan
aortastenose. De diameter van de slagader is verminderd en de aortic pressure pulse is sterk verlaagd
door Verminderde bloedstroom uit de klep. Bij ductus arteriosus stroomt 50% van het weggepompte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijsche. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
60904 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now