100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jeugdrecht - ALLES!! (Boek, Hoorcolleges, Verplichte artikelen, Kennisclips, Werkgroep)) $7.58   Add to cart

Summary

Samenvatting Jeugdrecht - ALLES!! (Boek, Hoorcolleges, Verplichte artikelen, Kennisclips, Werkgroep))

 24 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staat alle behandelde stof! Hoorcolleges komen niet expliciet naar voren, aangezien veel van deze behandelde stof ook in de boeken/artikelen/etc. naar voren komt. Hetzelfde geld voor kennisclip 1 en de werkgroepen. Maar ze zijn er dus wel in verwerkt!! Maar op deze manier hoef ...

[Show more]

Preview 4 out of 46  pages

  • No
  • Alle verplichte hoofdstukken (2 t/m 4, 6 t/m 8, 10, 12 t/m 15, 17)
  • November 29, 2024
  • 46
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Jeugdrecht – Samenvatting

Familierecht
Jeugdrecht gaat niet alleen over kinderen, maar ook over hun relatie tot andere familieleden. Met
name ouder-kind relatie speelt een grote rol in het jeugdrecht. Daarom nuttig om te weten:
- Afstamming  wie zijn juridisch gezien jouw ouders?
- Gezag  wie gaan er over de opvoeding en verzorging van het kind?
- Minderjarigheid  wat mag een kind juridisch gezien wel en niet, al dan niet zonder ouders?

Hoofdstuk 2
Juridisch ouderschap  wie volgens de wet familie van elkaar zijn.
Het afstammingsrecht is ‘dwingend recht’.
De Staatscommissie adviseert om een regeling van juridisch meerouderschap (maximaal vier
juridische ouders) te faciliteren. Nu moeten er minimaal één en maximaal twee ouders zijn.
Daarnaast gold tot voor kort het beginsel van biologische afstamming als grondslag voor juridisch
ouderschap. Sinds 2014 is het ook mogelijk dat twee moeders als juridische ouders kunnen worden
beschouwd.

Het internationale recht speelt zowel bij de ontwikkeling van het Nederlandse afstammingsrecht als
bij de ontwikkeling van de opvatting minderjarigheid een belangrijke rol. Het EVRM en de IVRK zijn
hierbij belangrijk. Ook uitspraken van het EHRM zijn hierbij belangrijk.

Gevolgen van ouderschap
- Gezagsrecht
- Omgangsrechten
- Onderhoudsverplichting  dragen van kosten voor opvoeding en verzorging van kind
- Erfrechtelijke gevolgen
- Naamrecht

Ouderlijk gezag
Ouderlijk gezag is uitsluitend van betekenis voor de opvoedingsrelatie en eindigt ook op het 18e jaar
van de jeugdige  dwingend recht.
- Enerzijds hebben ouders (en voogden) in principe volledige vrijheid wat betreft de invulling van
de opvoeding en verzorging van hun kind.
- Anderzijds wordt de autonomie van de ouders (en voogden) aan banden gelegd door
publiekrechtelijke bepalingen, zoals de leerplichtwet, bepalingen op het gebied van medische
behandelingen en kinderbeschermingsmaatregelen.
Ouderlijk gezag = doelbevoegdheid  de rechten/plichten voortkomend uit gezag dienen het belang
van het kind.
Het gezagsrecht heeft een ontwikkeling doorgemaakt door drie ingrijpende veranderingen:
1. De gedachte van toenemende autonomie van minderjarigen is versterkt.
2. Het gezagsrecht is stapsgewijs losgekoppeld van het huwelijk: gescheiden ouders mogen ook
beide gezag hebben.
3. De kring van personen die gezag over het kind kunnen krijgen is uitgebreid.

Wat houdt gezag in?
- Recht en plicht tot opvoeding en verzorging van het kind
- Financieel bewind
- Wettelijke vertegenwoordiging  Maken van allerlei besluiten zoals over de woonplaats,
schoolkeuze, medische behandelingen ect.

,Wie heeft gezag?
- Geboortemoeder heeft automatisch gezag (van rechtswege)
- Juridisch ouder via huwelijk/GP  automatisch gezag (van rechtswege)
- Sinds 2023: gezag van rechtswege na erkenning (versterking positie ongehuwde
vaders/meemoeders)
- Anders: aanvragen gezamenlijk gezag bij griffie van de rechtbank (bij toestemming
geboortemoeder) of via juridische procedure  bijvoorbeeld als stiefouder gezag wil hebben
- Max. van twee ouders

Personen uitgesloten van gezag:
- personen die zelf nog minderjarig zijn
- personen die onder curatele staan
- personen van wie de geestvermogens zodanig zijn verstoord dat ze niet in staat zijn om het gezag
uit te oefenen.

Weglopen
Een wegloper onttrekt zich aan het ouderlijk gezag, aangezien de ouders (of voogd) de verblijfplaats
van de minderjarige bepalen. Daarom kunnen de ouders de politie vragen hun kind op te sporen, aan
te houden en terug te geleiden naar huis (een OAT-verzoek). Actieve opsporing doet de politie
overigens vrijwel alleen bij jonge kinderen. De politie is over het algemeen alleen bereid om een
minderjarige van 12 jaar of ouder op te sporen als er mogelijk sprake lijkt van een ongeval of misdrijf.
Hulpverlening aan weglopers kan strafbaar zijn. Maar zorgvuldige hulpverlening aan een wegloper
wordt niet bestraft. Dat wil zeggen dat degene die hulp verleent en het kind verbergt voor zijn ouders
of voogd zich onmiddellijk dient te melden bij de Raad voor de Kinderbescherming of bij de ouders.

Einde van gezag
- Wanneer het kind 18 jaar is
- Kinderbeschermingsmaatregel gezagsbeëindiging
o Let op: ouderschap blijft, maar zeggenschap en ook vaak toch contact en omgang
verdwijnt/vermindert dus gevoelsmatig verliezen van ouder zijn
- Schorsing van het gezag (tijdelijk):
o Voorbeeld: vechtscheiding waardoor kind al heel lang niet naar school gaat.
- Eenhoofdig gezag na scheiding

Scheiding en gezag
- Uitgangspunt = gezamenlijk gezag na scheiding
- Afspraken in ouderschapsplan (over contactregeling, verdeling van opvoeding en verzorging en
kinderalimentatie)  Eigen invulling ouders.
o Een variant betreft het zogeheten co-ouderschap  in de uitoefening van het
gezamenlijk gezag nemen beide ouders een evenredig deel van de verzorging en
opvoeding van hun kinderen op zich.
 50/50 verdeling zorg is geen verplichting of wettelijk uitgangspunt.
o Moeite hiermee?  mediation
- Conflict over uitoefening gezag na scheiding? Rechter om een beslissing vragen
o Voorbeeld: verhuizing naar Portugal, vaccinatie van de kinderen tegen HPV.
o Beslissing in het belang van het kind (vgl. art. 3 IVRK).
- In ernstige gevallen: eenhoofdig gezag  kan o.b.v. het klemcriterium  indien het kind klem of
verloren dreigt te raken. Bijv. als het belang van de minderjarige door de rechter noodzakelijk
wordt geacht vanwege ernstige ziekte of stoornis van een van de ouders of vanwege een
geschiedenis van mishandeling.

,Minderjarigheid
Er zijn vaste leeftijdsgrenzen, onafhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige. Maar
door het vastleggen van meerdere leeftijdsgrenzen probeert het jeugdrecht zo veel mogelijk rekening
te houden met een dynamisch kinderbeeld.

Dit is onder meer uitgewerkt in de wetgeving betreffende de aansprakelijkheid van ouders als hun
kinderen anderen schade toebrengen. De Nederlandse wet stelt dat schade toegebracht door
kinderen onder de 14 jaar niet aan hen kan worden toegerekend. Daarvoor zijn de ouders
aansprakelijk. Bij 14- en 15-jarigen ligt de verantwoordelijkheid iets minder eenzijdig bij de ouders. Zij
zijn in principe aansprakelijk, tenzij ze kunnen aantonen dat hen niet kan worden verweten dat zij de
gedraging van het kind niet hebben verhinderd. Vanaf 16 jaar zijn kinderen zelf aansprakelijk voor
gedragingen die anderen schade toebrengen.

Handelingsonbekwaam
Artikel 1:234 lid 1 BW luidt nu als volgt: ‘een minderjarige is bekwaam rechtshandelingen te
verrichten, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt’. Deze
toestemming wordt voorondersteld te zijn verleend aan de minderjarige ‘indien het een
rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat
minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten’ (art. 1:234 lid 3 BW).

Uitzonderingen:
- Verklaring van meerderjarigheid via 1.253ha BW  vrouwen van 16 jaar of ouder die graag het
gezag over hun kind willen kunnen hebben.
- Handlichting uit art. 1:235 BW  handig voor minderjarige ondernemers.

Het uitgangspunt van wettelijke erkenning van (toenemende) maatschappelijke zelfstandigheid van
jongeren zien we eveneens duidelijk terug in twee belangrijke kwesties: de toestemming voor
- Medische behandeling: Het uitgangspunt van de Wet op de geneeskundige
behandelingsovereenkomst (WGBO) is dat een medische behandeling in principe altijd
toestemming van de patiënt vereist. Bij kinderen onder de 12 jaar  toestemming van ouders.
Tussen de 12 en 16 jaar  toestemming van ouders én kind, tenzij het kind wilsonbekwaam
wordt geacht en tenzij een dergelijke ingreep zonder meer als onvermijdelijk wordt gezien om
ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen. Vanaf 16 jaar  zelfstandig, tenzij
wilsonbekwaam.
o Handelingsonbekwaamheid is een algemeen juridisch begrip dat is gekoppeld aan
minderjarigheid.
o Wilsonbekwaamheid niet in staat zijn tot een redelijke afweging van eigen belang.
- Hoorrecht en procespositie
o Recht op participeren – hoorrecht van de minderjarige. Terwijl het in Nederland in het
kader van het jeugdstrafrecht als vanzelfsprekend wordt beschouwd om de jeugdige
verdachte zelf te horen, ligt dat op het gebied van het civiele jeugdrecht meer
gecompliceerd.
 Boven de 12 jaar  kind moet een uitnodiging krijgen
 Onder de 12 jaar  keuze rechter om uit te nodigen
 Leeftijdsgrens onder vuur gelet op art. 12 IVRK  hierin wordt geen enkele
leeftijdsgrens genoemd  het is de vraag of we kinderen jonger dan 12
structureler uit moeten nodigen om gehoord te worden.
o Recht op initiëren – procespositie van de minderjarige: In Nederland geldt het
uitgangspunt van procesonbekwaamheid van minderjarigen in familie- en
jeugdprocedures. De minderjarige wordt in procedures vertegenwoordigd door zijn

, ouders met gezag of de voogd. Bijzonder curator kan aangewezen worden als kind en
ouders tegenover elkaar staan.
In de loop der tijd zijn er echter vele uitzonderingen geïntroduceerd op dit uitgangspunt
in de wet. Het hangt primair af van de aard van de specifieke procedure en de leeftijd van
de minderjarige of er een mogelijkheid bestaat zelfstandig een procedure te initiëren.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schrama et al.
Het internationale recht heeft een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van het
afstammingsrecht.
- EVRM:
o Artikel 8  bescherming van recht op familie- en privéleven
o Artikel 14  verbod op discriminatie bij de uitoefening van EVRM-rechten
- IVRK:
o Artikel 3  de belangen van het kind vormen de eerste overweging.
o Artikel 7  het recht om de ouders te kennen en door hen te worden opgevoed.
o Artikel 8  het recht op behoud van identiteit.
o Artikel 10  het niet gescheiden worden van het kind en zijn ouders, tenzij dit
noodzakelijk is in het belang van het kind.

Vestigingen van afstamming van de vader
Biologische vaders = een wettelijke term
- Verwekkers
- Donoren
o De rechtspositie van de donor hangt af van de vraag of hij in een nauwe persoonlijke
betrekking tot het kind staat, hetgeen doorgaans alleen bij een bekende donor het geval
kan zijn.
Niet-biologische vaders = geen wettelijke term
- Instemmende levensgezel  de man die heeft ingestemd met een daad die de verwekking van
het kind tot gevolg kan hebben gehad.

Manieren van vaderschap:
- Vader door formele relatie met de geboortemoeder  Huwelijksvaderschap. Voor heteroparen
geldt dat, indien ze een formele relatie hebben op het moment van de geboorte, de man altijd
van rechtswege de vader is, of er nu een donor aan te pas is gekomen of niet. Dit is anders voor
vrouwenparen. (Zie later.)
- Vader door erkenning: ook de man die het kind erkent, wordt juridisch vader. Voorwaarden:
o Nietig is de erkenning door een man die geen huwelijk met de moeder van het kind mag
sluiten  oom/broer/opa/neef/etc.  huwelijksbeletsel.
o Jongens onder de 16 jaar kunnen via erkenning geen juridisch vader worden.
o Erkenning is niet mogelijk als het kind al twee juridische ouders heeft.
o Het kind van 12 jaar en ouder moet zelf vooraf schriftelijk instemmen met de erkenning.
o Geen toestemming van de moeder als het kind nog geen 16 is
Als mensen de erkenning niet gelijk regelen, kan dit voor problemen zorgen, bijvoorbeeld als
vader en moeder uit elkaar gaan. De moeder dient akkoord te geven voor erkenning en als er een
conflict is, kan het zo zijn dat moeder geen akkoord geeft.
Erkenning en toestemming:
o Kind onder de 16? Toestemming van moeder nodig.
o Kind boven de 12? Ook toestemming van kind nodig.
o Geen toestemming  vervangende toestemming via de rechter (maar niet van
rechtswege gezag!):
 Persoon is de verwekker.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller doriendeboer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.58  4x  sold
  • (0)
  Add to cart