Samenvatting van het 1e jaars vak Sociale Psychologie. Gebaseerd op de colleges en het boek Social Psychology, TENTH EDITION, Elliot Aronson • Timothy D. Wilson • Samuel R. Sommers.
Alle stof van de hoofdstukken 1 t/m 13 staat er in.
Sociale psychologie
13 online hoorcolleges
Hc sluit aan bij hoofdstukken uit het boek
Zowel info uit colleges en boek moet je kennen
Jaartallen en namen hoef je niet te kennen
Kernbegrippen/theorieën zijn het belangrijkst in het boek (dikgedrukt)
1 wc op campus:
- vragen stellen
- lesstof toepassen in praktijk, sluit aan bij de verplichte opdrachten
- vrijwillig maar wel aanbevolen
Tentamen is 40 meerkeuze vragen
10 december
Opdrachten op canvas verplicht, geen cijfer, wel plagiaat check.
29 november is deadline voor de 3 opdrachten
,Hoofdstuk 1
Sociaal psychologen kijken altijd naar het individu in de sociale omgeving.
Een klinisch psycholoog kijkt alleen naar de individu.
Psychologie: De wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke leven
(gedachten & gevoelens) van mensen .
Sociale psychologie: De wetenschappelijke studie naar de manier waarop de
gedachten, gevoelens en het gedrag van mensen worden beïnvloed door de
aanwezigheid van anderen.
Persoonlijkheidspsychologie: De studie van de kenmerken die individuen uniek en
verschillend maken van elkaar.
Sociologie: De studie van groepen, organisaties en samenlevingen, in plaats van
individuen.
Mensen worden beïnvloed door de werkelijke (expliciete) zoals de mensen
waarmee je bent, of ingebeelde (impliciete) aanwezigheid van anderen zoals het
denken aan iemand.
Sociale invloed: Het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid
van andere mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen of gedrag.
Sociaal psychologen proberen een idee te krijgen over hoe individuen in een
situatie construeren; de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren ->construct.
Perspectieven in de sociale psychologie:
Evolutionair: Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe genetische
factoren over de eeuwen heen zijn aangepast om de overlevings- en
voortplantingskansen te vergroten.
Natuurlijke selectie= het proces waarbij belangrijke eigenschappen die gunstig
zijn voor de overleving worden doorgegeven aan het nageslacht, Darwin.
Evolutie helpt om menselijk gedrag te verklaren: mensen hebben veel gemeen
met andere dieren (zoals gezichtsuitdrukkingen). Sommige menselijke
gewoonten zijn universeel, ze vinden over de hele wereld plaats mnu welke
context.
Socio-cultureel perspectief: sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken
naar de invloed van grotere sociale groepen.
Cultuur om menselijk gedrag te bepalen: sommige gewoonten, tradities en
gedragingen zijn verschillend, afhankelijk van de culturele context. Zoals
eetgewoontes en begroetingen. Kan de oorzaak zijn van veel misverstanden.
Cross-cultureel onderzoek= onderzoek wat uitgevoerd word met leden van
verschillende culturen om te kijken of een variabele aanwezig is in beide culturen
of het specifiek is.
Sociaal leren: Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe leerervaringen
in het verleden toekomstig gedrag voorspellen.
Sociaal leren om menselijk gedrag te verklaren: mensen zijn geneigd om gedrag
te imiteren van rolmodellen.
Er is interactie tussen de perspectieven
,Kurt Lewin is grondlegger van sociale psychologie. B = f(P X E)
B= behavior. F=functie. P=person x E=environment.
Altijd rekening houden met de situatie van de persoon.
Omgeving waar je opgroeit bepaalt al meteen hoe je je ontwikkeld.
Maar ook op dagelijks niveau heeft de situatie invloed op je gedrag, bijv. kijkt er
iemand mee of niet?
Toch hebben wij zelf ook invloed op de situatie zoals de damroeper op
herdenkingsdag.
Fundamentele Attributiefout= de neiging om de mate waarin het gedrag van
mensen te wijten is aan interne, dispositionele factoren te overschatten en de rol
van situationele factoren te onderschatten
Ligt het aan de persoon of de situatie?
Niet iedereen ervaart de situatie op een andere manier -> Gestalt psychologie
bestudeert de subjectieve manier waarop een object in de geest van mensen
verschijnt.
Naïef Realisme: mensen zijn overtuigd te denken dat hoe hun iets waarnemen de
waarheid is. Hierdoor vaak conflicten. Dit komt door 2 basale motieven:
Zelf-verbeteringsmotief: Mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
Accuraatheidsmotief: Mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
-> deze twee zijn vaak in strijd met elkaar. Je brengt deze weer in
overeenstemming met elkaar door illusies:
• Beter-dan-gemiddeld effect: manier om je zelfbeeld te beschermen
• Onrealistisch optimisme: de kans op slechte gebeurtenissen onderschatten.
Goede gebeurtenissen overschatten. Hierdoor blijf je wel blijer, mentale
gezondheid. Depressieve mensen zijn niet negatief maar realistisch.
• Vals consensus effect: slechte eigenschappen generaliseren en zo minder erg
maken.
• Vals uniciteitseffect: positieve dingen van jezelf heel uniek vinden. Zo je
zelfbeeld positief te houden.
Leon Festinger een sociale psycholoog, realiseerde zich dat juist wanneer deze
twee motieven (zelfverbetering en accuraat) in tegengestelde richtingen trekken,
we onze meest waardevolle inzichten in de werking van de geest kunnen
verkrijgen.
Zelfvertrouwen= de evaluaties van mensen van hun eigen zelfwaarde, dat wil
zeggen de mate waarin ze zichzelf als goed, competent en fatsoenlijk
beschouwen.
Zelfvertrouwen is een positief iets, maar wanneer het ervoor zorgt dat mensen
hun acties rechtvaardigen in plaats van ervan te leren, kan het verandering en
zelfverbetering belemmeren.
Sociale cognitie= hoe mensen over zichzelf en de sociale wereld denken; meer
specifiek, hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, onthouden en
gebruiken om oordelen en beslissingen te nemen
Zelf accuraatheidsmotief en zelfverheffingsmotief zijn in strijd met elkaar.
,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nynkestuij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.18. You're not tied to anything after your purchase.