- Normatieve functie → wat we zo verwerpelijk vinden, dat het strafbaar gesteld wordt. Wat we echt
niet vinden kunnen zoals mishandeling, moord, discriminatie, enz.
- Geschil oplossende functie → Als je er niet uitkomt of je wel/niet gelijk hebt. Met deze regels kan
iemand dan een knoop doorhakken.
- Instrumentele functie → Praktisch dat het geregeld is.
- Additionele functie (aanvullende functie) → Iets wat niet is afgesproken of is opgeschreven. Als je
iets bijvoorbeeld bent vergeten. Bijvoorbeeld de verwachtingen die je hebt als koper. Regels in de wet
die deze gaten invullen.
Dit zijn rechterlijke uitspraken waarin bestaande rechtsregels worden verduidelijkt en toepast in
een concreet geval.
- Gewoonte
Voorwaarden: (1) gebaseerd op een bepaald gebruik, dat een zekere tijd voortduurt en (2)
waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort (het wordt geacht van rechtsplicht te zijn).
Materieel recht:
Het draait om de inhoud van de regel. Wat mag iemand wel of niet doen? De geboden en de
verboden dus. Het heeft betrekking op de inhoudelijke rechten en verplichtingen.
Formeel recht: (procesrecht)
Een regel die gemaakt is om het materiële recht te effectueren. Het geeft aan langs welke
stappen je het materiële recht kan realiseren. Kortom: hoe het proces werkt. Het gaat
bijvoorbeeld over bepaalde bepalingen, zoals verjaringen, e.d. Zie bijvoorbeeld Art.2 WvSV.
Dwingend recht:
Regels waar belanghebbende niet van mogen afwijken. Betrekking hebbende op openbare orde
en goede reden. Bijvoorbeeld de verplichte bedenktermijn bij aankopen. Het is te herkennen
aan temen als: “moeten”, “zal”, “nietig”, “kan niet van worden afgeweken”, enz. Zie
bijvoorbeeld Art.1:31 BW.
Aanvullend recht: (regelend recht)
Ook wel regelend recht geldt wanneer partijen zelf niet zijn overeengekomen. Bijvoorbeeld een
burenruzie. Vooral privaatrecht. Ofwel: regels die gelden als niets anders is geregeld.
Objectief recht:
Is het geldende, positieve recht. Of: het geheel van regels die uit de rechtsbronnen voortvloeien.
Het geldt voor iedereen in de samenleving.
Subjectief recht:
Geldt maar voor een bepaald aantal mensen. Bijvoorbeeld een casus waarin je over een
, schadevergoeding moet betalen. Je hebt een subjectieve plicht om een verplichte
schadevergoeding te betalen. De wederpartij heeft het subjectieve recht om het te ontvangen.
Een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-Generaal gezamenlijk, de nationale
wetgever dus.
Wet in materiële zin:
Alle andere besluiten van de bevoegde organen. Bijvoorbeeld de regering, ministers, provincies
en de gemeente.
Iedere regeling van een wetgever die geschreven is voor een onbepaald aantal en dus niet bij
naam genoemde personen. Als de Provinciale Staten of gemeenteraad besluiten nemen die alle
inwoners van de betreffende provincie/gemeente betrekken, zijn ze in materiële zin.
Kenmerken van een staat:
- grondgebied (met zee, en lucht tot de dampkring ongeveer);
- Gemeenschap;
- Gezag/Soevereiniteit (incl. macht en een geweldsmonopolie).
Kenmerken van een rechtsstaat:
- legaliteitsbeginsel → alles wat de overheid doet, moet gebaseerd zijn op een wet. Dit zorgt
voor gelijkheid door en voor de wet;
- trias politica → verdeling van de rechterlijke, uitvoerende en wetgevende macht;
- onafhankelijke rechterlijke macht
- Grondrechten (deze waarborgen een staatsvrije sfeer).
Essentiele beginselen zijn (a) rechtvaardigheid, (b) redelijkheid, (c) proportionaliteit, (d)
rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
Ook een gezonde rechtsstatelijke cultuur is van groot belang.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat. De grondwet wordt
tegenwoordig ook begonnen met algemene bepalingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jelmerneeleman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.