100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE theorie van OP8 (Kwaliteitszorg bij neurologische aandoeningen) $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE theorie van OP8 (Kwaliteitszorg bij neurologische aandoeningen)

1 review
 45 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een document waarin ALLE opgedane theorie staat die je moet kennen voor de tentamens van OP8. Samengevatte literatuur, hoorcolleges, werkcolleges, testen, richtlijnen, etc.

Preview 8 out of 96  pages

  • March 23, 2020
  • 96
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: kajvanderwilk • 4 year ago

avatar-seller
HOGESCHOOL LEIDEN (2014-2018)




Kennis OP8
Kwaliteitszorg bij neurologische aandoeningen
CVA, Parkinson, dementie, MS

,Inhoud
Hogeschool Leiden (2014-2018)...................................................................................................................1
Neuroanatomie............................................................................................................................................3
Onderscheid gnostische en vitale sensibiliteit..........................................................................................3
Relatie aard gewaarwording en plaats stoornis....................................................................................3
De hersenen.............................................................................................................................................4
Begrippen.................................................................................................................................................7
Loopstoornissen.........................................................................................................................................10
Aandoeningen............................................................................................................................................14
CVA.........................................................................................................................................................14
Pathologie...........................................................................................................................................15
DE PIRAMIDEBAAN.............................................................................................................................16
GEVOLGEN..............................................................................................................................................17
AnatomiE............................................................................................................................................24
Onderzoek en behandeling.................................................................................................................25
Info.....................................................................................................................................................34
Klinimetrie CVA...................................................................................................................................36
KNGF-Richtlijn Beroerte......................................................................................................................49
Morbus Parkinson...................................................................................................................................55
Anatomie............................................................................................................................................58
Onderzoek en Behandeling.................................................................................................................58
Transfers Parkinson............................................................................................................................62
Klinimetrie Parkinson..........................................................................................................................65
Dementie & Paratonie............................................................................................................................70
Dementie............................................................................................................................................70
Onderzoek en behandeling Dementie................................................................................................75
Onderzoek en behandeling paratonie................................................................................................81
Multipele Sclerosis..................................................................................................................................83
Onderzoek en Behandeling.................................................................................................................87
Klinimetrie MS....................................................................................................................................88
Verder.........................................................................................................................................................93
Kwaliteit van Zorg en Kwaliteit van Leven..........................................................................................93
Quiz............................................................................................................................................................95

,Kennis OP8 – Kwaliteitszorg bij
neurologische aandoeningen
NEUROANATOMIE

ONDERSCHEID GNOSTISCHE EN VITALE SENSIBILITEIT
Gnostisch Vitaal
Algemeen kenmerk Discriminatie Nociceptie
Zenuwvezels Dik, gemyeliniseerd Dun, weinig/niet gemyeliniseerd
Perifere geleiding Snel Langzaam
Anatomisch verloop
- Ruggenmerg Achterstreng Voorstreng
- Hersenstam Lemniscaal systeem Tractus spinothalamicus
- Kruising Medulla oblongata Ruggenmerg
Cellichamen
- 1e neuron Dorsale ganglion Dorsale ganglion
- 2e neuron Medulla oblongata Ruggenmerg
- 3e neuron Thalamus Thalamus
Kwaliteiten (Neutrale) aanraking (Emotioneel beladen) aanraking
Gewrichtszin Pijngevoel
Vibratiegevoel Temperatuurgevoel

RELATIE AARD GEWAARWORDING EN PLAATS STOORNIS
Gewaarwording Plaats vd stoornis
Prikkelen, tintelen, doof gevoel Gemyeliniseerd (perifere zenuw, achterstreng)
Brandend gevoel, pijn, kou Vooral ongemyeliniseerd perifeer
Prikkelende pijn Combi gemyeliniseerd en ongemyeliniseerd
Bandgevoel Achterstreng
‘Schietende’ pijn Ongemyeliniseerd, radiculopathie
Hyperalgesie Partiële zenuwbeschadiging



3 niveaus van motoriek
- Neo; bewust (onderdrukt paleo en samen met paleo archi)
- Paleo; automatische motoriek en emotionele motoriek (onderdrukt samen met neo archi)
- Archi; handhaven lichaamshouding; reflexen.

Piramidebaan (deels) kapot.
Verklaring klachten; effecten uit kapotgaan cortex (neo).
 Paleo en archi kunnen ongeremd hun gang gaan omdat neo deze onderdrukt.

Het eind van de takkenbos van een bloedvat heeft de meeste schade. Dit is het neo gebied. Deze wordt
dus altijd getroffen.

,DE PIRAMIDEBAAN
Start in 1e motoneuron (mn).
Impulsen gaan dan via de tractus corticospinalis naar 2e mn in de voorhoorn van de grijze stof in het
ruggenmerg.
Vanuit 2e mn (alpha motor neuron) stimulatie van de spieren.
>> Snelle en fijne motoriek.

3 soorten input voor Alpha motor neuron
- Piramidebaan (willekeurige motoriek)
o Eerste MN vanuit primaire motorische schors
- Sensibele neuronen, start reflex (reflexboog)
o Propriocenptie (lichaamshouding > blijven staan… etc)
o Sensibiliteit
- Interneuronen (schakel)
o Spriertonus (excitatoir & inhibitoir)
o Motorprogrammaʼs uit ruggenmerg bv lopen


DE HERSENEN




Occipitaalkwab/ achterhoofdskwab
Van opzij gezien aan de achterzijde
gelegen deel vd hersenschors.
 Betrokken bij het zien.

Frontaalkwab/ voorhoofdkwab.
Grootste vd 4 hersenkwabben en neemt




1/3e deel vd totale hersenschors in beslag.
Wordt gezien als meest geavanceerde deel.
 Verantwoordelijk voor menselijk zelfbewustzijn.

,Corpus calossum/ hersenbalk
Hoofdverbinding beide hersenhelften.
 Info komt zo bij beide helften.

Hersenstam
Verlengde merg, pons en middenhersenen.
Evolutionair gezien oudste deel. Bestaat uit onderste helft vh brein en ligt aan bovenzijde ruggenmerg.
Verbinding grote hersenen, ruggenmerg en kleine hersenen.
Hier ontspringen hersenzenuwen, verantwoordelijk voor zintuigelijke waarneming vd huid en gewrichten
vd nek, het gezicht en het hoofd en voor speciale zintuigen, zoals horen, smaak en evenwicht.
Opdrachten aan spieren vh aangezicht en nek.
Verantwoordelijk voor alertheid.
 Slaap-waakcyclus, maken van reflexmatige en willekeurige oogbewegingen, controleren
pupilgrootte, sturen reflexmatige lichaamsbewegingen en houdingen, voelen van beweging en
zwaartekracht, huilen, proeven, plassen, kauwen, slikken, vormen van speeksel, overgeven,
reguleren spijsvertering, honger, ademhalen, sturen bloedsomloop, basale vormen van horen.

Pons/ brug van Varol
Tussen verlengde merg en tussenhersenen. Houdt kleine hersenen vast.
Contact grote en kleine hersenen, onderdeel vd hersenstam.

,  Zorgt dat prikkels vh evenwichts- en gehoororgaan worden doorgegeven aan kleine hersenen.

Mensencephalon/ middenhersenen
Bovenste deel hersenstam.
 Betrokken bij regulatie v zintuigelijke en motorische functies en spelen bv rol bij totstandkoming
v oogbewegingen. Coördinatie visuele en auditieve reflexen. Defensieve reacties; aanvallen of
verdedigen.

Cerebellum/ kleine hersenen
Achter-onderzijde van de schedel.
 Voortbeweging, bewaren van evenwicht (maar niet noodzakelijk voor samentrekking
spieren/waarneming vd stand vh lichaam). Houdt in de gaten of doel vd beweging wordt bereikt
en evt aanpassingen maken; beschadiging zorgt voor minder gecoördineerd bewegen (ataxie).
Betrokken bij impliciet leren, vormen van leren die buiten het bewustzijn omgaan, maar wel
merkbaar zijn in gedrag.
Rol bij taal en werkgeheugen.

Paritëtaalkwab/ wandbeenkwab
Van opzij gezien aan de achter/bovenzijde gelegen deel vd hersenschors.
 Zintuigelijke en cognitieve functies; aandacht, ruimtelijk inzicht, lezen, rekenen.

Temporaalkwab/ slaapkwab
Beide zijkanten, ongeveer boven de oren.
Bevat hippocampus.f
 Verwerkt gehoor, geheugen, taalfuncties, visuele herkenning (agnosie en anomie).

,Cerebrum/ grote hersenen/ cortex
Geheel vd hersenkwabben.

Gebied van Broca
Onderdeel vd frontaalkwab. Ligt bij rechtshandige meestal links.
 Taalverwerking. Spraak en in stilte in jezelf praten. Motorische afasie.

Hersenvliezen
Omsluiten CZS.
3 van binnen naar buiten: zachte hersenvlies (pia mater), spinnenwebvlies (arachnoidea), harde
hersenvlies (duramater).
 Bescherming hersenen en ruggenmerg.

Hersenvocht
In ventrikels en subarachnoïdale ruimte (tussen binnenste en middelste hersenvlies).
 Beschermt hersenen en ruggenmerg tegen schokken. Voert afvalstoffen af. Handhaven
temperatuur.
Fornix
Gebogen bundel zenuwuitlopers die in twee richtingen de verbinding vormt tussen corpus mammillare
en hippocampus.
 Rol bij gevoelens, leerprocessen en motivering.

Hippocampus
Ligt onder/voorkant van de slaap- of temporaalkwab en vormt onderdeel vh limbisch systeem.
 Belangrijke rol opslag info in geheugen, ruimtelijke oriëntatie, controleren v gedrag dat van
belang is voor overleving.

Hypofyse
Aanhangsel hypothalamus. Onder invloed van hypothalamus.
Schakel CZS en hormoonstelsel.
 Regelt uitscheiding endocriene of hormoonproducerende klieren in het lichaam.

Hypothalamus
Aan voor- en onderzijde vd thalamus.
 Handhaven interne milieu (homeostase). Besturen hormonale systeem. Regulieren autonome
zenuwstelsel; klaarmaken voor actie en rust. Energiehuishouding; gevoelens van honger en dorst
en verzadiging. Biologische klok.
BEGRIPPEN
Meest voorkomend bij CVA:
Flexiepatroon: BE
Abductie, exorotatie, flexie, supinatie
Extensiepatroon: OE (maar kan in principe bij beide voorkomen)
Adductie, endorotatie, extensie, pronatie

Parese: Verminderde spierkracht (afgenomen)
Monoparese: Li arm of 1 been
Hemiparese/-plegie: Li of re extremiteiten

, Paraparese: Li en re benen
Quadriparese: Alle extremiteiten
Paralyse: Geen spierkracht (spierkracht 0)
Spastisch: Reflexpatroon. Motorische stoornis gekenmerkt door een snelheidsafhankelijke
toename in tonische rekreflexen (spiertonus) met overdreven peestrekkingen,
als gevolg van een overprikkelbaarheid van de rekreflex.
Onwillekeurig respons op sensorische prikkel.
Geassocieerde reacties = abnormale reflexbeweging hemizijde tijdens
‘inspanning’.
Synergie: Patroon. Primitieve patroonrespons. Samenspel van bewegingen tbv
functionaliteit (ondersteunende bewegingen als onderdeel van groter patroon).
Een willekeurig gebeuren dat in werking wordt gesteld bij het uitvoeren van een
taak.
Veel voorkomende patronen: flexie- en extensiesynergie BE.
Andere patronen mogelijk door bv: veranderde tonus, aanwezig zwakte of uitval
van controle over scapula

BEGRIPSOMSCHRIJVING PARESES
Paralyse Volledig krachtsverlies (in samengestelde woorden gebruikt men -plegie¬)
Parese Krachtsvermindering, maar geen volledige verlamming (ook hier soms in
samengestelde woorden -plegie)
Monoparese Krachtsvermindering 1 ledemaat
Hemiparese/-plegie Parese/paralyse aan 1 lichaamshelft
Tetra- (quadri)plegie Krachtsvermindering van alle ledematen
Paraparese, paraplegie Parese van beide benen
Diplegie Parese van beide lichaamshelften, maar benen veel meer dan armen



TERMINOLOGIE – NEGATIEVE EN POSITIEVE VERSCHIJNSELEN VAN
NEUROPATHIE
Hypo-esthesie - Verminderde gnostische sensibiliteit, vaak hypesthesie genoemd
Anesthesie - Afwezige gnostische sensibiliteit
Dysesthesie + Onaangenaam veranderd gevoel dat niet overeenkomt met de prikkel
Paresthesie + Onaangenaam, vaak prikkelend gevoel, dat spontaan zonder prikkel optreedt
Hyperesthesie + Overmatig gevoeligheid voor gevoelsprikkels
Hypoalgesie - Verminderde vitale sensibiliteit, vaak hypalgesie genoemd
Analgesie - Afwezige pijnzin
Allodynie + Pijnlijk gevoel bij prikkel die normaal geen pijn doet
Hyperalgesie + Sterk pijngevoel bij lichte pijnprikkel
Hyperpathie - / + Pijn bi aanraking die na stoppen van de prikkel nog doorgaat. Soms treedt pijn al
na lichte aanraking op, in andere gevallen as bij sterke prikkel of na enkele pijnprikkels
Causalgie + Voortdurend branderig gevoel zonder directe prikkel (zie CRPS)
Neuropathie + Zenuwuitval in het algemeen, maar ook: voortdurend irriterende pijn in een
zenuwgebied
Neuralgie + Kortdurende schietende pijn in het verloop van een zenuw

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaha. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added