100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden literatuur college 6 $4.31   Add to cart

Answers

Antwoorden literatuur college 6

1 review
 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking opdracht literatuur College 6: Daders met een psychotische stoornis Tiihonen, J., Isohanni, M., Räsänen, P., Koiranen, M., & Moring, J. (1997). Specific major mental disorders and criminality. A 26-year prospective study of the 1966 Northern Finland birth cohort. The American Journal o...

[Show more]

Preview 1 out of 2  pages

  • March 23, 2020
  • 2
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: timvbaalen • 3 year ago

avatar-seller
Opdrachten college 6
Naam: Melanie Hoeven
Studentnummer: 2575528

Vraag 1:
Wat blijkt uit deze studie over de relatie tussen psychotische stoornissen en
vermogensdelicten en over de relatie tussen psychotische stoornissen en geweldsdelicten?
Zijn deze relaties even sterk?
Deze studie laat zien dat een aantal specifieke psychotische stoornissen samenhangen met
een verhoogd risico op crimineel en agressief gedrag.
Wanneer we kijken naar de relatie tussen psychotische stoornissen en
vermogensdelicten zien we het volgende. Schizofrenie en stemmingsstoornissen met
psychotische kenmerken hebben een verhoogd risico op het plegen van geweldsdelicten. Dit
terwijl het risico van deze groepen voor andere delicten vrij laag is. Het risico op
geweldsmisdrijven is het hoogst wanneer mannen met schizofrenie ook te maken hebben
met middelenmisbruik. Ook organische psychische stoornissen paranoïde en andere
psychoses zien we vooral terug bij personen die een geweldsmisdrijf plegen.
Voor wat betreft vermogenscriminaliteit bestaat er een ander beeld. Organische
psychische stoornissen zorgen voor het grootste risico op vermogensdelicten. Deze stoornis
wordt gevolg door paranoïde en andere psychoses. Tot slot zien we ook bij
vermogenscriminaliteit dat schizofrenie een rol speelt.
Uit het onderzoek blijkt dat er meer psychotische stoornissen zijn die een risicofactor
vormen voor geweldsdelicten dan voor vermogensdelicten. We zien daarbij voor allebei de
delicten schizofrenie als een risicofactor, dit geldt echter in sterkere mate voor personen die
geweldsdelicten plegen dan voor mensen die vermogensdelicten plegen. Het omgekeerde
geldt voor organische psychische stoornissen, dit vormt vaker een risicofactor voor het
plegen van vermogensdelicten dan voor geweldsdelicten.

Vraag 2:
In dit artikel blijkt dat het lastig is om een oorzakelijke relatie vast te stellen tussen een
risicofactor en de kans op geweld bij psychotische patiënten. Beschrijf minstens drie
redenen hiervoor en leg kort uit wat het probleem is.
Het eerste probleem betreft studie design. Omdat het onmogelijk of onethisch is om
proefpersonen bloot te stellen aan relevante risicofactoren (bijvoorbeeld woonwijk,
psychotische symptomen, middelengebruik), is onderzoek naar psychose en geweld
noodzakelijkerwijs observerend van aard. Het nadeel van dergelijk onderzoek is dat het
gevoeliger is voor biases, dan bijvoorbeeld experimenteel onderzoek. Een ander voordeel
van experimenteel onderzoek is dat er geen relevante en significante verschillen zijn tussen
de twee onderzoeksgroepen. Bij observationeel onderzoek is dit mogelijk wel het geval.
Een tweede probleem betreft de definitie en het meten van geweld. De definities van
geweld lopen zeer uiteen. Sommige studies rekenen hieronder alleen fysiek geweld, terwijl
andere studies ook kijken naar verbaal geweld. Voor het meten van geweld geldt dat de
meest voorkomende gegevensbronnen zijn: strafregisters, case-notes en zelfrapportage.
Omdat de informatie vaak onvolledig en selectief is moet de methode in combinatie worden
gebruikt.
Tot slot is ook de definitie en meting van psychose problematisch. Psychose is zeer
verschillend gedefinieerd in verschillende studies. Het maakt soms deel uit van de brede

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melaniehoeven. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31
  • (1)
  Add to cart