Samenvatting hoorcolleges en bronnen Holland in Landschappen
0 view 0 purchase
Course
Holland in Landschappen
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
In deze samenvatting staat alle leerstof uit de hoorcolleges en bijbehorende bronnen/artikelen kort en duidelijk uitgelegd met afbeeldingen en voorbeelden.
,Leerdoelen
Toetscriteria Tentamen Weging in %
De student kan de ontstaansgeschiedenis en historisch-geografische
40
kenmerken van verschillende hollandse landschappen benoemen
De student kan voorbeelden geven van (gevolgen van) de invloed van de mens
30
op het landschap in relatie tot de natuurlijke omstandigheden
De student kan de lagenbenadering uitleggen en onderlinge verbanden tussen
30
de verschillende lagen herkennen
De student kan:
Bron 1 = NL door 600 miljoenjaar + geologie NL website tijdvakken
1. maakt kennis met de ontstaansgeschiedenis van verschillende landschapstypen in (West-)
Nederland
2. maakt kennis met de fysische opbouw van verschillende landschappen
bron 2 = op waterbasis
1. maakt kennis met de lagenbenadering als analysemethoden
2. kan de lagenbenadering uitleggen en onderlinge verbanden tussen de verschillende lagen
herkennen
bron 3 = zeekleilandschap
1. maakt kennis met de fysische opbouw en culturele occupatiepatronen van het
zeekleilandschap
2. kan de ontstaansgeschiedenis en historisch-geografische kenmerken van het
zeekleilandschap benoemen
bron 4 en 5 = landschapsvormen en landschapsvormende krachten
1. maakt kennis met de ontstaansgeschiedenis van verschillende landschapstypen in (West-)
Nederland
bron 6 = veen landschappen
1. maakt kennis met de fysische opbouw en culturele occupatiepatronen van het veenlandschap
2. kan de ontstaansgeschiedenis en historisch-geografische kenmerken van het veenlandschap
benoemen
bron 7= duinlandschap
1. maakt kennis met de fysische opbouw en culturele occupatiepatronen van het duinlandschap
2. kan de ontstaansgeschiedenis en historisch-geografische kenmerken van het duinlandschap
benoemen
bron 8 en 9 = NL in de toekomst + op waterbasis; nieuwe fysiografische kaart van NL 2020
1. kan voorbeelden geven van (gevolgen van) de invloed van de mens op het landschap in
relatie tot de natuurlijke omstandigheden
1
,PERIODEWEEK 2
Artikel: NL door 600 miljoen jaar veranderingen in plaats en klimaat
- maakt kennis met de ontstaansgeschiedenis van verschillende landschapstypen in (West-) Nederland
- maakt kennis met de fysische opbouw van verschillende landschappen
• Filmpje ‘de aarde door de geologische tijd’ = aarde blijft altijd in beweging door beweging aardplaten
= indeling is door miljoenen jaren heen nooit hetzelfde gebleven en zal nu ook blijven veranderen.
• Filmpje kwartair: weten wat er toen gebeurde in NL
chronologische samenvatting van belangrijke gebeurtenissen in het Kwartair:
1. Ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden begon het Kwartair.
2. Gedurende het Kwartair waren er herhaalde glacialen (ijstijden) en interglacialen (warmere periodes) als
gevolg van klimaatschommelingen.
3. Menselijke evolutie versnelde, met de opkomst van Homo erectus en de uiteindelijke opkomst van Homo
sapiens.
4. Verschillende hominidensoorten, waaronder Neanderthalers, bewoonden delen van de wereld.
5. De megafauna, waaronder mammoeten en sabeltandtijgers, stierven uit aan het einde van de laatste
ijstijd.
6. Het Holoceen begon ongeveer 11.700 jaar geleden, gekenmerkt door een warmer klimaat en het
opkomen van menselijke beschavingen.
7. Landbouw ontstond, wat leidde tot de ontwikkeling van dorpen en steden.
8. Menselijke beschavingen verspreidden zich over de hele wereld en ontwikkelden complexe culturen.
9. Zeespiegels begonnen te stijgen als gevolg van smeltende ijskappen.
10. Klimaatverandering bleef een constante factor, met variaties in temperatuur en neerslag die van invloed
waren op ecosystemen en menselijke samenlevingen.
De gebeurissen in het Kwartair hebben een diepgaande invloed gehad op de aarde, het klimaat, de evolutie van
het leven en de ontwikkeling van menselijke samenlevingen.
Hoofdlijn artikel = “Nederland heeft een fascinerende geologische reis gemaakt over de aardbol. Als gevolg van
die reis, dwars door alle klimaatzones heen, is het klimaat van het stukje van de aardkorst waar Nederland ligt
voortdurend veranderd.’’ = landschap is voortdurend veranderd
de rest van de wereld heeft dus ook een geologische rijs doorgemaakt: het bestond uit een supercontinent die uit
elkaar is gevallen en in een andere vorm terecht is gekomen door platen tektoniek over miljoenen jaren.
Ontstaan geschiedenis landschappen en landschapstypes
• NL is heel goed in kaart gebracht, we kennen het goed (door boringen)
→ over aardlagen uit paleozoiucm (600m) weten we weinig.
1. Het siluur = oudste gesteentes die ooit gevonden zijn komen uit dit tijdvak
= begin geologische geschiedenis
2. Devoon tot vroeg-carboon = ontstaan koraalriffen. Na ontstaan laurussia bevond nl zich in tropische
zone = greenhouse condities = hoog zeeniveau = NL lag onderwater = ontstaan koraalriffen
3. Midden tot laat carboon = tropische wouden. NL lag nu in midden na ontstaan pangea >
gebergtevorming = bekken gevuld = vruchtbare grond = land gekoloniseerd door planten/bomen > NL
was aangekomen op hoogte evenaar = ontwikkeling tropische moerassen
4. Perm = bron van zout en gas. Pangea bewoog naar N = NL kwam in droge zone = NL werd
gedomineerd door ontstane zandwoestijn = Noord NL ging zandwoestijn over in zoutmeer door
bodemdaling = door gebrekkige verbinding met zee en sterke verdamping dampte zee telkens weer in =
bleef elke x zoutlaag achter = ontstaan km dik zoutpakket:
→ ontstaan NL gasvelden: Opeenvolging tropisch oerwoud > woestijn > zoutmeer = ontstaan gas:
1. Gas is ontstaan uit koollagen (resten wouden)
2. Gas verplaatste naar gesteente (duinzande)
3. Het wordt afgedekt door ondoorlaatbare zoutlaag
5. Mesozoïcum = begin opbreken van pangea. Pangea brak zich geleidelijk op in continenten nu =
extensie (rek) aardkorst = vorming breuken en riftbekkens = vulkanisme tot gevolg
2
, 6. Trias = een nieuw begin. Tijdens overgang perm > trias waren extreem hoge tempraturen = er stierven
meer diersoorten dan wanneer dan ook.
In deze periode zag je eerste aanwijzing opbreken pangea = effecten van extensie werden merkbaar
→ NL = was ook extreem warm en droog. Nog geen diepe riftbekkens. wel gevolgen breukactiviteit =
1) via riftbekkens kon zeewater NL bereiken = milieu veranderde van continentaal > marien.
2) zoutlaag begon te vervormen = ontstaan zoutmuren boven breuken
7. Jura = continental break – up. N-Amerika begon weg te drijven van afrika= ontstaan oceaan
→ voor vormen riftbekkens was NL bedekt met zee door bewegen naar N. = bij bodemdaling werd klei
afgezet > veel organisch materiaal afgezet = NL olievelden.
→ ontstaan riftbekkens NL > werden gevuld met klei en zandsteen > kwamen ergens anders omhoog
8. Krijt = reactivering van oude breuken. Amerikaanse continent brak van EU = Einde breukactiviteit =
noordzeegebied (+NL) begon te dalen = riftbekkens + platformgebieden door zee bedekt.
→ Randen hiervan werden zanden afgezet: erosieproducten van landen rondom zee.
→ Centrum hiervan werden kleien afgezet.
> uiteindelijk EU lag onderwater (warm klimaat) = planktonorganisme uit zee zonk als dood ging =
stapelde zich op tot kalksteenlaag.
> Afrika en italie botste tegen EU = vorming plooigebergte Alpen = oude breuken werden gereactiveerd
= sedimenten riftbekkens werden omhoog geduwd = structurele inversie
9. Tertiair = vorming van alpen ging verder. Weer hoge tempraturen op aarde = hoog zeeniveau = NL weer
onderwater. Later ontstond grote rivier > bouwde delta in Noordzee uit = noordzee ondieper tot brede
kust ontstond met meanderende rivieren. > ijstijden maakte einde aan rivier.
10. Holoceen = delta van rhijn en maas. Sinds ijstijden ligt groot deel NL in delta van rhijn en maas = zeer
dynamisch landschap: telkens laagjes slib wordt afgezet + overstroomd + verlegd = landschap NL
veranderd voortdurend. Bodem kust daalt + zeespiegel stijgt.
→ wij voorkomen met dijken afzet nieuwe sedimenten land = bodemdaling en zeespigelstijging niet
gecompenseerd met nieuwe sedimenten = delta bouwt niet meer op
→ dit is nu = icehouse periode
11. De toekomst = de delta groeit door.
1) NL beweegt altijd al naar N = later zal NL dichter bij Noordpool liggen
2) Er zijn vaak broeikascondities, dus later zal dit nog meer worden
3) Afrika zal tegen EU aan blijven drukken = alpen blijven groeien
4) Erosiemateriaal zal door rhijn naar noordzee worden afgevoerd
5) Bodemdaling NL zal doorgaan + zal bedekt worden met deltasediment
6) Onze dijken en dammen zullen daling en sedimentatie niet bij kunnen houden
Holoceen en pleistoceen vormen dus samen kwartair,
we bevinden ons nu in holoceen en dus ook in kwartair
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemidemooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.81. You're not tied to anything after your purchase.