19e eeuw: Qing-dynastie → regeerde als absolute vorsten en gingen ervan uit dat de
hemel hun absolute macht verleende.
Land onderverdeeld in provincies → prefecturen → districten.
Aan elk hoofd stonden ambtenaren (mandarijnen) benoemd door de keizer (en examen
doen)
confucianisme (door Koeng Foe-tsoe) (551-479 v.chr):
- juist persoonlijk gedrag: mens is goed van aard, als de mens zich juist gedroeg dan
verdwenen al de problemen
- “vijf menselijke relaties”: juiste betrekkingen tussen heerser en onderdanen, vrouw
en echtgenoot, vader en zoon, oudere en jongere broer, en vrienden.
- de hogere moesten vriendelijk en welwillend zijn en goede voorbeeld, lagere
toegewijd en gehoorzaam.
- enorm veel rituelen en vaste omgangsvormen → wie zich daaraan, hield gedroeg
zich op de juiste manier.
eind 18e eeuw verzwakking bestuur door:
1) corruptie (en en dus ook inefficiëntie) in het bestuur
2) politieke crisis: het corrupte bestuur en de natuurrampen leidden ertoe.
3) hongersnoden door natuurrampen, uitbuiting door de overheid en gevolg van
overbevolking.
de eerste opium oorlog(1839-1842):
- China stelde zich superieur aan andere landen en vonden dat zij een voorbeeld voor
iedereen waren. Ze handelde zeer weinig met het buitenland.
- het westen was bezig met modern imperialisme.
- Engelsen voerden steeds meer opium naar China, wat steeds schadelijker werd voor
China want: kostte steeds meer chinees zilver en enorm veel mensen waren
verslaafd.
- Het werd verboden, maar het was makkelijk om de Chinese ambtenaren om te
kopen en zo nam de verkoop toch toe.
- aanleiding oorlog: koningin Victoria weigerde te helpen met het verbod en dus liet
de keizer (in 1839) een half miljoen kilo in beslag genomen opium vernietigen.
Engelsen boos en stuurden een vloot en een leger.
- De Britten wonnen heel overtuigend, eerste keer voor Qing om zo verslagen te
worden. Engelsen grote voorsprong door industriële revolutie.
1842: verdrag van Nanking (gedwongen)
- vijf havens werden opgesteld voor britse kooplieden
- eiland Hongkong werd van de britten
- britse kooplieden vielen niet onder chinees bestuur of rechtspraak
- zes miljoen dollar schadevergoeding
- verdrag werd periodiek herzien
, → Er volgt een serie van verdragen → ongelijke verdragen = veel gunstiger voor het
westen dan voor China. → gevolgen: verlies zeggenschap over grondgebied, verlies
inkomsten uit economische centra die voor een deel in handen van buitenlandse
mogendheden kwamen.
Na gewapende conflicten kwamen grote delen van het keizerrijk in handen van Japan,
Frankrijk en Rusland. Die namen ook enkele overheidstaken over.
De tweede opiumoorlog(1856-1860):
- Toen de beloofde periodieke herzieningen van de verdragen kwamen, weigerde
China mee te werken → Frankrijk en Engeland besloten een nieuwe oorlog te voeren
om meer concessies af te dwingen. Chinezen hadden weer geen kans.
1858: verdrag van tianjin
- engeland, frankrijk, VS en rusland mochten in peking ambassades neerzetten
- 10 nieuwe open havens (verdragshavens)
- westerse mogendheden kregen exterritoriale rechten (soevereiniteit binnen china)
- opiumhandel mocht weer
- christendom mocht overal in china
- buitenlanders mochten door heel china reizen
- importheffingen werden in het voordeel van de buitenlandse mogendheden geregeld
- China moest een enorme schadevergoeding betalen aan Britten en Fransen.
→ ze probeerde dit verdrag nog te voorkomen en de oorlog werd hervat, maar in 1860
aanvaarde ze het alsnog
De Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895):
- zowel china als japan bezig met modernisering van het leger, maar china liep achter
- japan gebrek aan grondstoffen en overbevolking dus wil korea veroveren (vazalstaat
china). → oorlog breekt uit
- China weer geen schijn van kans door achterstand en enorme strijdlust van de
Japanse soldaten.
1895: vrede van Shimonoseki (china gedwongen)
- erkenning onafhankelijkheid korea (wordt nu protectoraat van japan)
- afstaan gebieden: taiwan, de pescadores en liadong(eiland)
- toestemming om fabrieken te bouven bij elke verdragshaven (de andere landen
mogen dit dus nu ook)
- grote schadevergoeding
- afstaan grondgebied aan rusland, frankrijk en duitsland (die haakten in op het
verdrag)
Binnenlands verzet tegen het falende gezag nam toe en protesten tegen de buitenlandse
macht werden steeds groter.
De opstand van de Taiping (1850-1864):
- einde maken aan Qing-dynastie en de macht van het westen over china
- hervormingen: afschaffing confucianisme, afstand particulier bezit, gelijkstelling
vrouwen en mannen en opheffing van de ongelijke verdragen en van de exterritoriale
rechten.
- succes want: sterke leider Hong, de op gelijkheid gerichte onderdelen in het
programma spraken de armen aan en hij kon rekenen op steun van generaals en
ministers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annestommels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.