100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting IFRS college $7.93
Add to cart

Summary

Samenvatting IFRS college

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting IFRS van de colleges 1-6, cijfer 7,5

Preview 4 out of 160  pages

  • November 30, 2024
  • 160
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
WEEK 1
ORGANISATIONAL STRUCTURE AND PROCESS OF SETTING IFRS
De IFRS Foundation is verantwoordelijk voor het toezicht op de ontwikkeling en
bevordering van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De IASB is het
belangrijkste normstellende orgaan van de IFRS Foundation. Het ontwikkelt en geeft de
IFRS-standaarden en interpretaties uit. Verantwoordelijkheden van de IASB zijn:
- Ontwikkelen en publiceren van IFRS standaarden;
- Het goedkeuren van exposé-concepten en definitieve standaarden;
- Het goedkeuren van interpretaties ontwikkeld door de IFRIC.

Het IFRIC ontwikkelt en publiceert interpretaties van de IFRS-standaarden om te helpen
bij het verduidelijken van hun toepassing. De verantwoordelijkheid van de IFRIC is: het
ontwikkelen van richtlijnen en interpretaties om inconsistenties en onduidelijkheden in de
toepassing van IFRS te verminderen.

De Monitoring Board houdt toezicht op de IFRS Foundation en waarborgt dat het bestuur
van de IFRS Foundation onafhankelijk en effectief werkt. Verantwoordelijkheden van de
monitoring board: het aanstellen van leden van het bestuur van de IFRS Foundation en
het waarborgen van de transparantie en verantwoordelijkheid van de IFRS Foundation.

De IFRS Advisory Council (voorheen de Standards Advisory Council, SAC) fungeert als een
adviesorgaan voor de IASB. Het biedt advies en feedback aan het IASB over de
ontwikkeling en implementatie van IFRS-standaarden.

Het proces voor de ontwikkeling van een IFRS omvat doorgaans de volgende stappen:
Van een stuurgroep of adviesgroep:
- Een stuurgroep of adviesgroep geeft advies over belangrijke projecten.
- Ontwikkelen en publiceren van een discussiedocument: Voor grote projecten
wordt een discussiedocument ontwikkeld en gepubliceerd.
- Ontwikkelen en publiceren van een Exposé-concept: Na ontvangst van de reacties
op het initiële discussiedocument, ontwikkelt en publiceert de IASB een Exposé-
concept.
- Goedkeuren en uitgeven van een definitieve standaard: Na ontvangst van de
reacties op het Exposé-concept, keurt de IASB de standaard goed en publiceert
deze als definitieve standaard.

Elk concept-verklaring van principes, discussiedocument en Exposé-concept van een
standaard wordt gepubliceerd voor openbare commentaar.

CONCEPTUAL FRAMEWORK FOR FINANCIAL REPORTING
Het Conceptual Framework for Financial Reporting is een fundamenteel document dat
door het International Accounting Standards Board (IASB) is opgesteld om de
basisprincipes en richtlijnen te bieden voor het ontwikkelen en begrijpen van financiële
verslaggeving. Consistentie wordt bereikt omdat alle standaarden op dezelfde concepten
zijn gebaseerd.

Het doel van financiële verslaggeving richt zich op de informatiebehoeften van
kapitaalverstrekkers. Het doel van financiële verslaggeving voor algemene doeleinden is
om financiële informatie te verstrekken over de rapporterende entiteit die nuttig is voor
bestaande en potentiële investeerders, kredietverstrekkers en andere schuldeisers bij het
nemen van beslissingen over het verstrekken van middelen aan de entiteit.

Het framework legt uit dat de primaire gebruikers waarop financiële verslaggeving is
gericht, degenen zijn die grotendeels moeten vertrouwen op algemene financiële
rapporten voor veel van de informatie waarop ze hun beslissingen baseren.

Mooi meegenomen: de informatiebehoeften van investeerders dekken in grote mate de
informatiebehoeften van andere belanghebbenden (werknemers, leveranciers, overheden

,en het algemene publiek). Toezichthouders zijn niet opgenomen in de lijst van primaire
gebruikers, omdat zij de bevoegdheid hebben om de informatie op te vragen die ze nodig
hebben.

Primaire gebruikers hebben informatie nodig over de hoeveelheid, timing en onzekerheid
van toekomstige netto kasinstromen naar de entiteit, maar ook over hoe effectief en
efficiënt het management zijn verantwoordelijkheden heeft vervuld bij het gebruik van de
bestaande middelen van de entiteit.




Het framework:
- beschrijft de basisconcepten die ten grondslag liggen aan de opstelling en
presentatie van financiële overzichten voor externe gebruikers.
- dient als richtlijn voor de raad bij het ontwikkelen van toekomstige IFRSs en als
hulpmiddel bij het oplossen van boekhoudkundige vraagstukken die niet direct
worden behandeld in een IAS, IFRS of interpretatie.

Bij afwezigheid van een standaard die specifiek van toepassing is op een transactie, moet
het management zijn oordeel gebruiken bij het ontwikkelen en toepassen van een
boekhoudbeleid door het raadplegen van het framework.

In een beperkt aantal gevallen kan er een conflict zijn tussen het framework en een
vereiste binnen een standaard. In het geval van een conflict hebben de vereisten van de
standaard voorrang op die van het framework.

Volgens het model bestaan financial statements uit de volgende elementen: assets,
liabilities, equity, income en expense. De definitie van de elementen biedt een
gestructureerde manier om de financiële positie en prestaties van een entiteit vast te
leggen. Het helpt ook bij het bepalen welke items moeten worden erkend en gemeten in
de financiële staten, wat zorgt voor consistentie en vergelijkbaarheid.

Underlying assumptions van het framework, zoals continuïteit en accrual, bieden een
basis voor hoe en wanneer financiële informatie wordt gepresenteerd. Dit zorgt voor een
gemeenschappelijk kader waarbinnen financiële gegevens worden geïnterpreteerd.
 Continuïteit: De veronderstelling dat de entiteit haar activiteiten zal voortzetten in
de nabije toekomst en niet van plan is om te stoppen of significant te
verminderen.
 Accrual basis: De veronderstelling dat de activiteiten van de entiteit kunnen
worden opgedeeld in tijdsperioden, zoals kwartalen of jaren, voor
rapportagedoeleinden.

Qualitative characteristics van het framework bepalen de kwaliteit van de informatie die
wordt gepresenteerd. Dit zorgt ervoor dat de informatie nuttig is voor de gebruikers.

,  Relevantie: Informatie moet relevant zijn voor de besluitvorming van de
gebruikers. Dit houdt in dat de informatie moet helpen bij het voorspellen van
toekomstige kasstromen en het bevestigen van eerdere beoordelingen.
Materialiteit is een entiteitsspecifiek aspect van relevantie in het Framework van
2010, en geen opzichzelfstaand concept. Informatie is materieel als het weglaten
of onjuist weergeven ervan de beslissingen zou kunnen beïnvloeden die op basis
van die informatie worden genomen. Niet-materiële informatie beïnvloedt de
beslissingen niet. Daarom is niet-materiële informatie niet relevant.
 Getrouwe Weergave: Informatie moet een getrouwe weergave geven van de
economische realiteit. Dit betekent dat de informatie compleet (informatie is
volledig als een gebruiker het afgebeelde fenomeen kan begrijpen), neutraal (niet
opzettelijk overdreven, onderbelicht, benadrukt of afgezwakt) en zonder fouten
moet zijn (houdt in dat er geen fouten zijn in het proces dat is gebruikt om de
informatie te produceren en geen fouten in de beschrijving ervan).
 Vergelijkbaarheid: De informatie moet vergelijkbaar zijn met die van andere
entiteiten en met die van voorgaande periodes om gebruikers in staat te stellen
vergelijkingen te maken.
 Verifieerbaarheid: Informatie moet zodanig worden gepresenteerd dat een
onafhankelijke derde partij het kan verifiëren.
 Tijdigheid: Informatie moet tijdig beschikbaar zijn om nuttig te zijn voor de
besluitvorming van de gebruikers.
 Begrijpelijkheid: Informatie moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de gebruikers
met een redelijke kennis van de bedrijfs- en economische activiteiten.




Recognition & derecognition bepalen wanneer en hoe items in de financiële staten
worden opgenomen of verwijderd. Dit helpt bij het correct vastleggen van de financiële
situatie en prestaties van een entiteit.

Erkenningscriteria:
Een item moet worden erkend in de financiële staten (FS) als het gebruikers nuttige
financiële informatie biedt: relevante informatie, een getrouwe weergave van het actief
of de verplichting en de resulterende inkomsten, uitgaven of veranderingen in eigen
vermogen.

Derecognitie is de verwijdering van een deel of het geheel van een actief of verplichting
uit de Staat van Financiële Positie (SFP) wanneer de entiteit de controle over het actief
verliest of geen huidige verplichting meer heeft voor de verplichting.

Erkenning biedt mogelijk niet relevante informatie als er onzekerheid bestaat over het
bestaan van het element of als er een lage waarschijnlijkheid is van een instroom of
uitstromen van economische middelen.

Kortom de veranderingen in de nettoactiva worden getrouw weergegeven als de
volgende punten gehanteerd worden bij de recognising en derecognising:
Elk overgedragen, verlopen of verbruikte component derecogniseren
Elk behouden component te recogniseren.
Winsten en verliezen op bovenstaande te erkennen.

, Derecognitie zou niet gepast zijn als de blootstelling aan variaties in de economische
voordelen van de component behouden blijft.

Measurement bepaalt hoe activa en passiva worden gewaardeerd en gepresenteerd in de
financiële staten. Dit beïnvloedt direct de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de
rapportage. Het biedt verschillende basisprincipes voor het meten van waarde, wat helpt
bij het vergelijken van financiële informatie tussen entiteiten en tijdperken.
 Historical cost van een activum of passief, wat de oorspronkelijke prijs is die werd
betaald bij de verwerving.
 Fair value: de prijs in een ordelijke transactie tussen marktdeelnemers.
 Value in use: (of vervullingswaarde) de huidige waarde van de kasstromen die een
entiteit verwacht te verkrijgen uit het voortdurende gebruik van een actief en de
uiteindelijke verkoop ervan (wordt gedefinieerd als een entiteit-specifieke
waarde).
 Current cost: De waarde waarbij de entiteit het actief zou verwerven tegen de
huidige marktprijzen.

Current cost verschilt van fair value en value in use, omdat de current cost een
instapwaarde is, terwijl fair value en value in use exitwaarden zijn, die zich richten op de
waarden die uit het item zullen worden gehaald.

Beperking delen informatie: Kosten zijn een pervasive constraint/beperking voor de
informatie die kan worden verstrekt door algemene financiële verslaggeving. Het
rapporteren van dergelijke informatie brengt kosten met zich mee, en deze kosten
moeten gerechtvaardigd worden door de voordelen van het rapporteren van die
informatie.
Capital maintenance garandeert dat het kapitaal van de entiteit wordt beschermd, wat
essentieel is voor de duurzaamheid van een onderneming. Het helpt bij het begrijpen van
de impact van prestaties en transacties op het vermogen van de entiteit. Het bepaalt hoe
winst en verlies worden berekend, wat invloed heeft op de evaluatie van de financiële
gezondheid en prestaties van de entiteit.
 Financieel Kapitaal: Het idee dat kapitaal wordt beschouwd als het vermogen van
een entiteit om in toekomstige perioden waarde te behouden en niet te
verminderen. Het behoud van financieel kapitaal betekent dat de entiteit haar
vermogen behoudt en niet verliest door operationele verliezen of andere
negatieve factoren.
 Fysiek Kapitaal: Het concept dat kapitaal wordt beschouwd als het fysieke
vermogen van een entiteit om producten of diensten te leveren, en dat de entiteit
haar fysieke capaciteit behoudt in plaats van alleen een financieel niveau van
kapitaal.

A principles based approach: IFRS weerspiegelen een principes-gebaseerde benadering
voor het ontwikkelen van boekhoudkundige standaarden in plaats van een regels-
gebaseerde benadering.

Principes-gebaseerde standaarden richten zich op het vaststellen van algemene principes
die zijn afgeleid van het raamwerk, en die de erkennings-, meet- en rapportagevereisten
weerspiegelen voor de transacties die onder de standaarden vallen.

Daardoor neigen IFRS ertoe om aanvullende richtlijnen te beperken en wordt
professioneel oordeel aangemoedigd bij het toepassen van de algemene principes op
transacties die specifiek zijn voor een bepaalde entiteit of sector.

ELEMENTEN


ASSET
Actief - een huidig economisch middel dat door de entiteit wordt beheerst als resultaat
van verleden gebeurtenissen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isadekker27. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.93
  • (0)
Add to cart
Added