VOLLEDIGE samenvatting Sociale Psychologie - gegarandeerd alles dat je moet weten voor je tentamen!
4 views 0 purchase
Course
Sociale Psychologie (500305B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Een volledige samenvatting van Sociale Psychologie. De samenvatting is uitgebreid, volledig, maar ook beknopt inclusief een aantal voorbeelden zodat de stof voor iedereen helder is. Leer dit en je haalt het tentamen gegarandeerd.
1.2. Wat is sociale psychologie.
Psychologie: de wetenschappelijke studie naar gedrag en het innerlijke leven van de mens.
Sociale psychologie: wetenschappelijke studie naar manier waarop gedachten, gevoelens en
gedrag van mensen wordt beïnvloed door aanwezigheid anderen.
Mensen worden beïnvloed door de fysieke aanwezigheid van anderen
= Expliciete aanwezigheid
Maar mensen in gedachten beïnvloeden ons gedrag ook
= Impliciete aanwezigheid
Sociale invloed is het effect dat de woorden, daden of alleen al aanwezigheid van andere
mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen of gedrag.
Klinisch & persoonlijkheidspsychologie kijkt naar individu, sociale psychologie kijkt naar individu
in sociale context. Ziet het nooit los van sociale context. Invloed van anderen.
—> Hoe construeren individuen hun sociale situatie?
Construct = manier waarop mensen sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
1.3. Perspectieven sociale psychologie
Evolutionair
Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe wij ons genetisch over eeuwen heen hebben
aangepast om overlevings- en voorplantingskansen te vergroten
Darwin: evolutietheorie. Natuurlijke selectie —> belangrijke eigenschappen worden
doorgegeven aan nageslacht, andere ongunstige kenmerken sterven uit.
Bewijs evolutietheorie: guppy-experiment. Guppy’s passen huid aan aan bodem tegen prooien.
Camouflage.
Evolutie helpt om menselijk gedrag te verklaren door:
• mensen hebben veel gemeen met dieren (gezichtsuitdrukkingen)
• geeft inzicht in menselijke gewoontes (universeel, door de hele wereld bijv. vormen van
relaties. Hoe het eruit ziet is anders, maar niet het feit dat je relaties vormt)
• Incest wordt overal afgekeurd. Kleinere kans op gezond nageslacht.
Socio-cultureel
Invloed van groep waarin je opgroeit en beweegt.
Hoe helpt cultuur om menselijk gedrag te verklaren?
• tradities, gewoontes en gedragingen zijn verschillend, afhankelijk van cultuur
(spinnen/honden eten)
• correcte manier van gedragingen. Wat is respectvol? (Hand geven vs knikken, etc.)
Cross-cultureel onderzoek: onderzoek met leden van verschillende culturen om te kijken of
variabelen/gedrag aanwezig zijn in beide culturen of specifiek in 1 cultuur.
,Sociaal leren
Sociaal gedrag verklaart door leerervaringen in het verleden. Wat meegemaakt en hoe
verklaart/voorspelt dat gedrag (in de toekomst)?
Hoe helpt sociaal leren om menselijk gedrag te verklaren?
• mensen zijn geneigd om gedrag te imiteren van rolmodellen (later ook naar kerk als je dat
moest tijdens opvoeding)
Interactie tussen perspectieven
Leren taal: universeel. Iedereen drukt zich verbaal uit. Maar taal die je spreekt hangt af van waar
je opgegroeid bent (evolutie + socio-cultureel)
1.4. Persoon X situatie
Wat bepaalt ons gedrag?
Kunt gedrag niet alleen toewijzen aan persoon, ook omgeving/situatie —> Kurt Lewin: B = f(P X E)
Omgeving waarin je opgroeit heeft invloed op hoe je je ontwikkelt en op je gedrag. Vormt je als
mens.
Aanwezigheid van anderen beïnvloed ons, gaan ons moreler gedragen. Normen verschillen ook
per situatie (met vrienden in de kroeg vs. eerste ontmoeting schoonfamilie).
Niet iedereen ervaart situatie hetzelfde → basis van gestaltpsychologie:
Bestudeert de subjectieve manier waarop een object in de geest van mensen verschijnt
Naïef realisme = mensen zijn overtuigd dat de dingen die zij zelf waarnemen, is hoe het
daadwerkelijk is.
Basale menselijke motieven. Mensen zijn subjectief in ervaringen.
Zelf-verbeteringsmotief: mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
Accuraatheidsmotief: mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
Illusies om motieven met elkaar in overeenstemming te brengen:
- Beter-dan-gemiddeld effect (denkt beter te kunnen autorijden/studeren)
- Onrealistisch optimisme (onderschatten kans op slechte gebeurtenissen zoals ziekte/ongeluk,
overschatten kans dat er iets goeds gebeurt zoals loterij winnen)
- Vals consensus effect (je denkt dat een slechte eigenschappen die je hebt iedereen wel heeft)
- Vals uniciteitseffect (je denkt dat een goede eigenschap van jezelf niemand anders heeft)
,2.1. Sociale psychologie in crisis.
Problemen sociaal psychologen en sociaal psychologisch onderzoek:
1. Imago
‘Gewoon gezond verstand gebruiken’ ‘Dit wist ik al’
→ Hindsight bias: je krijgt informatie te horen die je logisch vindt klinken en denkt daardoor dat
je dit al wist.
2. Slechte onderzoekspraktijken
Kritischer gaan kijken hoe onderzoeken zijn uitgevoerd: replicatiecrisis.
Onderzoeken die in het verleden zijn uitgevoerd worden opnieuw uitgevoerd (replicatie) en
daarbij worden andere resultaten gevonden. Theorieën blijken niet te kloppen.
Methoden om dit te voorkomen:
• Replicatieonderzoek. Eerder onderzoek opnieuw uitvoeren om te kijken of je zelfde
resultaten vindt.
• Meta-analyses. Kijkt naar gemiddelde effect van verschillende studies met dezelfde
onderzoeksvraag en achterhaalt zo of het klopt.
• Open Science. Hypotheses pre-registreren, voorspelling van tevoren vaststellen.
Materialen, data, analyses openbaar.
3. Onethisch onderzoek
Ethiek
Informed consent (vooraf informeren, handtekening)
Voorkom misleiding (zeggen dat ze iets heel slecht hebben terwijl dit niet zo is)
Bescherm deelnemers (pijn, ongemak)
Vertrouwelijkheid (privacy)
Debriefing (na experiment uitleg wat je hebt gedaan, misleiding? en wat je verwacht had)
→ IRB zorgt ervoor dat onderzoek goed uitgevoerd wordt en proefpersonen beschermd zijn
2.2. Theorieën testen.
1. Onderzoeksvraag. Beantwoorden met wetenschappelijk onderzoek.
2. Theorie. Verzameling gerelateerde aannames/voorspellingen om gebeurtenis te voorspellen.
3. Hypothese. Voorspelling wat er gaat gebeuren in bepaalde situatie, gebaseerd op theorie.
4. Studie. Test van hypothese.
Hypothese testen door:
Archiefanalyse. Data dat al beschikbaar is zoals krantenartikelen, CBS etc.
Observaties
Survey, vragenlijst.
2.3 Onderzoeksmethoden.
Correlationeel: onderzoekt de natuurlijke samenhang tussen variabelen zonder één van die
variabelen te beïnvloeden.
Voorbeeld: Extraversie is positief gecorreleerd met aantal vrienden
Negatief verband = hoe meer van de een, hoe minder van de ander (+ & -)
, Positief verband = hoe meer van de een, hoe meer van de ander of hoe minder van een, hoe
minder van ander (+ & + of - & -)
r = nooit precies 1 of -1. Mensen zijn complex en gedrag verandert.
Bij samenhang/verband is er geen oorzaak-gevolg! Ijs en zonnebrand heeft een positieve
samenhang, maar het is niet dat als je zonnebrand koopt je ook zin hebt in ijs.
Bovenliggende factor= temperatuur
Experimenteel: onderzoeksopzet waarbij deelnemers willekeurig toegewezen worden aan
conditie. Één variabele wordt beïnvloed, de ander wordt gemeten.
Voorbeeld: temperatuur-behulpzaamheid. Warme en koude kamer —> helpen mensen sneller in
een warme of een koude kamer?
Voordeel: je kunt uitspraak doen over causaliteit (oorzaak-gevolg)
Onafhankelijk variabele: variabele wordt gemanipuleerd. Oorzaak (temperatuur)
Afhankelijke variabele: wordt gemeten, gevolg (behulpzaamheid)
Is verschil in temperatuur statistisch significant?
Kijkt naar p-waarde, waarschijnlijkheidslevel
Hoe groot is de kans dat het resultaat toeval is? P-waarde zo klein mogelijk, nooit 0. Toeval kan
altijd. Onder .05.
P=0.01 = kans van 1/100 dat resultaat toeval is
Weet welke temperatuur het effect geeft door controle conditie. Groep mensen naar
kamertemperatuur. Kunt nu pas meten of mensen behulpzamer worden in warme ruimte of
minder behulpzaam in koude ruimte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michelle02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.