THEMA 0 INTRODUCTIE
Organiseren = het regelen/installeren van collectieve activiteiten zodat het collectieve resultaat superieur is aan het
resultaat van individuen die alleen werken
➔ Meerdere personen bij betrokken
➔ Collectief resultaat > som individuele resultaten
➔ Door taken te verdelen & op elkaar af te stemmen
Organisatie = regelmatigheden en uitkomsten van organiseren in termen van:
- structuur van rollen, taken en procedures
- processen (zoals integratie, controle, motivatie en leren)
- regelingen tot het overschrijden van organisatiegrenzen (boundary-crossing)
➔ Meerdere personen bij betrokken
➔ Collectief resultaat > som individuele resultaten
➔ Door taken te verdelen & op elkaar af te stemmen
➔ duurzaam en geregeld
➔ doelgericht
Waarom organiseren? Superieure resultaten/ uitkomsten mogelijk:
- Arbeidsdeling en specialisatie (verscheidenheid aan expertise en vaardigheden)
- Schaalvoordelen (economies of scale & scope)
- Grotere capaciteit om om te gaan met complexe omgevingen
- Uitoefenen van macht en controle
➔ Organisaties hebben meer macht dan het individu
➔ MAAR ze zijn geïnstitutionaliseerd, vaak hebben ze veel macht in de achtergrond zonder dat wij het altijd
beseffen
➔ Voorwaarden?
De wijze van organiseren zal bepalen hoe en in welke mate mensen bijdragen tot de collectieve activiteiten
→ heb aandacht voor de mens in organisaties
➔ Bv Vakbonden opgericht omdat deze meer macht hebben dan individuele arbeiders
➔ Risico’s bij slecht organiseren?
o Beperkte motivatie en moreel
o Late en onjuiste beslissingen
o Conflict en gebrek aan coördinatie
o Slecht reageren op nieuwe kansen en externe veranderingen
o Stijgende kosten
Aspecten van Organiseren: (! In case kunnen toepassen!)
1. Structuur
= hoe zijn de taken en verantwoordelijkheden verdeeld?
o Aspecten van structuur:
▪ Basis structuur
• Specialisatie: rollen, rolomschrijvingen en eenheden
• Hiërarchie: niveaus, autoriteit, rapporteringslijnen
▪ Procedures
• Regels (bv routines)
• Standaarden
• tijdschema’s (bv aan lopende band)
2. Integratie
= op welke manier zorgt men ervoor dat de verschillende werknemers/departementen op elkaar zijn
afgestemd, elkaar niet tegenwerken, niet in conflict liggen met elkaar?
1
, 3. Controle
= op welke manier zorgt men ervoor dat wat werknemers/departementen doen in lijn ligt met de
doelstellingen van de organisatie?
4. Motivatie
= Op welke manier zorgt men ervoor dat werknemers zich willen inspannen voor hun job en de doelstellingen
van de organisatie?
5. Leren
= Hoe kan de organisatie blijven leren/innoveren zodat
(a) niet steeds dezelfde fouten gemaakt worden
(b) de organisatie concurrentieel blijft
6. Managen van de organisatiegrenzen
o Zelf doen of uitbesteden?
o In 1 land of in meerdere landen?
o Alleen of samen met andere organisaties?
o Fysieke of virtuele grenzen?
o Hebben de aandeelhouders nog andere rol?
➔ Nieuwe netwerkvormen:
▪ Outsourcing ▪ Internationaal organiseren
▪ Virtuele organisatie ▪ Coöperatief organiseren
▪ Strategische allianties
THEMA 1 STRUCTUUR (de mechanistische organisatiekeuze)
1. MECHANISTISCHE ORGANISATIE
Oorsprong van de mechanistische organisatie:
➔ Oorsprong van de economie → oorsprong organisatie
1) Familie thuis ambacht, maken iets van a tot z en verkopen het
o Veel autonomie
o Slechts kleine hiërarchie
2) Industriële revolutie
o Ging hun inspiratie voor economische organisatie halen bij het leger
o Handhaven van ijzeren discipline
o Rangen implementeren (hiërarchie)
o Commandotaal
o Standaarduitrusting
o Doorgedreven trainingen voor efficiëntie
o Specialisatie implementeren → arbeiders vs leiding
Stroming 1: Scientific management
➔ 5 principes:
o Verschuif alle verantwoordelijkheid voor het organiseren van het werk van de arbeider naar de
manager (scheiding denken en doen)
o Splits de arbeid op in zeer kleine delen → extreme specialisatie
o Gebruik wetenschappelijke methoden (tijd- en bewegingsstudies) om de efficiëntste manier van
werk te verrichten, te bepalen (‘one best way’; de taak wordt losgekoppeld van de persoon)
o Selecteer de beste ‘man’ (juiste ‘man’ op de juiste plaats) & train ‘hem’ om het werk efficiënt te
verrichten
o Controleer/stuur de prestaties (taak van het middenmanagement; loon wordt gekoppeld aan
prestaties)
➔ Impact van Taylor:
Functioneel mechanisme (focus op de taak) (principes:)
o Horizontale arbeidsdeling (= 1 hiërarchisch niveau)
o Verticale arbeidsdeling (= hiërarchie)
o Werkstructurering (= hoe gaan we taken verdelen & werkplek inrichten)
o Standaardisatie / formalisatie (= voorschrijven van gedrag, hoe moet de taak uitgevoerd worden)
2
, Taylor kreeg veel kritiek (controversieel):
o “He destroyed the soul of working”
o “He dehumanized factories”
Taylor(isme) kreeg desondanks heel wat navolging
o Populair onder:
▪ Progressieven (geloof in de wetenschap)
▪ Mussolini, Lenin, Trotsky,…
o Onderzoek: time motions studies (Frank en Lilian Gilbreth)
Gilbreth: focus op efficiëntie zonder verlies van menselijkheid
Stroming 2: Klassieke managementtheorie
➔ Grondlegger: Henri Fayol
o Frans mijndirecteur
o Leefde van 1841 tot 1925
o Legde zich toe op de vraag hoe het topmanagement het bedrijf moest leiden
Taylor: focus op de werkvloer/taak (efficiëntie in taakuitvoering)
➔ 5 hoofdtaken: management is een proces van:
o Plannen en voorspellen
o Organiseren
o Leiden
o Coördineren
o Controleren
➔ Managementprincipes:
o Eenheid van bevel (1 baas → o Rechtvaardige beloning
duidelijkheid, consistentie) o Initiatief
o Span of control o Teamspirit; samenhorigheid; goede verhoudingen
o Scalaire keten o Streven naar laag personeelsverloop
o Eenheid van richting o Discipline en orde
o Specialisatie o Autoriteit en verantwoordelijkheid moeten hand in
o Centralisatie (van gezag) hand gaan
o Gelijkheid
Maatregelen (elementaire regels) die aan management moeten aangeleerd worden op school, ongeacht
van welke organisatie
Ongeacht de bedrijfscultuur / het bedrijfssysteem
Span of control = het aantal personen waarover een manager de leiding heeft
o Vlakke steile organisatiestructuur (weinig veel niveaus)
o Hoe breder, hoe efficiënter (kost minder) :
▪ hoe meer autonomie en hoe vlotter de verticale communicatie
▪ maar bij te breed wordt het niet meer effectief (onvoldoende ondersteuning en
leiding; communicatieproblemen)
Scalaire keten = ononderbroken lijn van gezag die van de top van de organisatie naar het
laagste echelon loopt en aangeeft wie leiding heeft over wie
Organogram = schematische voorstelling van exact gedefinieerde taken / functies die op
een hiërarchische wijze georganiseerd zijn met duidelijke gezags- en communicatielijnen
Autoriteit en verantwoordelijkheid moeten hand in hand gaan
o Autoriteit (macht/beslissingsbevoegdheid) > verantwoordelijkheid en toerekening
▪ Willekeurig gedrag, onverantwoordelijk gedrag, corruptie , vriendjespolitiek
o Verantwoordelijkheid > autoriteit
▪ Onmogelijkheid om middelen te krijgen en om dingen gedaan te krijgen → frustratie voor het
individu; gebrek aan resultaten voor de organisatie
➔ Impact van Fayol:
Sociaal mechanisme (focus op relatie)
o Autoriteitsstructuur
o Onpersoonlijk legalisme
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatcommeine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.11. You're not tied to anything after your purchase.