deze samenvatting is alle leerstof (handboek en college notities) van het vak wijsgerige pedagogiek deel I. het betreft dus de inleiding klassieke oudheid-christendom- moderniteit en rousseau.
FILOSOFIE EN OPVOEDING IN DE KLASSIEKE OUDHEID
DE PRESOCRATEN
De allereerste denkers die wij ‘filosofen’ noemen
Leefden in Griekse kolonies
o Voornamelijk kusten van klein-Azië en de eilanden in Egeïsche zee
o 6e E v Chr
Centrale vraag: Waar is de orde en samenhang van de kosmos afkomstig? Bestaat er wel zo’n orde?
o Vragen over goede leven, opvoeding, samenleven, … werden weinig gesteld
Ze opereerde voornamelijk binnen een mondelinge traditie, waarin ideeën en inzichten werden doorgegeven zonder veel
geschreven bronnen.
Het begin van de filosofie als een nieuwe manier van denken
o Markeert als wetenschappelijke zoektocht naar kennis.
OVERGAN G VAN MYTHISCH N AAR LOGIS CH WEREL DB EELD
De pre-socratische filosofen introduceerden een nieuwe manier van denken die afweek van het traditionele mythische wereldbeeld en de
basis legde voor een logisch en rationeel wereldbeeld.
Mythisch wereldbeeld: Dit was gebaseerd op geloof en beleving. Het draaide om verhalen die niet noodzakelijkerwijs logisch
verklaard hoefden te worden, maar eerder dienden om moraal of betekenis over te brengen.
Logisch wereldbeeld: De filosofen wilden de structuur van de wereld begrijpen en systematiseren, met een focus op wetenschap en
filosofie. Ze streefden naar rationele verklaringen voor de beginselen van de wereldorde.
THALES VAN MILETTE (624-545 V. CHR):
Eerste filosoof
Twee bekende uitspraken:
o ‘De wereld is vol goden’
o ‘Alles is water’
Berekende de grootte van de Egyptische piramiden
Vader van de filosofie
VOOR THALES:
bestaan van de kosmos als een verhaal uitgelegd over goddelijke krachten die in de kosmos werkzaam waren = MYTHOS
o juistheid van die verhalen valt niet te controleren
NA THALES:
uitleg van Thales is wel controleerbaar -> weerlegbaar
o Woestijnervaring: hij merkte dat overal waar leven is, water is. Omgekeerd waar geen water is er niets bestaat. => water is
de oorsprong ARCHÉ of het principe van alle dingen
HERAKLEITOS VAN EFESE (CA. 540 – 480 V CHR):
Hij stelt dat al wat bestaat in een permanente toestand van verandering is PHANTA RHEI
o Geen twee keer in dezelfde rivier zwemmen
o Oorlog is de vader van alle dingen
Geen ‘principe’ meer zoals Thales dat zegt
De eerste die de ‘vaste orde’ in vraag stelt. Bestaat er wel een vaste orde in de werkelijkheid.
o Begin van een nieuwe denkwijze
Die in de westerse filosofie eerder marginaal is gebleven
FRIEDERICH NIETZSCHE (19E E)
Bewonderaar van Herakleitos
Aanname van zo’n orde wordt op lossen schroeven gezet
VERANDERING IN DENKPATRONEN
, Sommige filosofen gingen zo ver, zoals Plato, en vonden dat mythes zelfs moesten verdwijnen en plaats moesten maken voor een
zuivere, rationele benadering van de werkelijkheid.
De nadruk verschoof naar het ontwikkelen van begrippen en het streven naar het begrijpen van jezelf en je plek in de wereld
("worden wie je bent").
DE SOFISTEN, SOCRATES EN PLATO
DE SOF IS TEN
Progressieve intellectuelen
o SOFOS = wijsheid
Inspelen op de vraag van vele jongeren die een leidende rol in het politieke leven op het oog hebben.
o Succes in politiek -> overtuigingskracht in de AGORA (= verzamelplaats in de klassieke oudheid met sociale politieke en
commerciële functie)
o Retorische middelen aanleren door sofisten (retoriek)
o Technieken ontwikkelen en aanleren om het hart van de meerderheid te winnen
De sofisten waren filosofen en leraren die logisch redeneren en argumenteren populair maakten in het oude Athene. Hun doel was
om jonge mannen de vaardigheden bij te brengen die ze nodig hadden om succes te behalen in de politiek en maatschappij.
Ze waren vooral actief tijdens de opkomst van de nieuwe staatsvorm, de Atheense democratie, waarin alle vrije burgers (mannelijke
burgers van een bepaalde stand) mochten deelnemen aan politieke beslissingen.
o Het was belangrijk dat men in staat was om overtuigende argumenten te maken en goed te kunnen redeneren om invloed
te hebben in de politiek.
Sofisten trainden de jongeren om een stelling als ook het tegengestelde te verdedigen.
Ontstaan van argumentatie dat niet waarachtig is
o Manipulatie, drogredenen, misleiding, … worden aangeleerd terwijl men dit inkleed alsof dit waarheid en logische
redenering is.
K RITIEK VAN PL ATO EN S OCRAT ES TEGEN DE S OFIST EN
De sofisten hadden een vrij slechte naam hierdoor.
Plato en Socrates beschouwden de sofisten als aartsvijanden en hadden een negatieve mening over hun activiteiten:
Tot op vandaag gebruiken we soms als synoniem voor drogredenering ‘sofisme’
Socrates en Plato vooral veel kritiek door hun radicaal verschillende visie
o Sofisten zijn de naam van filosoof niet waard
o Want: ze streven niet naar waarheid maar naar overtuiging. enkel geïnteresseerd in massa-overtuiging ongeacht de inhoud
ervan.
o Ze vonden dat de sofisten zich alleen bezighielden met het overtuigen en winnen van discussies, ongeacht of hun
argumenten waar waren of niet.
o Volgens hen waren de sofisten professionele leerkrachten die wijsheid verkochten aan de hoogste bieder, wat leidde tot
een vorm van opportunisme.
o Plato: sofisten zijn niet echt wijs, ondanks hun kennis en vaardigheden in redeneren. Ze gebruikten technieken alleen om
macht en invloed te vetwerven.
o Ongegeneerd schuldig aan relativisme (= het idee dat waarheid afhankelijk is van persoonlijke overtuigingen en
omstandigheden, in plaats van objectieve werkelijkheid.)
o Werden betaald voor hun diensten => waarheid is niet te koop
PRAGMATIS CH E KIJK OP WAARHEID
De sofisten hadden een pragmatische kijk op waarheid tegenover de absolute waarheid waar Plato en Socrates in geloofden
Ze geloofden dat de logos (de rede) niet voortkwam uit de kosmos of een hogere orde, maar uit de mens zelf.
Hun focus lag op het ontwikkelen van vaardigheden die praktisch nuttig waren voor het politieke en sociale leven, en niet
noodzakelijk op het zoeken naar universele waarheden
INVLOED SOF IS TEN OP EDUCATIE EN VORMING
De sofisten introduceerden nieuwe ideeën over educatie:
, Het concept van praktische training, zoals dictee en herhaald oefenen, om jongeren klaar te stomen voor de echte wereld.
Ze stelden de vraag: "Wat is ons mensbeeld?" en "Naar welk mensbeeld willen we vormen en opvoeden?"
BELAN G VAN DE MENS IN DE SOF IS TISCH E FIL OS OFIE
De uitspraak "De mens is de maat van alle dingen" vat het standpunt van de sofisten goed samen:
Ze richtten zich op wat praktisch en effectief was voor de mens, in plaats van op abstracte waarheden.
Voor hen draaide alles om wat ons als mensen aan de macht brengt en hoe we het beste succes kunnen behalen in de
maatschappij.
PROTAGORAS (490 – 430 V. CHR)
Bekendste sofist
Bekende uitspraak:
o ‘ de mens is de maat van alle dingen, van die welke zijn, hoe ze zijn, van die welke niet zijn, hoe ze niet zijn.’
Er bestaat geen absolute waarheid -> ieder heeft zijn eigen waarheid
Mooi voor de ene is lelijk voor de andere, genezing voor de ene is het niet voor de andere
Opvatting over goed en kwaad is in se nooit goed
Als foltering bijdraagt om de orde in de samenleving te handhaven, dat is dit in se ook goed.
Politieke en morele overtuigingen hebben dan ook slechts een tijdelijke geldigheid.
Waarheid is ondergeschikt aan eigen nut
PRODIKOS (465 – 400 V CHR)
Hij beweert dat de godsdienst zijn oorsprong vindt in de verering van het nuttige, onder een persoonlijke vorm.
KRITIAS (460 – 403 V CHR):
o Hij beweert dat de goden een uitvinding zijn van sluwe heersers
Bestraffingen voor het kwaad -> schrik om kwaad te doen
ALGEMEN E STREK KIN G VAN HUN OVERTUIGIN G
De waarheid van een overtuiging doet er niet toe, want:
Er is geen absolute waarheid die voor alle mensen één dezelfde is.
Waar het in het leven op aan komt is macht: de heerser die met succes een staat moet besturen kan er bijvoorbeeld goed aan doen
om goden uit te vinden of de traditionele godsdienst te respecteren, als dat in zijn voordeel is, als het met andere woorden nuttig is.
Nu en macht zijn van meer belang dan waarheid.
o Omwille van het maatschappelijke nut of in functie van brute machtsuitoefening is het raadzaam om manipulatie van
mensen zo in te kleden alsof men een beroep doet op logisch dwingende en waarheidsgetrouwe argumenten.
S OCRATES (470 – 399 V CHR.)
S OCRATES EN DE DIALO GEN VAN PL AT O
We hebben geen originele teksten van Socrates zelf; zijn ideeën zijn voornamelijk overgeleverd via de dialogen van Plato. Deze dialogen
evolueren door de tijd:
In vroege dialogen voert Socrates vaak het woord, en zijn ideeën staan centraal.
In latere dialogen worden meer de ideeën van Plato weergegeven, hoewel Socrates nog steeds wordt genoemd.
KERN VAN SOC RATES’ FILOS OF IE
Socrates ziet zichzelf als de aartsvijand van de sofisten: heel zijn leven staat in teken van rusteloze zoektocht naar de ene waarheid. ( Waarheid
met hoofdletter) het goede leven is gelijk aan het leven in waarheid voor hem. Niet met wat simpelweg overtuigend klinkt (zoals de sofisten
beweren)
Betere en slechtere antwoorden onderscheiden bij moeilijke discussies
Blijf streven naar Waarheid, zelfs al ontdekken we die nooit volledig
o Kritische dialoog
In scherp contrast met het retorische monoloog (sofist die misleid en verleid)
, o Gesprek = medium van Waarheid (Kant en Habermas delen dezelfde mening)
Wie deelneemt aan een discussie moet bereid zijn, eigen opvattingen tussen haakjes te zetten en te schikken naar een juistere
versie.
o Anders zinloze onderneming
Authentieke dialoog: openstaan voor argumenten die beter blijken
Socrates gelooft dat waarheid een ideaal is dat vaak moeilijk of zelfs onbereikbaar is, waardoor mensen in de verleiding komen om
zich tevreden te stellen met oppervlakkige antwoorden.
Zijn gesprekspartners raken vaak gefrustreerd omdat de zoektocht naar waarheid een eindeloos proces is dat telkens nieuwe
perspectieven biedt.
S OCRATES ’ INTREDE IN ATH EN E – PARADO X
Hij legt getuigenis af van zijn ene Waarheid en dus ook tegen de sofisten:
Bekend beeld: oude lelijke nonchalante man die zich niet lijkt te bekommeren om de manier waarop hij in de ogen van de
stadsgenoten verschijnt.
Vaak het voorbeeld van spotternijen in de attische komedie.
Hij sprak mensen op straat aan om in discussie te gaan met hen: over wat het goede leven en samenleven is.
Socrates was een lastpak door zijn explosieve toewijding aan de waarheid
o Zijn overtuiging: daden en overtuigingen moeten altijd in overeenstemming zijn met elkaar.
Hij vergelijkt zichzelf met een horzel
Zijn vastberaden houding leidde tot zijn proces en veroordeling wegens het bederf van de jeugd en het beledigen van goden,
waarvoor hij ter dood werd veroordeeld met de gifbeker. Hij kreeg de kans om in ballingschap te gaan, aanvaardde hij het vonnis en
dronk hij de gifbeker. Daarmee toonde hij precies veel consequenter dan de rechters die hem bestempelden als een misdadiger.
Socrates benadrukt het belang van zorg voor het zelf EPIMELEIA HEAUTOU en de vraag wat het betekent om recht te doen aan ons
eigen bestaan.
Paradoxale gedachte
In zijn verdedigingsrede apologie vertelde de orakelpriesteres hem dat hij de meest wijze persoon ter wereld is.
Socrates verklaring: ik wee dat ik niets weet
o De meerderheid zit vol met schijnbare wijsheid: ze menen de waarheid in pracht te hebben en zijn verder niet bereid om
hun opvattingen kritisch te onderzoeken.
o Socratische ironie EIRONIA: de wijze mens moet ervan uitgaan dat hij niets weet
TEKS T: HADOT (2 003)
Samenvatting + practcium nog samenvatten hier
METHODEN VAN SOC RATES O M WAARH EID T E VINDEN
Dialoog en Vraag-Antwoord: Hij gebruikt een dynamiek van voortdurende vraag en antwoord om zijn gesprekspartners te dwingen
dieper na te denken en te beseffen dat ze nog niet alles weten. Hij moedigt hen aan om hun zoektocht opnieuw te beginnen totdat
ze de echte waarheid vinden.
Anamnèsis (Wederherinnering): Hij gelooft dat de waarheid al in ons aanwezig is en dat we deze moeten herinneren. De ziel bevat
de waarheid vanaf onze geboorte, en het is de taak van een pedagoog om de leerling deze waarheid te laten ontdekken, in plaats
van kennis over te dragen.
Parrheisia (vrijmoedigheid): geef je eigen leven op een bepaalde manier vorm om zorg te dragen voor het eigen leven.
S TELL IN G 1 : DEUGD IS IN ZICH T
Kennis leidt automatisch naar goed leven -> daarom heeft het geen zin om te straffen
De straf leert de mensen niet wat ze verkeerd deden en wat het goede is.
Men moet met de mensen spreken en hen tot inzicht brengen.
PEDAGOGISCHE LINK: veel opvoedingsconcepten zijn op deze manier van denken gebaseerd. In het bijzonder de idee dat spreken
en inzicht bijbrengen te verkiezen is boven straf.
o Aristoteles zal hier een fundamenteel kritiek op geven.
S TELL IN G 2 : KENN IS IS WEDERH ERIN NERIN G (AN AMNESE)
De universele waarheid draagt iedereen in zich, alleen beseffen de mensen dit nog niet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janygoetschalckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.