Samenvatting Ecologische principes: Soorten, populaties en hun interacties in ecosystemen
5 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
HAVO
Delen
Je zei:
kun je een reactie schrijve op nicole die voor haar dochter i 3havo scheikunde bijles wilt. fysieke bijles wilt ze, maar ik wil vragen of het online kan. ik zit zelf in 5 havo en heb ervaring met scheikunde op de havo
ChatGPT zei:
ChatGPT
Hier is een voorbeeld van een reactie...
7.1.1 Je herkent abiotische en biotische factoren
7.1.2 Je interpreteert gegevens uit een tolerantiediagram
7.1.3 Je bepaalt de indeling van soorten in groepen basis van hun
wetenschappelijke soortnaam
Biotische factor: De invloed van organisme op andere organisme.
Abiotische factor: Factoren uit de levenloze natuur die invloed hebben op
organisme.
Tolerantiegebied: Bepaalde eigenschappen waaraan een gebied moet
voldoen zodat er organisme kunnen leven.
Tolerantiegrenzen: Het minimale of maximale van abiotische en biotische
factoren die een gebied moet hebben zodat een organisme daar kan
leven.
Optimumwaarde: waarde waarbij het meeste organisme kunnen
overleven.
Wetenschappelijke naam: Naam die over de hele wereld wordt gebruikt
voor 1 specifiek organisme. Bedacht door Linneaus. Bestaat uit 2
onderdelen:
Geslacht: nauw verwant zijn en vergelijkbare kenmerken delen. Wordt
geschreven met een hoofdletter.
> Rangifer: Geslacht waartot rendieren behoren.
Soortaanduiding: organisme behoren tot dezelfde soort als ze vruchtbare
nakomelingen kunnen krijgen. Kleine letter.
> tarandus: soortaanduiding voor rendieren.
Een eventuele derde toevoeging kan een ondersoort of de naam van de
persoon die die soort als eerst heeft beschreven.
Ondersoort: soortgenoten met net afwijkende kenmerken.
> Rangifer tarandus tarandus is de Noorse rendier, maar Rangifer
tarandus caribou is de boskariboe in de VS of in Canada.
7.2.1 Je vergelijkt de begrippen populatiegrootte en populatiedichtheid.
7.2.2 Je legt verband tussen draagkracht van een gebied en
populatiegrootte.
7.2.3 Je vergelijkt de invloed van monoculturen en biologische landbouw
op de biodiversiteit en populatiegrootte in een gebied.
7.2.4 Je beschrijft geslachtelijke eb ongeslachtelijke voortplanting bij
planten
Populatie: organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
Populatiegrootte: aantal individuen van een populatie.
Populatiedichtheid: Populatiegrootte/ aantal m2 of ha. Zo krijg je te zien
hoeveel organisme er per oppervlakte-eenheid leven.
Draagkracht: Maximale capaciteit van een ecosysteem om voldoende
voedsel, schuil-en nestplaatsen te leveren.
Een populatie kan volop groeien als er geen natuurlijke vijand is en snelle
voortplanting. Er ontstaat dan een plaag.
Plaag: hoeveelheid van een bepaald organisme een ander organisme
hindert. Hoe kleiner een gebied, hoe groter de kans op een plaag.
> Vossen en wolven zijn in Nederland weggehaald. Hierdoor heeft de muis
minder > natuurlijke vijanden, waardoor er een plaag is
ontstaan.
Exoot: organisme die door menselijke handmatigheid in een gebied zijn
gekomen. Als ze hebben geen natuurlijke vijand, kan er makkelijk een
plaag ontstaan.
Verspreidingsgebied: De plek waar iets oorspronkelijk voorkomt.
Monocultuur: Akker met 1 soort gewas. Monoculturen zijn efficiënt,
goedkoop en makkelijk om te verzorgen, maar wel vatbaar voor plagen,
omdat er geen natuurlijke vijanden zijn en plaagdieren komen makkelijk
aan voedsel en biodiversiteit neemt af.
Bestrijdingsmiddel: middel om plaagdieren te verwijderen in
monoculturen. Het nadelig, omdat het giftig is en omdat ook andere
organisme dan plaagdieren doodgaan.
Biodiversiteit: hoeveelheid verschillende organisme in een gebied.
Biologische landbouw: gewassen duurzaam verbouwen zonder kunstmest
of chemische bestrijding. Als bestrijdingsmiddelen worden natuurlijke
vijanden ingeschakeld. Ook de grotere biodiversiteit helpt bij het
tegengaan van plagen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller safaehanjir. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.