100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leerdoelen Strafprocesrecht blok 3 $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting leerdoelen Strafprocesrecht blok 3

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting alle leerdoelen van het vak strafprocesrecht in blok 3. Daarnaast ook uitwerkingen vanuit het boek en stappenplan

Preview 3 out of 24  pages

  • Unknown
  • March 24, 2020
  • 24
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting leerdoelen straf(proces)recht

Leerdoelen week 1

Na bestudering van deze hoofdstukken kun je:

- het verband tussen het geweldsmonopolie van de overheid en het verbod tot eigenrichting
uitleggen;
- het begrip legaliteitsbeginsel definiëren en dit beginsel toepassen op een eenvoudige casus;
- strafbare feiten onderscheiden in misdrijven en overtredingen;
- het verschil aangeven tussen formeel en materieel strafrecht en deze begrippen toepassen
op een eenvoudige casus;
- de vier voorwaarden voor een strafbaar feit benoemen en toepassen op een eenvoudige
casus;
- de begrippen bestanddeel en element toelichten en het verschil tussen beide begrippen aan
de hand van een voorbeeld uitleggen.

Literatuur:
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht:
Hoofdstuk 1 (niet par. 1.3)
Hoofdstuk 2 par. 2.1 t/m 2.6

Aanbevolen: Inleiding Nederlandse recht: H1 p. 1 en 2 en H13 p. 1 t/m. 3.2



Verband tussen het geweldsmonopolie van de overheid en het verbod tot eigenrichting:
Het verbod tot eigenrichting betekent dat men niet zelf mag handelen bij een strafbaar feit, via
geweldsmonopolie is het daarom geregeld dat de staat het alleenrecht heeft om fysiek geweld te
gebruiken.

Legaliteitsbeginsel art. 1 Sr: Een strafbepaling moet in een wettelijke bepaling vastgelegd zijn. Dus
het handelen van bevoegd gezag moet gebaseerd zijn op een vooraf aanwezige bepaling. Dit
voorkomt dat de wetgever met terugwerkende kracht regels op kan leggen.

Onderscheid misdrijven en overtredingen: Overtredingen zijn lichte strafbare feiten (bv.
verkeersovertredingen). Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten (bv. handel in drugs).

Materieel strafrecht: de wet- en regelgeving (wat?). Het materieel strafrecht bepaalt welk gedrag
niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft

Formeel strafrecht: Regels over hoe politie, justitie en de rechter te werk moeten gaan (hoe?).
Bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht
(vermoedelijk) is overtreden.

Vier voorwaarden van een strafbaar feit:

1. Het moet gaan om een menselijke gedraging (doen of nalaten).
2. Die binnen een delictsomschrijving valt: vind je terug in de wet.
3. Die wederrechtelijk is  in strijd met het recht/zonder daartoe gerechtigd te zijn.
4. Aan schuld te wijten  anders had kunnen/behoren te handelen, maar het niet doet
(verwijtbaarheid).

,Een delictsomschrijving (wetsartikel) is opgebouwd uit bestanddelen. De bestanddelen moeten
allemaal bewezen worden. De bestanddelen zijn specifiek geschreven voorwaarden voor
strafbaarheid.

Elementen: algemene (ongeschreven) voorwaarden voor strafbaarheid (wederrechtelijkheid en
schuld zijn de elementen, MAAR niet als het in het wetsartikel staat)

Wederrechtelijkheid en schuld kunnen ook in het wetsartikel staan, in dat geval zijn het
bestanddelen  art. 350 lid 1 Sr  wederrechtelijk is hier een bestanddeel en schuld is een element.

Het is OF een element OF een bestanddeel. Element kan niet én element én bestanddeel zijn.

Het strafbare feit is de kwalificatie.

De straf is de strafbedreiging.

, Leerdoelen week 2
Na bestudering van deze hoofdstukken kun je:

- het begrip verdachte uitleggen en dit begrip toepassen op een eenvoudige casus;
- de rechten van de verdachte benoemen;
- uitleggen welke andere procesdeelnemers (naast de verdachte) in het strafproces van belang
zijn;
- het begrip dwangmiddel definiëren;
- de vrijheidsbenemende dwangmiddelen te weten: staande houden, aanhouden, ophouden
voor verhoor en inverzekeringstelling, aan de hand van de wet toelichten en toepassen op
een eenvoudige casus;
- de vrijheidsbenemende dwangmiddelen die onderdeel uitmaken van de voorlopige
hechtenis, te weten: de bewaring, de gevangenhouding en de gevangenneming, aan de hand
van de wet toelichten.

Literatuur:
Verplicht
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht:
Hoofdstuk 7 par. 7.1 t/m 7.3
Hoofdstuk 8 par. 8.1 t/m 8.3.6
Aanbevolen
Inleiding in het Nederlandse recht:
Hoofdstuk 14 par. 1, 2, 4.1, 4.2 en 7

Jurisprudentie:
Hollende kleurling: fouillering: geen redelijk vermoeden van schuld
HR Stormsteeg: wel redelijk vermoeden van schuld

Verdachte art. 27 lid 1 Sv
- Een (rechts)persoon
- T.a.v. wie uit feiten of omstandigheden (concrete objectieve gegevens bv.
getuigenverklaring, waarneming politieagent) een redelijk vermoeden van schuld (de kans
dat verdachte het strafbaar feit heeft begaan is groter dan dat hij het niet heeft begaan).
- Aan enig strafbaar feit (misdrijf of overtreding) voortvloeit.

Nota bene: onschuldpresumptie art. 6 EVRM
Nota bene: rechten verdachte (zwijgrecht, consultatiebijstand)

Rechten van een verdachte
Als een persoon a.d.h.v. art. 27 lid 1 Sv eenmaal is aangemerkt als verdachte, dan heeft hij bepaalde
rechten. Een aantal voorbeelden:
1. Zwijgrecht art. 29 Sv
Verdachte mag niet worden gedwongen verklaring af te leggen (nemo tenetur)
(pressieverbod). De verdachte moet op de hoogte worden gesteld van zijn zwijgrecht = cautie
(moet voor ieder verhoor). Als cautie niet is gedaan, kan het als gevolg hebben dat verklaring
van verdachte niet kan worden gebruikt (art. 359a Sv). Maar dat geldt alleen wanneer
verdachte door cautieverzuim is geschaad.
2. Recht op rechtsbijstand art. 28 Sv
Verdachte heeft het recht te worden bijgestaan door een raadsman. De verdachte heeft het
recht zelf zijn advocaat te kiezen die als raadsman zal optreden. Maar niet iedere verdachte
zal een eigen gekozen raadsman hebben (zie art. 38-39 Sv). Vaak wordt er door de overheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tanishavanaalst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added