HC1
Kwalitatief onderzoek
- Wetenschappelijk onderzoek is onderzoek dat strikt volgens de
methodologische regels voor onderzoek binnen dat vakgebied
gelden is uitgevoerd
Bij empirisch onderzoek voer je zelf een onderzoek met data
verzamelingen uit om nieuwe kennen op te doen
- Dat wil zeggen: Bij empirisch onderzoek voer je zelf een onderzoek
met dataverzameling uit om nieuwe kennis op te doen.
Kwantitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek
- Kwantitatieve methoden: (welke invloed heeft beweging op
overgewicht)
Verklaren
Hypothese toetsen
Vaste onderzoeksopzet
Gestandaardiseerde technieken
- Kwalitatieve methoden: (hoe ervaren mensen de combinatie van
overgewicht en beweging)
Begrijpen
Gedachten/ervaringen in kaart brengen
Flexibele onderzoeksopzet
Onderzoek in real-life setting
Kwantitatief onderzoek heeft betrekking op getallen en statistiek, terwijl
kwalitatief onderzoek over woorden en betekenissen gaat
Typische vragen voor kwalitatief onderzoek:
- Hoe… wat vinden… waarom…
Omdat hierdoor deelnemers gedetailleerde en genuanceerde
antwoorden kunnen geven. Dit helpt onderzoekers om dieper
inzicht te krijgen in ervaringen, perspectieven en motivaties.
,HC2
Ontologie: wat is realiteit? Hoe ziet de realiteit eruit? Bestaat er een
realiteit extern aan de mens?
- Ontologie onderzoekt de aard van realiteit. Het stelt vragen
zoals: Wat is realiteit? Hoe ziet realiteit eruit? en Bestaat er een
werkelijkheid buiten de menselijke ervaring? Het draait om het
begrijpen van wat er echt is en hoe dit bestaat, onafhankelijk of
afhankelijk van menselijke waarneming.
Paradigma: hoe is kennis over die realiteit mogelijk? Wat is de relatie tot
dat wat te kennen valt en de kenner?
- Een paradigma onderzoekt hoe kennis over de realiteit mogelijk is.
Het kijkt naar de relatie tussen de kenner (onderzoeker) en datgene
wat gekend kan worden. Het bepaalt hoe we de werkelijkheid
benaderen en begrijpen, en of kennis objectief, subjectief, of een
mix daarvan is. (Het is de manier waarop wij de werkelijkheid
ervaren).
Ontologisch continuüm
Het plaatje toont een spectrum tussen een objectivistische benadering en
een subjectivistische benadering van realiteit.
Objectivistische benadering: Ziet de realiteit als een concrete,
externe structuur (realisme) en werkt vanuit een dualistisch
perspectief (scheiding tussen waarnemer en werkelijkheid).
Subjectivistische benadering: Twijfelt aan het bestaan van een
onafhankelijke, reële wereld en ziet realiteit als een construct van
menselijke verbeelding.
,Het belangrijkste verschil is dat de objectivistische benadering uitgaat van
een externe, onafhankelijke realiteit (realisme), terwijl de subjectivistische
benadering stelt dat realiteit wordt gevormd door menselijke perceptie en
verbeelding.
Dualisme: de kenner (onderzoeker) staat los van de gekende.
Epistemologisch continuüm Max Weber
Dit plaatje toont een spectrum tussen de positivistische benadering en
de interpretatieve benadering in wetenschappelijk onderzoek:
Positivistische benadering: Richt zich op verklaren ("Erklären") van
de werkelijkheid door objectieve, meetbare en wetenschappelijke
methoden (positivisme).
Interpretatieve benadering: Focus op begrijpen ("Verstehen") van
sociale en menselijke fenomenen door methoden zoals
fenomenologie, sociaal constructivisme en kritische theorie, waarbij
context en subjectieve ervaringen centraal staan.
Het spectrum benadrukt het verschil tussen objectieve verklaring en
subjectief begrip.
Positivisme:
De positivistische onderzoeksfilosofie stelt dat alleen kennis die is
gebaseerd op wat we kunnen waarnemen met onze zintuigen (zoals zien,
horen, meten) betrouwbaar is. De onderzoeker verzamelt gegevens en
analyseert die op een objectieve manier, zonder persoonlijke mening of
invloed.
- Gaat ervan uit dat er een ‘objectieve werkelijkheid’ buiten ons
bestaat
- Deze werkelijkheid is onderhevig aan natuurwetten (wetmatig)
- Te kennen door afstand tussen kenner (subject) en gekende (object)
- Subject en object beïnvloeden elkaar niet (dualisme)
- Controleerbare en repliceerbare methoden (Unity of methods)
- Onderzoek is objectief, rationeel en neutraal (waardevrij)
Een voorbeeld van positivisme is een onderzoek naar de effectiviteit van
een medicijn. De onderzoeker meet objectief de resultaten, zoals het
, aantal mensen dat geneest na het gebruik van het medicijn, door middel
van gecontroleerde experimenten en statistische analyses. Er worden
geen subjectieve meningen of ervaringen van de patiënten meegenomen,
alleen de meetbare feiten en cijfers.
Fenomenologie:
‘De werkelijkheid hoe die zich werkelijk aandient, en niet hoe die door de
wetenschapper wordt bekeken’ Edmund Husserl
Het is een methode die zich richt op het onderzoeken van dingen
zoals we ze direct ervaren. Hierbij worden meningen, aannames
of theorieën tijdelijk weggelaten om een zo puur mogelijk beeld
te krijgen. (ervaringen en belevingen)
- Subjectieve ervaring: zintuigelijk & pre-reflexief
- Betekenisgeving vanuit “Stock of knowledge” gereedschapskistje
met
ideeën, theorieën, waarden (constructen) waarmee we de wereld
interpreteren
- Betekenisgeving is niet individueel, maar wordt van generatie op
generatie
doorgegeven
Een voorbeeld van deze methode is het bestuderen van emoties, zoals
verdriet. In plaats van te verklaren waarom iemand verdrietig is op basis
van theorieën, wordt alleen gekeken naar hoe die persoon verdriet
ervaart: hoe voelt het, wat merkt diegene op, en wat gebeurt er op dat
moment zonder het meteen te interpreteren of te analyseren.
Sociaal constructivisme:
Sociaal constructivisme is de theorie dat kennis en werkelijkheid worden
gevormd door sociale interacties en gedeelde ervaringen. Het idee is dat
we de wereld niet alleen ontdekken, maar actief construeren door samen
met anderen betekenis te geven aan onze ervaringen.
- Wetenschappelijke kennis wordt niet “ontdekt”, maar
”geconstrueerd” of
“geproduceerd” tijdens een onderzoek
- Kenner en gekende zijn met elkaar verbonden,
kennis ontstaat in ‘interactie’ tussen onderzoeker en
onderzoeksobject.
- Die kennis is afhankelijk van de politieke, sociaal, historische context
waarin die kennis gemaakt wordt
Een voorbeeld van sociaal constructivisme is het leren van taal. Kinderen
leren niet alleen woorden door ze te horen, maar ook door met anderen te
communiceren en samen betekenis te geven aan die woorden. De
betekenis van woorden wordt dus gevormd door sociale interacties, zoals
gesprekken met ouders, leraren en andere kinderen.
Kritische theorie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lukanau01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.