samenvatting cariologie en restauratie mogelijkhed
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Mondzorgkunde
Cariologie en restauratie mogelijkheden (MHVB21CLL2B2A)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
lotte2310
Reviews received
Content preview
CLL2B2A: Cariologie en restauratieve mogelijkheden
College 1: Detectie
Mvr Blanksma
De nitie van cariës (= de ziekte cariës is een dynamisch proces dat zich afspeelt in de plaque/
bio lm op het tandoppervlak en resulteert in een verstoring van het evenwicht tussen tandmineraal
en plaque met als netto resultaat een verlies van tandmineraal)
De verstoring van evenwicht vindt plaats wanneer er te veel zuren geproduceerd worden.
Het globaal chemisch proces geeft aan hoe het cariës proces precies werkt in de
tandplaque:
1. Voedingssto en di underen plaque in
2. Fermentatie koolhydraten
3. Productie (melk)zuur
4. Zuur di undeert glazuur in
5. Mineraal lost op (= demineralisatie)
6. Ca en PO 4 di underen glazuur uit
Kritische Ph = 5.5 (leerstof jaar 1)
Diagnostiek (= het vaststellen van aanwezigheid (en ernst) van een ziekte door middel
van de tekenen en symptomen van de ziekte)
In ons geval is dit de ziekte cariës. Dit is erg lastig op een plaatje te zien, want je kan het niet droog maken
en voelen of het ruw of glad is. Je weet wel dat de patiënt in het verleden de ziekte van cariës heeft gehad,
want je ziet een cariëslaesie, dit is een symptoom van de ziekte cariës. Je weet alleen niet of het nog actief
is, dus of er sprake is van de ziekte cariës.
Aan de plek/ligging van de cariës laesie is wel een beetje te voorspellen of hij wel of niet actief is. Als een
laesie cervicaal zit, is hij namelijk erg lastig schoon te houden en is er een dus best een kans dat het om een
actieve cariëslaesie gaat.
De drie predilectieplaatsen (= plaatsen waar tandplaque makkelijk ophoopt en/of blijft zitten
waardoor het een plek wordt waar cariës eenvoudig ontwikkelt en waarbij zich daar eerder
cariëslaesies ontstaan):
1. Cervicaal op de rand met de gingiva en de gebitselementen dus de oppervlak langs het tandvlees/
cervicale rand, als je goed het tandvlees poetst pak je ook de cervicale rand mee
2. Pitten en ssuren, hier kost het net iets meer moeite om de tandplaque der uit te poetsen. Dit zijn niet
alleen groeven en ssuren, maar ook de pitten (bv. de pitjes op het buccale vlak) en daar blijft de
tandplaque makkelijk in zitten.
3. Approximaal net onder het contactpunt, dit is een lastige plek om goed schoon te krijgen
Een plek die het minste als een predilectieplaats zal worden beschouwd is bij de incisieven in de
onderkaak, deze zullen als laatste last krijgen van cariës, dit komt doordat de uitgang van de
speekselklieren hier ligt (speeksel is een bu er). Daarnaast blijft plaque makkelijker zitten op composiet
restauraties, maar dit is geen predilectieplaats voor plaque want het in niet natuurlijk, maar zelf gemaakt.
Verschillen in termen mbt cariës:
• Cariës = lokaal ziekteproces als gevolg van een bacteriële omzetting van fermenteerbaar substraat in
tandweefsel aantastende zuren.
• Cariëslaesie = gevolg van de ziekt cariës. Indien niet actief (stabiel of arrende), dan geen sprake van
cariës.
• Caviteit = cariëslaesie waarbij het glazuuroppervlak doorgebroken is (microcavitatie ofcavitatie). Indien
niet actief (stabiel of arrested), dan geen sprake van cariës.
Een cariëslaesie is niet altijd een caviteit, maar een caviteit is wel altijd een cariëslaesie.
fifi ff fi ff ff fiff ff
, Cari s is een complexe en multi-factoriëele ziekte. Zonder plaque heb je geen cariës, maar de
aanwezigheid van plaque alleen is niet voldoende voor de ziekte, je hebt ook suikers nodig. Cariës
wordt gediagnosticeerd door detectie van risicofactoren (= ziekte veroorzakende componenten) en
risicoindicatoren (= omstandigheden die aangeven dat er een risico bestaat, zonder zelf een oorzaak
te zijn)
Risicofactoren:
- Plaque
- Frequente suikerinname
- Lage speekselvloed
- Geen uoride gebruik
Risicoindicatoren:
- Nieuwe laesies (dit is de belangrijkste, dus detectie is erg belangrijk)
- Laag SES
- Stress
- Gingivitis
Multifactorieel - Etiologie van cariës
Relatie tussen plaque en multiple biologische determinanten die invloed hebben op de ontwikkeling van een
laesie. Elke patiënt is anders en bij elke patiënt is het samenspel tussen de verschillende factoren ook
anders. Plaque is belangrijk, want zonder plaque is er geen cariës, maar de hoeveelheid plaque die je per
persoon kan hebben dat verschilt, want dat hangt van een heleboel andere factoren af, bijvoorbeeld van je
speeksel samenstelling, maar natuurlijk vooral van de suikers die je eet. Je kan wel zo veel plaque hebben
als je maar wilt, maar als je nooit suikers eet, krijg je ook nooit de ziekte cariës. Daarnaast is uoride ook
erg belangrijk.
Laesie detectie methoden
• Visueel-tactiel: schoon oppervlak, gebruik van luchtspuit (bij droogblazen zie je duidelijker de vroege
cariës laesies), goed licht (ook ivm de doorschemering), (stompe) sonde, goede ogen
• X-rays bitewing röntgenfoto’s: voor de approximale laesies waar de tanden dicht op elkaar staan.
• FOTI: dit is goed voor dentine laesies, maar niet goed voor glazuur laesies, eigenlijk alleen maar goed
voor dentine laesies in het front.
• DIAGNOdent: heeft te veel nadelen, bij voedseldeeltijes of veel plaque dan geeft hij al een verkeerde
uitslag
• QLF: dit is goed voor glazuur laesies, maar minder goed voor dentine laesies.
Bedenk goed dat elke methode die je erbij gebruikt, maakt de kans op het maken van fouten groter. Dit is
dus niet beter, dus beperk je tot de 2 methodes van de gouden standaard = visuele-tactiele inspectie met
spiegel, sonde en opvallend licht (aangevuld met bitewing röntgenopnamen). Dan leg vast wat je hebt
waargenomen in het patiëntendossier, status praesens en met lichtfoto’s.
De rol van cariëslaesie-detectie in de diagnostiek van cariës
Vroeger hoefde je het eigenlijk niet vast te leggen. Dan zette je ergens een rondje als je ergens een cariës
laesie zag, want die ging je toch de volgende keer restaureren, probleem opgelost werd gedacht. Nu weten
we dat restaureren niet de oplossing is van het probleem, het probleem, de ziekte, blijft bestaan. Het is
ë fl fl
,gewoon symptoom bestrijding. Dit wisten ze vroeger nog niet, bijvoorbeeld in
het amalgaam tijdperk. Dan zie je dat bij de beginnende makkelijk ingegrepen
had kunnen worden, er had tegen de patiënt gezegd moeten worden om beter
te gaan poetsen of een instructie geven en vaak terug laten komen om te zien
of het inderdaad lukte. Misschien heeft de tandarts het gezegd en is het niet
gelukt, maar grote kans ook is dat de tandarts het over het hoofd heeft gezien
of niks heeft gezegd. Het proces is verder gegaan en er is een restauratie
gemaakt, maar het is nog niet opgelost de ziekte gaat gewoon door. Als het
element dan afbreekt en de patiënt eindelijk heet bedacht dat hij moet gaan
poetsen, zie je dat het mooi arrested wordt, helemaal glanzend is, dan pas is
het cariës probleem opgelost. Dus een restauratie lost het probleem niet op, maar is symptoom bestrijding.
Soms is het nodig, maar het is nooit de oplossing van de ziekte cariës.
Tegenwoordig gaan we een cariës laesie in de gate houden als we hem zien,
want we willen proberen om die laesie arrested te krijgen. Dit is het beste voor
het element. Het is immers zo “eens geboord, altijd verstoord”. Dus je gaat
aangeven aan de patiënt om beter te poetsen. Deze patiënt heeft ernaar
geluisterd en de laesie is arrested geworden. Goede voorlichting en instructie
en goed erbij zijn is de manier hoe je met de ziekte om moet gaan. Een laesie
betekent niet automatisch een restauratie, je moet de patiënt coachen in het
arrested worden van de laesies.
Preventie is mogelijk
Elke cariëslaesie kan arrested worden of zelfs remineraliseren.
Minitoren van de laesie is noodzaak. Dit betekend niet niks doen, maar je
maakt een preventie plan op maat en geeft de juiste zorg.
Trage progressie: het duurt gemiddeld 4 tot 8 jaar voordat het proces van
oppervlak de glazuur-dentine grens heeft bereikt (ook dan hoeft hij nog niet gerestaureerd te worden, het
zegt meer iets over het tempo).
Diagnostische beslissingen. We willen de laesie zo vroeg mogelijk opsporen, zodat we ook zo vroeg
mogelijk het proces kunnen beïnvloeden, om de laesie zo vroeg mogelijk arrested te krijgen.
Waarom is laesiedetectie zo belangrijk:
- Ernst en activiteit van cariës wordt afgemeten aan nieuwe laesies/ laesieprogressie.
- Nieuwe laesies/ laesieprogressie nog steeds de beste risico-schatter
- Geeft gelokaliseerde informatie
Eisen aan laesiedetectie methoden:
- Detectie van vroege, kleine laesies
- Kwantitatieve bepaling van laesieprogressie
- Detectie van een kenmerk/ parameter die de grens bepaald tussen preventief en curatief ingrijpen
Voor laesie detectie gebruik je ICDAS (= International Caries Detection and
Assessment System), hier komt een score uit en als de patiënt dan terug komt
weten we of de laesie verder is gevorderd of tot stilstand gekomen.
0 = gaaf tandvlak
1 = eerste zichtbare veranderingen glazuur, pas zichtbaar na droogblazen
2 = duidelijk zichtbare veranderingen glazuur, al zichtbaar zonder droogblazen
3 = als 2 met lokaal verlies van oppervlakkig weefsel (microcavitatie)
4 = doorschemeren donkere schaduw (+/- microcavitatie)
5 = duidelijke cavitatie met dentine zichtbaar op bodem
6 = uitgebreide cavitatie met zichtbaar dentine
Bij dit scoresysteem ontbreekt nog of de laesie actief is of niet, dus dat doe je er
apart nog bij door het Inschatten van de activiteit van de laesies (+/-):
• Actieve laesies (+): Mat/kalkachtig oppervlak, met plaque bedekt, zacht, ruw,
(lichtbruin?)
• Arrested laesies (-): glanzend oppervlak, glad, hard, (donkerbruin?)
, Op deze röntgenfoto’s zie je een aantal restauraties zitten, dat
zijn die opaciteiten. Ook zie je radiolucenties, dit duid op cariës
laesies. Ook de cariëslaesies op röntgenfoto’s worden in kaart
gebracht. Daarvoor hebben we de ICDAS röntgenscore:
0 = geen radiolucentie/cari slesie
1 = in buitenste helft van glazuur
2 = tussen buitenste helft t/m GDG
3 = in glazuur en dentine, < buitenste 1/3e deel van het dentine
4 = in glazuur en dentine, tot in middelste 1/3e deel van het dentine
5 = in glazuur en dentine, tot in binnenste 1/3e deel van het dentine
(Soms wordt er ook gewerkt met score 6 = tot in de pulpa)
Kortom in de mond is de anamnese super belangrijk, dat geeft je de
informatie. Dat vul je aan met het intra-oraal onderzoek, met de detectie
van cariëslaesies. Daardoor krijg je meer informatie waardoor je de
anamnese kan aanvullen. Met diagnostiek kom je tot een diagnose, daar
stem je je behandelbeslissing op af. Dan is de vraag: kun je alleen
preventief behandelen of moet er ook operatief ingegrepen worden.
Detectie = wat je op een gevalideerde wijze objectief waarneemt (en in het behandeljournaal vastlegt)
Diagnostiek = het proces waarbij de gedetecteerde en vastgelegde klinische informatie wordt
ge nterpreteerd en met aanvullende overige relevante pati ntgebonden gegevens (o.a. uit anamnese
verkregen) wordt vertaald naar een
Diagnose = op basis waarvan een individueel zorgplan en behandelvoorstel wordt opgesteld
Diagnose
Belangrijk
Een laesie betekent niet automatisch een restauratie en een restauratieve behandeling is geen cariës
behandeling, maar symptoom bestrijding. Voor elke patiënt is een preventie- en behandel plan op maat
nodig.
CLL2B2A: Cariologie en restauratieve mogelijkheden
College 2: Patient casus
Mvr Blanksma
Een patiënt komt voor zijn eerste bezoek, welke vragen stel je?
- Waarom heeft u zich bij ons aangemeld? (/Wat is u reden van komst?)
- Klachten/wensen
- Algemene gezondheid (krijgt patiënt thuis toegestuurd, maar doorloop je samen)
- Hoe lang geleden t.a bezoek
- Basis advies cariespreventie (zelfzorg mondhygiëne, voeding en uoride)
Basis-advies uoride
• 0 en 1 jaar, vanaf doorbreken eerste tandjes, 1 x per dag poetsen met uoride peutertandpasta (500-750
ppm)
• 2, 3, en 4 jaar, 2 x per dag poetsen met uoride peutertandpasta (500-750 ppm)
• 5 jaar en ouder, 2 x per dag poetsen met uoride tandpasta voor volwassenen (1000 - 1500 ppm)
Intra-oraal onderzoek
Vooral cervicaal (predilectie plaats voor plaque), maar ook incisaal zie je white spots. Dit komt door een
slotjesbeugel, boven en onder het slotje vormt zich plak wat een cariës laesie is geworden, die nu het slotje
weg is gehaald en de mondhygiëne weer veel makkelijker is geworden, tot stilstand is gekomen. De vraag
die je aan de patiënt kan stellen is het je ooit een slotjes beugel gehad.
ï
fl ë fl fl ë fl fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotte2310. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.42. You're not tied to anything after your purchase.