TOEGEPASTE DATA-ANALYSE
HOOFDSTUK 2: HET ABC VAN DE STATISTIEK
1. INLEIDING
➢ Wereldwijde coronapandemie
Grootschalige veranderingen die onderzoeksinteresse opwekken
➢ Om vragen hieromtrent te beantwoorden, hebben we gegevens of kenmerken nodig over de
onderzoekspopulatie
Deze kenmerken variëren van persoon tot persoon = variabelen
1.1. ONDERZOEKSVRAGEN BEANTWOORDEN
➢ 3 stappen om een onderzoeksvraag te beantwoorden
1) Gegevens of kenmerken verzamelen over de onderzoekspopulatie = waarden verzamelen
van variabelen
2) De juiste descriptieve of inferentiële analysetechniek(en) kiezen
o Is afhankelijk van 3 bepalende factoren
1. Het aantal variabelen
2. Het meetniveau van elke variabele
3. De rol van elke variabele in de onderzoeksvraag : afhankelijke, onafhankelijke
variabele, moderator,…
3) Statistische analyse(s) uitvoeren op de verzamelde gegevens
2. MEETNIVEAU VAN VARIABELEN
➢ Variabelen = kenmerken van een populatie waarin je als onderzoeker geïnteresseerd bent
Ze kunnen telkens variëren wanneer ze gemeten worden bij verschillende
onderzoekseenheden van die populatie of op verschillende tijdstippen en plaatsen
➢ Onderzoekseenheden komen voor in verschillende vormen
Respondenten : bv. De variabele ‘gender’ of ‘gewicht’
Producten of diensten zoals sociale media-apps: bv. Variabele ‘aantal actieve gebruikers’
Tijdsperiodes of ruimtes zoals gevangenissen: bv. Variabele ‘aantal vierkante meter
celruimte per gedetineerde’
➢ Operationaliseren van variabelen = concepten waarmee we gestart zijn, moeten we omzetten
naar meetbare variabelen
Hierbij beslis je hoe elk kenmerk gemeten zal worden en met welke waarden die
metingen gerepresenteerd zullen worden
Bv: leeftijd weten = naar geboortejaar vragen OF hun specifieke leeftijd vragen
Operationaliseren kan dus op verschillende manieren aangezien 1 concept op
verschillende manieren gemeten kan worden
1
, 2.1. MEETNIVEAU VAN VARIABELEN
➢ De antwoorden op een vraag worden omgezet in een getal zodat die statistisch kunnen
verwerkt worden
Bv: Ik ben (0) man, (1) vrouw, (2) ander
➢ 4 meetniveaus, geordend van weinig naar meer informatief
Nominaal
Ordinaal
Interval
Ratio
➢ Hoe lager het meetniveau, hoe beperkter de mogelijkheden om de gegevens statistisch te
bewerken
CATEGORISCHE VARIABELEN
➢ Categorische variabele = indien de waarde van een variabele een bepaalde klasse of categorie
vertegenwoordigt (=kwalitatieve variabele)
Nominale variabelen = wanneer we voor een bepaalde variabele individuen of objecten
indelen in gelijkwaardige klassen of categorieën
o Getalwaarde = louter benoeming, geen functie of betekenis, = arbitrair
o Gelijkwaardige categorieën: de waarden van de nominale kenmerken kunnen
niet in logische volgorde worden gezet (bv: chinees restaurant)
o Klassen zijn discreet: er komen geen tussenliggende waarden voor (bv: geslacht:
waarde 1.5 is niet mogelijk)
o Nominale variabelen met slechts twee categorieën = binaire variabele (bv. Type
klacht)
Ordinale variabelen = wanneer er in de verschillende categorieën van een categorische
variabele een bepaalde rangorde zit
o Getalwaarde met bepaalde logische of natuurlijke rangorde
o Ordinale variabelen laten niet toe om een uitspraak te doen over ‘hoeveel meer
of beter’
• Geen vaste meeteenheid (tussenwaardes)
• Bv: hotdogwedstrijd: degene op plaats 1 at meer dan degene op plaats 2,
maar je weet niet hoeveel meer
o Niet-gelijkwaardige categorieën
➢ Categorische variabelen = discrete variabelen
Mogelijke waarden = beperkt en liggen vooraf vast
2
,METRISCHE VARIABELEN
➢ Metrische variabele = wanneer de verschillende waarden van een variabele geen categorieën
maar een specifieke numerieke score vertegenwoordigen
Bv: lichaamslengte in centimeter (is in een logische volgorde gerangschikt)
➔ Zoals ordinale variabelen
MAAR is een metrische variabele:
1) Extra informatie dan rangschikking: lengte heeft een vaste meeteenheid
o Je kan hierdoor het exacte verschil berekenen tussen verschillende waarden van
respondenten
2) Tussenliggende waarden zijn mogelijk → continue variabelen
o Continuüm aan tussenliggende waardes
➢ Intervalvariabelen = metrische variabelen die geen nulpunt kennen
Het verschil tussen de waarden is betekenisvol
Oneindig veel mogelijke tussenliggende waarden
Geen absoluut nulpunt: het kenmerk 0 heeft niet de betekenis van niet bestaan, maar
bestaat enkel bij conventie
Verhoudingen tussen de waarden van een intervalvariabele zijn niet zinvol
➢ Ratiovariabelen
Hoogst mogelijke meetniveau
Hebben een absoluut nulpunt (bv: gewicht of salaris)
o Maakt verschil tussen het zijn en het niet zijn → een doos die 0 gram weegt,
bestaat niet
Verhoudingen tussen de waarden zijn zinvol (percentage alcohol in bloed: 3 promille is 3
keer zoveel als 1 promille)
➔ MAAR in onderzoekspraktijk is onderscheid interval vs ratio amper relevant
ABSTRACTE KENMERKEN CONCREET MAKEN
➢ Enkelvoudige vragen die een concept meten
Bv: werktevredenheid
➢ Nadelen van een enkelvoudige vraag:
1) Het concept is vaak te heterogeen om slechts door 1 vraag te dekken
2) Toevalsinvloeden spelen een rol
o 1 vraag valt niet altijd op tussen de resem vragen in een enquête: afgeleid zijn,
slecht begrip, emotionele stemming,…
3
, ➢ Meervoudige vragen (meetschaal) laten toe om respondenten achteraf beter te
onderscheiden
Via meetschalen zoals de Likertschaal een abstract concept meten:
o Minstens 3 concrete ordinale schaalitems, die eenzelfde abstract kenmerk zo
goed mogelijk vertegenwoordigen
o Elk ordinaal schaalitem: beantwoord obv geordende antwoordopties
(=puntenschaal): bv. 1 = niet akkoord, 2 = eerder niet akkoord, 3 = eerder wel
akkoord, 4 = wel akkoord
o De waarden van de schaal zijn niet meer discreet, maar metrisch!! : bv. De score
varieert van 0 tot 10, met tussenliggende waarden
HIËRARCHIE VAN MEETNIVEAUS EN BELANG VAN DE JUISTE VRAAGSTELLING
➢ Duidelijke hiërarchie tussen de meetniveaus:
Hoe hoger gerangschikt, hoe meer bewerkingen of analyses een bepaald meetniveau
toelaat:
o Metrisch > ordinaal > nominaal
➢ MAAR elk meetniveau is altijd even nuttig/waardevol:
Bv. Pijnniveau na behandeling
Pijn metrisch meten > pijn nominaal meten (‘0 = Nee’, ‘1 = Ja’)
Maar daarnaast ook nominale variabele geslacht meten = extra informatie: pijnniveau
vergelijken tussen twee doelgroepen
➢ Metrische variabelen kan je achteraf ALTIJD categorisch maken
OMGEKEERD NIET → vraagstelling in survey belangrijk: hoger meetniveau = meer info
Bv: leeftijd: eerst metrisch gemeten (bv: 19 jaar)
= achteraf toewijzen aan een bredere maar minder informatierijke categorie
steeds mogelijk (bv. 18-24 jaar)
Bv: leeftijd: initieel ordinaal gemeten (bv. 18-24 jaar)
= onmogelijk om nadien te achterhalen wat iemands exacte leeftijd was, je blijft vast op
het ordinale niveau
➢ Likertschalen: TOCH achteraf van ordinaal naar metrisch (p35)
Bv. Likertschaal over angst, met drie items op een 7-puntensschaal
‘1 = Helemaal oneens’, ‘2 = Oneens’, ‘3 = Eerder oneens’, ‘4 = Noch eens, noch
oneens’, ‘5 = Eerder eens’, ‘6 = Eens’ of ‘7 = Helemaal eens’
Resulteert in drie ordinale variabelen
Samenvoegbaar tot één schaalvariabele (gemiddelde of som van alle antwoorden)
o Discrete antwoordcategorieën veranderen in een score voor het abstracte
concept
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marietourlousse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.10. You're not tied to anything after your purchase.