Samenvatting Meer dan Onderwijs (Pedagogiek) - H1.1 tm 1.3, H1.6 tm 1.9, H7 & H10.7 tm 10.8
5 views 0 purchase
Course
Pedagogiek
Institution
Hogeschool IPABO (IPABO)
Book
Meer dan onderwijs
Deze samenvatting van Meer dan Onderwijs (Pedagogiek) is precies wat je nodig hebt voor je eerste toetsperiode in het eerste jaar van de IPabo.
De hoofdstukken 1.1 t/m 1.3, 1.6 t/m 1.9, H7 en H10.7 t/m 10.8 zijn uitgebreid uitgewerkt, inclusief alle kernbegrippen dik gedrukt.
Ik heb de toet...
Samenvatting Pedagogiek – Meer dan onderwijs
H1.1 t/m 1.3, 1.6 t/m 1.9, H7 & H10.7 t/m 10.8
Hoofdstuk 1 – De pedagogische opdracht van het onderwijs
1.1 Inleiding
Lea Dasberg (1993) gaat ervan uit dat het onderwijs de taak heeft mensen te helpen bij menswording, dat
wil zeggen om zowel meeloper als dwarsligger te worden. Meeloper in de betekenis van kennismaken en
meelopen met de bestaande ontwikkelingen, kennisnemen van nieuwe inzichten en vaardigheden leren om
je in de samenleving goed te kunnen redden. En dwarsliggen in de betekenis van kritisch leren kijken naar
de bestaande ontwikkelingen en nieuwe inzichten: het vormen van een eigen mening, het ontwikkelen van
het vermogen anders te durven zijn.
Micha de Winter (2000) pleit voor ‘beter maatschappelijk opvoeden’. Dit betekent dat de samenleving een
gemeenschappelijke verantwoordelijk heeft voor het grootbrengen van de nieuwe generatie. Kinderen
moeten leren omgaan met een spanning tussen het eigen belang en de belangen van anderen en zich
medeverantwoordelijk voelen voor het samenleven.
Biesta vraagt zich af of we in de 21e eeuw naar een andere onderwijscultuur moeten. Het gaat er in het
onderwijs om dat de leerlingen iets leren, dat ze iets waardevols leren en dat ze het van iemand leren:
inhoud + doel + relatie.
1.2 De pedagogische opdracht van de basisschool
Definitie pedagogiek:
• Pais = kind
• Agogein = leiden
• Kinderen begeleiden bij menswording. De leraar bepaalt niet de plaats van het kind in de wereld,
maar helpt hem om zelf zijn plaats in de wereld te bepalen.
Onstenk (2018) beschrijft het begrip ‘pedagogische opdracht’ als ‘het handelen waarbij de leraar
doelbewust werkt aan maatschappelijke en ontwikkelingsgerichte leerdoelen rond waardengerichte
vorming, opvoeden, burgerschap en sociale competentie’.
Wat verstaat het boek onder de pedagogische opdracht of de pedagogische kwaliteit van de basisschool?
Kinderen begeleiden bij menswording, dat wil zeggen bij het leren meeloper en dwarsligger te worden én
bij het leren betrokken, sociale volwassenen te worden.
1.3 Mensen op weg
Opvoeding en onderwijs begeleiden kinderen op weg naar hun menswording. Voor een verdere verkenning
zijn er enkele wezenskenmerken van het mens-zijn:
• Creator zijn: de mens heeft het vermogen zelf nieuwe dingen te bedenken en te maken, wat
essentieel is voor de ontwikkeling en verandering van hemzelf en de wereld.
• Keuzevrijheid hebben: de mens kan invloed uitoefenen op de richting die hij in zijn leven wil gaan.
Hij kan keuzes maken, zijn doelen bepalen en daarvoor gaan.
1
, • Verantwoordelijkheid kunnen dragen: je neemt verantwoordelijkheid voor jezelf, voor elkaar, voor
de omgeving dichtbij en veraf. Het is ook van toepassing op de manier waarop een mens met zijn
omgeving, de natuur en medemensen omgaat. De mens wordt uitgedaagd zélf deelnemer te zijn,
een eigen standpunt in te nemen, te kiezen.
• Betekenissen geven: we ordenen de wereld door bijvoorbeeld onze taal, we geven dingen een
naam en geven er zo betekenis aan.
• Zin zoeken en zin geven: we willen weten wat de zin ervan is om ‘daar’ te willen zijn. We willen ook
graag dingen doen die we als zinvol ervaren.
Dick Swaab stelt dat hetero- en homoseksualiteit verklaard worden uit de aard van onze hersenen, dat er
eigenlijk nauwelijks sprake is van vrije keuzes én wij de hersenen zijn. De geest van een mens kan niet
onafhankelijk van de hersenen functioneren. Herman van Praag vindt echter van wel.
1.6 Over opvoeding gesproken
1.6.1 Wat is opvoeden?
Biesta (2015) vertelt dat het er niet omgaat dat een kind zichzelf leert zien als het centrum van de wereld,
maar om zichzelf in de wereld te zien. Het gaat er om ‘een zelf’ te worden, dat betekent: iemand die op een
eigen manier in relatie met de wereld is.
Een kind moet ook met verlangens leren omgaan: is wat jij wilt, eigenlijk wel goed voor jou en ook goed
voor de wereld om je heen? Biesta zegt dat je als opvoeder het kind soms moet onderbreken om dat
nadenken over wenselijkheid, over gevolgen, over effecten op een ander op gang te brengen. Korczak liet
kinderen hun intenties, hun wensen in een box stoppen, waarin ze 24 uur moesten blijven. Na die tijd
mochten ze die intenties er weer uithalen en beslissen of ze zouden doen wat ze wilden of juist niet.
De manier waarop een kind ervaringen opdoet en leert, is afhankelijk van zijn aard, zijn
ontwikkelingsniveau en zijn gevoeligheid voor de invloed die volwassenen op hem uitoefenen. Er zijn
perioden in het kinderleven waarin een al te nadrukkelijke invloed een tegenovergestelde reactie
teweegbrengt (bijv. de nee-fase én de pubertijd).
De opvoeder wil invloed uitoefenen. Hij heeft kennelijk bepaalde bedoelingen met het kind: hij wil dat
kind zich goed gedraagt of dat het leert luisteren naar anderen. Opvoeden is doelbewust bezig zijn.
De pedagoog Langeveld (1981) onderscheidt in het geheel van de opvoeding:
• Het opvoeden als het handelen dat bewust wordt verricht om een opvoedingsdoel te bereiken.
• Het actief deelnemen van de opvoedeling zelf aan zijn opvoeding.
• De omgang: de natuurlijke verhouding tussen opvoeder en kind.
• Het milieu: denk maar aan het opleidingsniveau, de politieke voorkeur of de woonomgeving van de
ouders.
In een opvoedingssituatie is het noodzakelijk dat er sprake is van een relatie tussen opvoeder en kind,
waarbij de opvoeder vertrouwen heeft in het kind en omgekeerd. Ook het begrip ‘gezag’ speelt mee. Gezag
heeft in de opvoedingen vooral te maken met ‘elkaar iets te zeggen hebben’, maar ook ‘iets te zeggen
hebben over’. Kinderen moeten je gezag aanvaarden, anders spreken we van macht.
In de eerste plaats zijn de ouders de natuurlijke/verantwoordelijke opvoeders. Daarnaast voelt de
samenleving een bepaalde verantwoordelijkheid en roept scholen en andere instanties in leven.
2
, Een beroepsopvoeder (leraar) heeft een houding nodig die onderzoekend is. Met een onderzoekende
houding bedoelen we dat de opvoeder open staat voor het kind en voor wat het kind meemaakt.
1.6.2 Führen oder Wachsen-lassen: enkele opvattingen over opvoeding
Bij de opvatting over opvoeding zijn er twee uitersten: leiden (führen) en wachten-laten (wachsen-lassen),
de meeste standpunten zitten daar tussenin.
• Führen -> kinderen worden geleid; er wordt minder rekening gehouden met het kind. Er wordt
uitgegaan van een cultuur-historisch mensbeeld; kinderen leren van de omgeving.
• Wachsen-lassen -> rijping is belangrijk, vertrouwen in natuurlijke ontwikkeling kind. Er wordt
uitgegaan van een naturalistisch mensbeeld; aanleg speelt een grote rol.
In de bestudering van de kinderlijke ontwikkeling kwam Vygotsky tot de ontdekking dat op jonge leeftijd
het leren via de directe omgang met de wereld een grote plaats inneemt, maar naarmate het kind ouder
wordt, speelt het leren via de volwassene die taal gebruikt, een steeds grotere rol. De consequentie van
deze gedachtegang is dat Vygotsky binnen het onderwijs kiest voor ‘de zone der naaste ontwikkeling’. Een
kind kan morgen die dingen alleen doen die het vandaag met behulp van een volwassenen moet doen.
Daarmee neigt Vygotsky meer naar ‘führen’ dan naar ‘wachsen-lassen’.
De pedagoog Imelman (2002) concludeert dat opvoeding een intentioneel karakter (een opzettelijke
bedoeling om op te voeden) en een functioneel karakter (onbedoeld opvoeden) heeft. Volgens Imelman
gaat het over het doel van opvoeden én is er geen verschil in opvoeden en onderwijzen.
1.6.3 Opvoedingsmiddelen
Enkele opvoedingsmiddelen zijn:
• Goedkeuring/beloning: Als er een goede relatie is tussen opvoeder en kind, dan is een knipoog,
een gebaar of een schouderklopje vaak voldoende. Ieder mens heeft behoefte aan erkenning en
waardering voor wat hij doet. We onderschatten vaak het grote effect dat waardering heeft op het
zelfbeeld van kinderen en volwassenen.
• Gebod/verbod: Ge- en verboden hebben de functie om regels en afspraken duidelijk te stellen,
zodat de veiligheid bevorderd wordt. Langeveld geeft de waarschuwing voor té nadrukkelijkheid.
• Allerlei middelen om de zelfstandigheid te bevorderen: Het geven van opdrachten of aanwijzingen,
het geven van voorbeelden die het kind in staat stellen zelf iets te doen.
• Straf: Hierover zijn verschillende opvattingen
o Bij de natuurlijke straftheorie gaan we ervan uit dat het kwaad zichzelf straft. Speelgoed
vernield, je kan er niet meer mee spelen.
o Als mensen straf moeten toepassen, dan doen we dit om het kind op de ‘goede’ weg te
krijgen of te houden. Straffen kan een verstoring veroorzaken in de relatie tussen opvoeder
en kind.
o Kohnstamm ziet straf als een middel om het geweten van kinderen te wekken. Via straf
wordt het schuldgevoel van het kind opgeroepen.
o Er zijn ook pedagogen die vinden dat je helemaal niet moet straffen. Straffen horen volgens
hen bij dressuursituaties.
1.7 Opvoeden: wie is verantwoordelijk?
Ouders zijn de natuurlijke opvoeders en oefenen dus het primaire gezag uit. In de wet is vastgelegd dat
ouders zeggenschap en beslissingsbevoegdheid hebben over het leven van hun kinderen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessspil1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.