opdracht 2:
ro 2.4, Voor een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing als in deze zaak aan de
orde moet worden aangenomen dat de opsporingsambtenaren op grond van art. 2 (oud) Politiewet
1993 (thans art. 3 Politiewet 2012) en art. 141 en 142 Sv, zoals in de rechtspraak van de Hoge
Raad uitgelegd, alleen bevoegd zijn haar in te zetten op een wijze die een beperkte inbreuk maakt
op grondrechten van burgers en die niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid
van de opsporing. 126g/m/n
opdracht 3:
art. 94 jo. art. 95 en 96 Sv (art. 94.1, 95.1, 96.1 en 104 Sv)
opdracht 4:
opdracht 5:
126g lid 3 wel, rest geen invloed
vraag 6:
art 38 lid 1 sv,
art 28 lid 1 sv
art. 30 lid 1 sv Na zijn bekentenis wordt Dries op last van de rechter-commissaris door
een psychiater van het Pieter Baan Centrum onderzocht. Deze maakt een rapport van
haar bevindingen. Dries vraagt de rechter-commissaris om inzage in het rapport. Deze
weigert dit omdat inzage naar zijn mening Dries’ geestelijke gezondheidstoestand geen
goed zal doen.
art 34 lid 1 en 2 SV
week 2 27-11:
vraag 1
ja, ontdekking op heterdaad, een vermoeden van een misdrijf
Vraag 2
Bij staande houden, dan word je op straat door de politie aangesproken op iets wat je fout
deed (bijvoorbeeld niet stoppen voor rood licht). Je moet je dan identificeren (je ID-bewijs
laten zien) en de agent kan je dan een waarschuwing geven of een bekeuring schrijven.
Als je wordt aangehouden, moet je je ook identificeren maar dan wordt je door de politie
meegenomen naar een politiebureau. Dit noemen mensen ook wel een arrestatie. Op het
politiebureau wordt je dan voorgeleid en verhoord.
vraag 3
, art. 54 Sr lid 1→ voldaan
art. 57 Sr
vraag 4
niet verplicht tot antwoorden→ verdachte, geen raadsman, zwijgrecht
vraag 5
art. 56 lid 1 Sv → nee
art. 95 lid 2 Sv→ nee
opsporingbevoegdheden en dwangmiddelen
wordt een dwangmiddel rechtmatig gebruikt?
- wie?
- tegen wie?
- geval
- doel (machtsmisbruik)
- tijd/duur
- proportionaliteit en subsidiariteit
week 3 4-12
Opdracht 1:
vraag 1
Het onmiddellijkheidsbeginsel is een beginsel uit het strafrecht, dat van toepassing is op het
bewijs dat tijdens een rechtszaak wordt aangevoerd tegen een verdachte.
De rechter mag bij de bewijsbeslissing slechts rekening houden met hetgeen tijdens het
onderzoek ter terechtzitting aan de orde is gesteld door de officier van justitie. Het idee
hierachter is dat de zitting openbaar moet zijn, en dat al het bewijs tijdens een openbare zitting
door de officier van justitie moet worden aangeleverd. Verder helpt dit beginsel ook bij de
verdediging van de verdachte. Hij kan zich zo voorbereiden op het aangeleverde bewijs en kan
dus niet tijdens een latere zitting plotseling met nieuw bewijs geconfronteerd worden.
Het onmiddellijkheidsbeginsel kan in twee delen worden onderverdeeld:
1. Het formele onmiddellijkheidsbeginsel. Dit houdt in dat de rechter alleen
informatie die tijdens de zitting aan het licht is gekomen mag gebruiken in zijn
oordeel. Let op; dit kunnen dus wel verklaringen zijn die tijdens het gerechtelijk
vooronderzoek aan het licht zijn gekomen. Het gaat hier specifiek om dingen die
genoemd zijn tijdens de zitting.
2. Het materiële onmiddellijkheidsbeginsel. Dit houdt in dat het bewijs uit de meest
authentieke bronnen moet komen. Een ooggetuigenverslag gaat dus boven een
audituverklaring.
vraag 2
formele opvatting van het onmiddellijkheidsbeginsel
De Hoge Raad bepaalde in deze zaak dat een testimonium de auditu onder de
werking van art. 342 lid 1 Sv valt en derhalve als bewijs mag worden gebruikt. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xandervreenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.