week 1 19-11:
Een anatomische les: wat is strafrecht?
Strafrecht is publiekrecht
- Relatie tussen overheid en burger (verticaal)
- Ten behoeve van de samenleving
- Verschillen met civiel recht
Strafrecht is sanctierecht
- Gericht op het opleggen straffen en/of maatregelen (zie week 7)
Strafdoelen en effecten
- Vergelding, generale preventie, speciale preventie en reparatie (zie week 7)
- Ingrijpende effecten voor verdachten en veroordeelden
Rechtsbescherming en instrumentaliteit
- Bescherming van fundamentele rechten van zowel verdachte en veroordeelde als
(potentiële) slachtoffers
Het strafbare feit
- Een gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving,
wederrechtelijk is en verwijtbaar is aan de verdachte (zie week 4)
Aard en functies van strafprocesrecht
Functies van het strafproces
- Hoofddoel van het strafproces is de juiste toepassing van het materiële strafrecht op
daders mogelijk te maken
- Nevendoelen van strafprocesrecht (bijv. genoegdoening slachtoffers, want geen
civiel recht nodig voor bijvoorbeeld inning schadeclaims door onrechtmatige daad)
Een eigen functie voor het strafprocesrecht?
- Het strafprocesrecht stelt (behoorlijkheids-)eisen aan de wijze van opsporing,
vervolging en berechting en schept juridische waarborgen voor de justitiabele
→ Garandeert daarmee een zekere rechtsbescherming tegen de overheid
→ Noemen we ook wel: secundaire controle
- Kanaliseren maatschappelijke onrust
Structuur van het strafproces
het opsporingsonderzoek in eerste aanleg:
Het vooronderzoek:
getemperd inquisitoir
- Gedefinieerd in art. 132 Sv
- Verzamelen van bewijsmateriaal en voorbereiden vervolgingsbeslissing
- Verschillende vormen
- Getemperd inquisitoir
Het eindonderzoek: gematigd accusatoir
- Verschillende soorten rechters
, - Schakel tussen voor- en eindonderzoek is de dagvaarding
Relatief belang van het eindonderzoek
- Veel zaken komen niet op zitting, want worden (voorwaardelijk) geseponeerd of
buitengerechtelijk afgedaan (ZSM, strafbeschikking)
- Op terechtzitting wordt vooral strafdossier besproken
Deelnemers aan het strafproces
- opsporingsambtenaren→ richt zich op feiten en verdachte
- verdachte + raadsman
- hulpofficier van justitie→
- officier van justitie
- rechter-commissaris
- raadkamer rechtbank
Bronnen van strafprocesrecht
Het Wetboek van Strafvordering
- Zes boeken
- Inwerkingtreding in 1926
- Sindsdien vele, vele malen gewijzigd en aangevuld
- Modernisering Wetboek van Strafvordering
Bijzondere wetten
- Politiewet
- opiumwet
- wet op wapens en munitie
- wegenverkeerswet 1994
- wet economische delicten
- etc.
Internationale rechtsinstrumenten
- Mensenrechtenverdragen: EVRM
- Recht van de Europese Unie: Richtlijnen
Lagere wetgeving en beleidsregels
- AMvB’s; richtlijnen en aanwijzingen
Ongeschreven recht
- Beginselen van een goede procesorde
In het strafrecht kennen we de volgende beginselen van goede procesorde;
- Vertrouwensbeginsel
Het vertrouwensbeginsel ziet erop dat een verdachte gerechtvaardigd mag vertrouwen op
mededelingen van politie en justitie
- Equality of arms
Het beginsel van equality op arms gaat ervan uit dat zowel de verdediging als het OM met
hetzelfde dossier en met dezelfde middelen strijden
- Verbod op dubbele vervolging (Ne bis in idem)
Het verbod van artikel 68 Sr. houdt in dat een verdachte niet tweemaal voor hetzelfde feit mag
worden vervolgd. Dit wordt ook wel het ne bis in idem-beginsel genoemd.
, - Recht op een eerlijk proces
Het recht op een eerlijk proces is geregeld in artikel 6 lid 1 EVRM.
- Beginsel van zuiverheid van oogmerk
Het beginsel van zuiverheid van oogmerk, ook wel bekend als het verbod op misbruik van
bevoegdheid (Franse vertaling: ‘Detournement de pouvoir’) houdt in dat een publieke
bevoegdheid niet mag worden aangewend voor een ander doel dan waarvoor zij gegeven is.
De misbruik van bevoegdheden speelt vaak bij de inzet van algemene controlebevoegdheden
in het verkeersrecht (art. 160 WVW) ten behoeve van de opsporing.
- Het gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel in het strafrecht gaat uit van de gelijke behandeling van gelijke
gevallen.
- Het beginsel van de redelijke en billijke belangenafweging
In beginsel van de redelijke en billijke belangenafweging liggen de in het strafrecht geldende
eisen van proportionaliteit en subsidiariteit besloten. Relevante belangen dienen behoorlijk
tegen elkaar te worden afgewogen. Beslissingen die- in verhouding tot het algemeen belang-
onevenredig groot nadeel aan de belangen van de burger toebrengen, dienen achterwege te
blijven.
- Onschuldpresumptie
De ‘onschuldpresumptie’ houdt in dat een verdachte onschuldig wordt geacht totdat het
tegendeel door een rechter wordt bewezen. De onschuldpresumptie is in artikel 6 lid 1 EVRM
verankerd en moet worden uitgelegd als een richtlijn voor de houding van de strafvorderlijke
autoriteiten en de rechterlijke macht. Zij mogen er geen blijk van geven de verdachte bij
voorbaat als schuldig aan te merken.
- Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel (in het strafrecht ook wel het nulla poena-beginsel genoemd) houdt in
dat overheidshandelen gebaseerd moet zijn op een vooraf aanwezige wettelijke bepaling. Ook
betekent dat wetten niet met terugwerkende kracht mogen worden toegepast.
Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Artikel 1 Sv
- ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
- Het wetsbegrip: wet in formele zin
- Meer dan beperkte inbreuken op rechten en vrijheden vereisen een specifieke
wettelijke grondslag (HR Bloedproef; HR Onderzoek smartphone)
- Uitgangspunt van strikte rechterlijke interpretatie (HR Bloedproef)
Vergelijking met benadering van het EHRM
- EHRM gaat uit van het materiële begrip ‘law’
- En stelt daaraan kwaliteitseisen
Artikel 1 Sv bindt het strafvorderlijk optreden van overheidsfunctionarissen aan de
wet
1. Vereiste van een wettelijke grondslag (HR Bloedproef)
- Niet steeds het Wetboek van Strafvordering
- Betekenis van bijzondere wetten
- Delegatie is toegestaan (bijv. 61a lid 3 Sv; 163 lid 10 WVW 1994)
- Betekenis van beleidsregels
- Betekenis van algemene taakstelling politie (3 PolW en 141 Sv; HR Stille sms en
HR Doorzoeking smartphone)
2. Toetsing van het concrete optreden
- Toetsing aan geschreven recht
- En aan ongeschreven recht: beginselen van een goede procesorde (HR Braak bij
binnentreden)
Beginselen van een goede procesorde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xandervreenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.