Samenvatting Scheikunde H7
Paragraaf 1 – zure en basische oplossingen
Naam zuur Formule
Een zuur is een deeltje dat een H ion kan
+
Ethaanzuur (azijnzuur) CH3-COOH
afstaan. Dit wordt ook wel een protondonor Fosforzuur H3PO4
genoemd. De meeste zuren zijn moleculaire Koolzuur CO2 + H2O (H2CO3)
stoffen. Organische zuren zijn Salpeterzuur HNO3
koolstofverbindingen met een -COOH groep als Waterstofchloride HCl
karakteristieke groep. Anorganische zuren zijn Zwavelzuur H2SO4
zuren zonder organische verbinding, zoals H3PO4, fosforzuur. Na het afstaan van een H+ ion,
wordt het een negatief ion, zoals fosfaat PO43-.
Als een zuur reageert met water (zure oplossing) en een H+ ion afstaat aan een
watermolecuul, ontstaat er een H3O+ ion en een zuurrestion. Dit heet ionisatie. De algemene
vergelijking tussen een zuur, HZ, en water is:
HZ (aq) + H2O (l) Z- (aq) + H3O+ (aq)
Een base is een deeltje dat een H+ ion kan Naam base Formule
opnemen, protonacceptor. Vaak zijn het Ammoniak NH3
negatieve ionen. Een voorbeeld is natronloog, Carbonaation CO3-2
NaOH. Organische basen zijn moleculen met Hydroxide-ion OH-
Oxide-ion O-2
een aminogroep als karakteristieke groep.
Waterstofcarbonaation HCO3-
Als een base reageert met water (basische
oplossing) en een H+ ion opneemt van een watermolecuul, ontstaat er een OH- ion. De
algemene vergelijking tussen base en water is:
B- (aq) + H2O (l) HB (aq) + OH- (aq)
In water zal een klein deel van de watermoleculen met elkaar reageren volgens:
2 H2O (l) <-> H3O+ (aq) + OH- (aq)
De evenwichtsconstante van dit waterevenwicht wordt de waterconstante genoemd. De
waarde hiervan is bij 298 K, 1,0 x 10-14. De waarde is erg klein en het evenwicht ligt dus sterk
links. Als zuur wordt toegevoegd aan water, zal de concentratie H3O+ toenemen. Waardoor de
concentratie OH- afneemt. Bij een base is dit omgekeerd.
De zuurgraad geeft aan hoe groot de concentratie H3O+ ionen in de oplossing is. De pH-
waarde is de maat hiervoor. pH 7 is neutraal, pH onder 7 is zuur, pH boven 7 is basisch. De
pH kun je als volgt berekenen:
pH = -log (concentratie H3O+) pH + pOH = 14,00
(concentratie H3O+) = 10-pH
Voor een basische oplossing wordt de pOH-waarde gebruikt:
pOH = -log (concentratie OH-)
, (concentratie OH-) = 10-pOH
Er gelden bij de pH andere significantieregels:
Het aantal decimalen in de pH is het aantal significante cijfers voor de concentratie
Het aantal significante cijfers in de concentratie is het aantal decimalen van de pH
Er is papier waarmee je de pH kan beredeneren. Hier zitten namelijk zuur-base-indicatoren
op. Dit zijn stoffen die bij verschillende waarden een andere kleur krijgen. Deze kleuren kun
je zien in BiNaS tabel 52A. bij het beredeneren moet er niet teveel indicator worden
toegevoegd. Dan zal deze namelijk de pH van de oplossing beïnvloeden.
Paragraaf 2 – sterke en zwakke zuren en basen
Niet alle zuren staan gemakkelijk H+ ionen af. Daarom wordt er onderscheidt gemaakt tussen
sterk en zwak. Een sterk zuur is een zuur dat aflopend reageert met water. Alle zuurdeeltjes
zullen een H+ ion afstaan aan de watermoleculen. Er blijven alleen H3O+ ionen en de
zuurrestionen over. Daarom wordt zoutzuur, HCl -oplossing, geïoniseerd genoteerd: H3O+ (aq)
+ Cl- (aq). Dit geldt voor alle oplossingen van sterke zuren.
Een zwak zuur is een zuur waarbij niet alle zuurdeeltjes een H+ ion afstaan. De reactie met
water leidt tot een chemisch evenwicht, waarbij het evenwicht sterk links ligt.
HCOOH (aq) + H2O (l) <-> HCOO- (aq) + H3O+ (aq)
In de bovenstaande reactie van mierenzuur met water zie je dat het HCOO- ion reageert als
zwakke base. Omdat dit is ontstaan uit HCOOH zijn deze twee een zuur-basekoppel. HCOO - is
de geconjugeerde base van HCOOH. H3O+ is het geconjugeerde zuur van H2O.
Voor bovenstaand evenwicht kan de volgende evenwichtsvoorwaarde worden opgesteld:
(concentratie HCOO-) x (concentratie H3O+)
Kz = -------------------------------------------
(concentratie HCOOH)
Hoe hoger de Kz, hoe sterker het zwakke zuur en hoe meer het evenwicht aan de kant van
H3O+ ligt. Je kunt de ligging van dit evenwicht beïnvloeden met concentratie, temperatuur…
Een sterke base is een base die aflopend met water reageert. Alle basedeeltjes nemen een
H+ deeltje van een watermolecuul op waar bij het geconjugeerde zuur en OH - ontstaat. Een
zwakke base is een base die in oplossing slecht voor een klein deel geïoniseerd wordt. De
reactie is een evenwichtsreactie met sterk links liggend evenwicht. (concentratie NH4+) x (concentratie OH-)
Voor een NH3 -oplossing geldt de evenwichtsvoorwaarde: Kb = -------------------------------------------
(concentratie NH3)
Hoe hoger de waarde van Kb, hoe meer het evenwicht rechts ligt en hoe sterker de base is.
Hoe sterker het zuur, hoe zwakker de geconjugeerde base. Hoe sterker de base, hoe zwakker
het geconjugeerde zuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewitkiki. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.54. You're not tied to anything after your purchase.