100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting samenleving en diversiteit H1, 3, 4, 5 ,6 en 7 $5.39
Add to cart

Summary

Samenvatting samenleving en diversiteit H1, 3, 4, 5 ,6 en 7

8 reviews
 311 views  49 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken 1, 3, 4, 5, 6 & 7 van het boek Antropologie en Sociaal Werk (John ter Horst). Van het vak Samenleving & Diversiteit. De hoorcolleges en online lessen van John ter Horst en het boek zijn in de samenvatting verwerkt. De samenvatting is gebaseerd op de leerdoelen voor ...

[Show more]

Preview 4 out of 29  pages

  • No
  • H1, h3, h4, h5, h6, h7
  • March 26, 2020
  • 29
  • 2019/2020
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: Richellevdgeest • 2 year ago

Translated by Google

This is not a summary but takeover of the powerpoints on elo.

review-writer-avatar

By: jessiehoekstra11 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: s1153696 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: angelpoorting • 3 year ago

review-writer-avatar

By: s1139868 • 4 year ago

Translated by Google

It tells clearly and quickly what the contents of the book are.

review-writer-avatar

By: tobiasheinhuis • 4 year ago

review-writer-avatar

By: franciskegroenesteyn • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Hoofdstuk 1: De sociaal werker als Antropoloog
Tentamen, 40 meerkeuzevragen

Leerdoelen van deze week:
● Student begrijpt wat een antropoloog doet en wat het veldwerk inhoudt
● Student begrijpt de overeenkomst tussen een antropoloog en sociaal werker
● Student begrijpt het werkterrein van de moderne culturele antropologie
● Student weet wat het begrip cultuur omhelst
● Student kent de culturele dimensies
● Student begrijpt het principe van het veldwerk en kent onderzoeksmethode
participerende observatie
● Student kan onderscheid maken tussen diversiteit en intersubjectiviteit
● Student kent het begrip sociologische verbeeldingskracht
● Student begrijpt de drie antropologische dimensies van het trainen van
verbeeldingskracht; structureel functionalisme, conflicttheorie en symbolisch
interactionisme
● Student kan vanuit de drie bovenstaande posities naar een sociaal vraagstuk kijken

,1.3: Cultuur

Antropologie = een tak van wetenschap die de mens in al zijn aspecten bestudeert, zowel
fysiek als cultureel.

Culturele antropologie bestaat uit drie woorden:
- Kolere = cultuur
- Antropos = mens
- Logos = wetenschap

Culturele antropologie is ontstaan op het snijpunt van de industriële revolutie en het
kolonialisme.

Antropologen bestuderen de mens als cultureel wezen.

Cultuur in het algemeen verwijst naar het patroon van menselijke activiteit en de
symbolische structuren die deze activiteit een zekere betekenis geven.
- In bredere zin wordt cultuur gebruikt voor alles wat door de samenleving wordt
voortgebracht, zowel materieel als immaterieel.
- In engere zin wordt de term gebruikt voor ambacht, kunst, religie en wetenschap.

Cultuur heeft niet één definitie.

Gemeenschappelijke kenmerken van cultuur:
- Cultuur is niet biologisch bepaald, maar aangeleerd gedrag.
- Cultuur is niet statisch, maar veranderlijk.
- Cultuur is situationeel bepaald.

Diversiteit = nadruk op cultuurverschil
Intersubjectiviteit = nadruk op cultuurovereenkomsten

1.4: Veldwerk en participerende observatie

Antropologisch veldwerk is gericht op het begrijpen van een cultuur die anders is.
- Deze methode verwijst naar onderzoek waarin gedrag wordt bestudeerd op kleine
schaal in een alledaagse setting, en waarbij data wordt verzameld door observatie
en/of informele gesprekken.
- De methode kenmerkt zich door onderdompeling én afstand.
- De methode is ontwikkelt door de poolse Antroploog Branislaw Malinowski.

Om een cultuur te begrijpen, is het noodzakelijk dat je je langdurig in die cultuur
onderdompelt. Je dient de taal te leren (dat kan bijvoorbeeld ook straattaal zijn) en de
mensen die je onderzoekt moeten je gaan vertrouwen. Hoe meer tijd je doorbrengt ‘in het
veld’, hoe rijker je data en hoe dieper je contextueel begrip.

Participerende observatie = om een cultuur te bekijken gebruiken antropologen de
veldwerkmethode.

Frontstage-identiteit = de publieke identiteit die mensen graag laten zien, ziet er positiever
uit.
Backstage-identiteit = de privé-identiteit, die mensen liever voor zichzelf houden en niet zo
snel laten zien.

Observeren is opzettelijk, doelgericht en systematisch waarnemen.

,1.5: Thick description en het wezen van de ander

Thick description = uitgebreide beschrijving van de cultuur.
Het houdt in dat observaties in veldwerk in wisselwerking met de omgeving worden
beschreven in een dagboek. Hierdoor kunnen bepaalde betekenissen aan de observatie
worden verbonden.

Een belangrijke taak van een antropoloog is om tot het wezen van de mens en zijn
omringende samenleving door te dringen en zijn gevoeligheden boven tafel te krijgen.
De antropoloog is nieuwsgierig, open figuur die zich verwonderd en niet oordeelt.
De antropoloog probeert zich in te beelden hoe het is om de ander te zijn door middel van
empathie.

Na langdurig in het veld te zijn geweest, keert de onderzoeker figuurlijk terug naar de
universiteit. Hij neemt dan afstand van de mensen en de cultuur die hij onderzocht, zodat hij
kritisch de verzamelde data kan gaan analyseren. Afstand houden is belangrijk. De
onderzoeker loopt namelijk het risico zich zo te gaan identificeren met de cultuur die hij
onderzoekt, dat hij volledig participant wordt. Going native wordt dat genoemd.

1.6: Veldwerk en outreachend werk

Outreachend werken = het hanteren van een werkmethode waarbij actief ingezet wordt op
het leggen van contact met de doelgroep, het onderzoeken van vragen en het motiveren en
verwijzen van de doelgroep naar vormen van hulpverlening.

Sociologische verbeeldingskracht = het vermogen om een probleem vanuit verschillende
perspectieven te bekijken.
Bijvoorbeeld micro-meso-macro niveau of individuele problemen versus institutionele en
samenlevingsproblemen.

John Wright Mills: een goede sociaal werker is in staat om persoonlijke problemen van
mensen of sociale problemen vanuit verschillende theoretische perspectieven te benaderen.

Uitgangspunt van sociologische verbeeldingskracht: er schuilt kracht in het verschil
(diversiteit) en het vermogen om ook overeenkomsten tussen mensen en ideeën te kunnen
zien (intersubjectiviteit).

, 1.7: Het structureel functionalisme

Het structureel functionalisme: hanteert een kader voor de theorievorming waarin de
samenleving als complex systeem wordt gezien. DIt systeem bestaat uit functionele
instituten die de behoeften van de maatschappij als een geheel dienen (net als een
machine).
Elk instituut draagt eraan bij dat de samenleving goed kan functioneren. De leden zijn met
elkaar eens wat moreel goed en fout is.

- Het oudste antropologische paradigma (theorie).

- Grondlegger: de eerste socioloog Emile Durkheim.

Sociale cohesie:
Samenleving is een soort menselijk lichaam. Een samenleving bestaat net als het lichaam
uit allerlei onderdelen/instituten. Denk aan gezinnen, scholen, politiebureau, de supermarkt,
zorginstellingen/wijkteam, sportvereniging, etc. Deze instituten zorgen voor de sociale
cohesie in een samenleving. Als er problemen binnen deze instituten zijn, bijvoorbeeld
omdat ze niet goed kunnen functioneren dan ontstaan er volgens deze theorie sociale
problemen. Dit gaat ten koste van de sociale cohesie.

De samenleving wordt volgens Durkheim als een systeem/lichaam/machine gezien.
Samenwerken van onderdelen vervult behoeften van het totale samenleving systeem,
gericht op voortbestaan en stabiliteit van de samenleving.
We herkennen hier erg de WMO in, de kanteling van de zorg naar gemeenten, het vroegere
civil society denken en het social casework van Marie Kamphuis.
Centraal staat de gedachte dat individuen zich aan moeten passen aan de samenleving .

Visie op sociale problemen:
Structuren bepalen het sociaal handelen. Mensen zijn componenten van het systeem. Een
functioneel systeem vervult de behoeften van de maatschappij als geheel, niet individuele
belangen.

Merton onderscheid twee soorten functies:
1. Manifeste functies: bedoelde functie van instituten. Bijvoorbeeld onderwijs dient
productieve arbeidskrachten op te leiden.
2. Latente functies: onbedoelde functie van instituten. Onderwijs kan ook een
huwelijksmarkt zijn.

Structureel functionalisten kijken dus altijd naar de manifeste en latente functie van
instituten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bdenburger. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39  49x  sold
  • (8)
Add to cart
Added