Oefenvragen
1. Meneer B. is 68 jaar en heeft 2 dagen geleden een myocardinfarct gehad.
Hij ligt nog in het ziekenhuis maar gaat plotseling achteruit. Hij wordt
kortademiger, heeft last van hartkloppingen en moet hoesten. De arts
stelt de diagnose mitralisklepinsufficiëntie. Hoe kan dit ontstaan zijn bij
meneer B?
2. Beschrijf onderstaand ECG en stel een diagnose.
3. Een man, 52 jaar, rolstoel afhankelijk, wordt door de huisarts naar de
poli cardiologie verwezen met pijn op de borst bij inspanning sinds één
maand bestaand. Patiënt kwam 2 weken geleden voor het eerst bij zijn
huisarts met deze klacht. De reden van doorsturing naar de cardioloog:
recent ontstane AP-klachten, bloeddruk 160/90 mmHg (Re=Li), aan hart
en longen bij auscultatie geen bijzonderheden. ECG toont een SR met
linkerventrikel hypertrofie.
Welke onderzoeken zou je nu doen?
4. Een 60-jarige vrouw komt bij de huisarts met pijn op de borst bij
inspanning sinds ongeveer een maand. Bij lichamelijk onderzoek wordt
een ruwe laat systolische souffle gehoord, punctum max 2e icr Re en
voortgeleid naar de carotiden. De bloeddruk Re=Li bedraagt 150/90
mmHg, Pols 80/min regulair equaal.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
5. Mevrouw van 80 jaar komt via haar huisarts op de poli Cardiologie
omdat ze aanvallen heeft van hartkloppingen, die bij navraag al enkele
jaren met regelmaat van de klok optreden. Ze merkte dat de pols dan
snel en onregelmatig klopt. Ze voelt zich niet lekker op die momenten.
Op het ECG bij de huisarts werd bij zo’n aanval van hartkloppingen
atriumfibrilleren vastgelegd. Ze is verder bekend met een langbestaande
hoge bloeddruk en diabetes mellitus. Bij anamnese komen verder geen
bijzonderheden naarboven. Bij lichamelijk onderzoek wordt een
, irregulaire inaequale pols waargenomen en tevens een “pulse deficit”.
Aan het hart wordt een systolische souffle gehoord.
Welke vorm van atriumfibrilleren is bij deze patiënte het meest
waarschijnlijk?
6. Hoe wordt de patiënte uit vraag 5 behandeld?
7. Patiënt A is een 92-jarige vrouw die alleen woont in een aanleunwoning.
Het afgelopen jaar is zij driemaal in huis gevallen. Zij is bekend met
hypertensie waarvoor zij hydrochloorthiazide 12,5 mg 1 dd gebruikt. Zij
heeft lichte cognitieve stoornissen, die passen bij een beginnende ziekte
van Alzheimer. Bij de halfjaarlijkse controle van haar hypertensie stelt de
huisarts een irregulaire, inequale pols vast met een frequentie van 100
slagen/minuut. Patiënte heeft geen klachten. Haar bloeddruk is 160/100
mmHg. Bij auscultatie van het hart is de frequentie 140 slagen/min en
irregulair (polsdeficit: 40/min). Er zijn geen souffles. Over de longen is er
sprake van vesiculair ademgeruis. Er is geen perifeer oedeem. Het ECG
toont boezemfibrilleren
Wat is een vaak optredende complicatie bij boezemfibrilleren? Hoe
wordt dit risico bepaald en wat kan hier preventief aan gedaan worden?
8. Op welke 2 manieren kan tachycardie ontstaan?
9. Leg uit hoe een aortastenose kan leiden tot linkszijdig hartfalen.
10. Wat zijn de primaire en secundaire gevolgen van een
volumeoverbelasting voor het hart?
11. Welke twee fysiologische compensatiemechanismen zullen het eerst
optreden bij een falend hart?
12. Welke classificatie wordt gebruikt bij het indelen van hartfalen?
13. Beredeneer wat er gebeurt met de druk-volume curves bij een
aortaklepstenose en mitralisklepinsufficiëntie, indien geen fysiologische
compensatiemechanismen optreden.
14. Noem 4 oorzaken voor een verhoogde drukbelasting (2x) en verhoogde
volumebelasting (2x) van het hart. Wanneer is sprake van concentrische
en wanneer van eccentrische hypertrofie als compensatie?
15. Wat is de invloed van fibrose op de preload?
16. Je ziet als coassistent op de polikliniek cardiologie een vitale man van 70
jaar, die door de huisarts is doorverwezen in verband met een
systolische souffle over het hart. Hij is volledig klachtenvrij. Bij lichamelijk
onderzoek wordt er een ruw ejectiegeruis met een laatsystolisch
maximum gevonden, maximaal in 2e intercostaalruimte rechts met
voortgeleiding naar de carotisarteriën. Over de longen geen afwijkingen.
, Wat is de voorlopige differentiaaldiagnose en welk verder onderzoek zou
je nog willen doen?
17. Een vrouw van 74 jaar is al jaren bij je bekend met hypertensie. Deze is
met behulp van anti-hypertensiva niet goed onder controle te krijgen.
Het ECG en ook de echo laat een duidelijke linker ventrikelhypertrofie
zien. Op het echo is tevens te zien dat de linkerkamerholte een kleine
diameter heeft en dat de linker boezem is gedilateerd. Ze wordt nu
opgenomen met zeer ernstige kortademigheid. Hierdoor is er geen
anamnese mogelijk. Bij onderzoek is er orthopnoe, een klamme huid,
perifere cyanose, de bloeddruk is 200/120 mmHg, de pols 140/min totaal
irregulair, hartonderzoek is door de ademgeruisen niet goed mogelijk.
Beide longen tonen crepitaties over alle longvelden.
Hoe heet deze vorm van hartfalen? Hoe heet dit klinische beeld? En hoe
zou je deze patiënt behandelen?
18. Een 24-jarige vrouw wordt door de huisarts doorgestuurd naar de
polikliniek longziekten in verband met een langzaam afnemende
inspanningstolerantie (NYHA fc III). Een paar maanden geleden had de
patiënte koorts en hoest, maar de behandeling met antibiotica hielp niet
echt. Na 1 week is ze niet kort van adem meer geweest, maar met het
hoesten ging het niet beter. Pufjes hielpen ook niet echt. Bij lichamelijk
onderzoek vond de longarts crepitaties basaal beiderzijds en vroeg de
cardioloog in consult. Op het ECG een sinusritme met een frequentie van
100/min en diffuse afwijkingen van T-golfen. De longfoto toonde een
vergroot hart en longstuwing.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose en wat is hier de oorzaak van?
19. Een man van 67 jaar komt bij de huisarts in verband met kortademigheid
bij het traplopen. In verband met orthopnoe slaapt hij sindsdien op twee
tot drie kussen. Zijn voorgeschiedenis vermeldt DM2, hypertensie en
actief roken. Hier gebruikt hij ook medicatie voor (metoprolol,
metformine en simvastatine). Zijn lichamelijk onderzoek laat een
bloeddruk van 146/94 mmHg zien, pols 80/min regulair. Bij auscultatie
van het hart zijn normale tonen te horen met een souffle graad 2/6,
systolisch. Geen bijzonderheden bij de longen en geen enkeloedeem. Het
ECG ziet er als volgt uit: Wat is je diagnose?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuvialien95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.