De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht (RB24)
All documents for this subject (9)
3
reviews
By: annedenhartog • 6 months ago
By: xaganheerbaart • 3 year ago
By: lailanaqvi • 3 year ago
Seller
Follow
annehoogendoorn
Reviews received
Content preview
De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht College 10
Hoorcollege 10 – De jaarrekeningprocedure & aansprakelijkheid van de
beursvennootschap en haar bestuurders wegens het publiceren van
misleidende financiële verslaggeving
Literatuur
Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht
(Kroeze, 2015) nr. 573, 587-596.
573 – Misleidend financieel verslag
Als d.m.v. de jaarrekening een misleidende voorstelling van de toestand van de
vennootschap wordt gegeven zijn bestuurders/commissarissen naast de
bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die derden daardoor
hebben geleden. Uitzondering: als de bestuurder bewijst dat dit niet aan hem te
wijten is of de commissaris bewijst dat het niet aan een tekortkoming van hem
in het toezicht te wijten is (art. 2:139, 2:150, 2:249 en 2:260 BW). Deze
specifieke aansprakelijkheid geldt voor bestuurders ook voor het jaarverslag en
voor tussentijdse cijfers die de vennootschap bekend heeft gemaakt (NV: art.
2:139 BW), voor tussentijdse cijfers en het jaarverslag voor zover deze bekend
zijn gemaakt (BV: art. 2:249 BW). De NV bepalingen zijn bij faillissement van
coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen (art. 2:53a jo. 2:50a BW)
en van aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen verenigingen en
stichtingen (art. 2:50a en 2:300a BW) van overeenkomstige toepassing.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen bestuurders en commissarissen.
Bestuurder: gaat dan om aansprakelijkheid voor de misleidende voorstelling van
de toestand van de rechtspersoon in het financieel verslag. De derde moet
aantonen dat er sprake is van een misleidende voorstelling sprake is én hij moet
het condicio-sine-qua-non-verband tussen de schade en de misleidende
voorstelling en de hoegrootheid van de schade bewijzen. Slaagt hij hierin: derde
aansprakelijk. De bestuurder die bewijst dat de misleidende voorstelling niet
aan hem te wijten is, is niet aansprakelijk. Wordt gesproken over omkering van
de bewijslast ter zake van de schuldvraag; door die omkering wordt deze
civielrechtelijke kwalitatieve aansprakelijkheid ook wel aangeduid als
quasirisicoaansprakelijkheid.
Commissarissen: kwalitatieve aansprakelijkheid ziet enkel op de inhoud van de
jaarrekening. Bewijslast rust op de derde die stelt benadeeld te zijn. Geldt ook
hier een omkering van de bewijslast wat verwijtbaarheid betreft. Het is de
commissaris die moet bewijzen dat de wijze waarop de toestand van de
rechtspersoon is weergegeven, niet aan een tekortkoming van hem in het
toezicht is te wijten.
587 – Jaarrekeningprocedure
Art. 2:447-455 BW bevat bepalingen over de rechtspleging m.b.t. de inhoud
van de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens (ook wel: de
jaarrekeningprocedure). De jaarrekeningprocedure speelt zich af voor de OK.
De jaarrekeningprocedure betreft de inrichting van de jaarrekening met
jaarverslag en overige gegevens. Het kan wat jaarrekening betreft gaan om de
vastgestelde jaarrekening dan wel (mits gedeponeerd) om de opgemaakte
jaarrekening. Als een geconsolideerde jaarrekening is opgenomen gaat het ook
om de inrichting van deze jaarrekening, maar ook om de vraag of het terecht is
dat er geen geconsolideerde jaarrekening is opgenomen (als deze dus
ontbreekt). Gebreken in een mededeling over een ernstig tekortschietende
jaarrekening (art. 2:362 lid 6 BW) en gebreken in halfjaar- of kwartaalcijfers
vallen buiten de jaarrekeningprocedure.
1
,De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht College 10
588 – Toepasselijkheid jaarrekeningprocedure.
Het verzoekschrift tot herziening van de jaarrekening, het jaarverslag of de
daaraan toe te voegen overige gegevens (m.u.v. de accountantsverklaring, art.
2:447 lid 3 BW) kan de volgende personen betreffen (art. 2:447 lid 1 BW:
- een rechtspersoon/vennootschap als bedoeld in art. 2:360 BW waarop
titel 9 van Boek 2 BW van toepassing is;
- een statutair in Nederland gevestigde effectenuitgevende instelling als
bedoeld in art. 1 sub b Wtfv
- een beleggingsinstelling als bedoeld in art. 1:1 Wft.
In bijzondere wetgeving kan de procedure van afdeling 16 van titel 9 Boek 2 BW
van overeenkomstige toepassing zijn aangewezen.
589 – Toetsingskader; indieningsbevoegden.
Jaarrekeningprocedure gaat om strijdpunten van de jaarrekening, het
jaarverslag en de overige gegevens met voorschriften die bij/krachtens art. 3
Verordening nr. 1606/2002, titel 9 boek 2 BW of de Wft zijn gesteld, art. 2:447
lid 2 BW.
Volgens art. 2:448 BW is iedere belanghebbende, de AG bij het ressortsparket
in het openbaar belang en in geval van effectenuitgevende instellingen ook de
AFM met inachtneming van art. 4 Wtfv bevoegd tot het indienen van het
herzieningsverzoek.
De krachtens de hiervoor genoemde verordening uitgevaardigde internationale
standaarden voor jaarrekeningen gelden o.g.v. het Unierecht rechtstreeks voor
de inrichting van de geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen waarvan
effecten zijn toegelaten tot een gereglementeerde markt. In alle gevallen blijft
gelden voor het jaarverslag en de overige gegevens dat getoetst moet worden
aan de bij en krachtens titel 9 Boek 2 BW gestelde inrichtingsvereisten en indien
van toepassing, aan de bij of krachtens de Wft gestelde inrichtingsvereisten.
590 – Iedere belanghebbende.
De belanghebbende is bevoegd voor het instellen van een
jaarrekeningprocedure. Het moet gaan om een persoon die belang heeft bij de
jaarrekeningprocedure, niet om eenieder. De HR heeft hierbij de kringleer
ontwikkeld (wordt vaak ook gesproken over twee- of driekringenleer).
a. Het vereiste belang
In het arrest Kernenergiecentrale oordeelde de HR dat een
verzoeker het vereiste belang moet hebben. Er wordt daarbij
onderscheid gemaakt tussen degenen die geacht of verondersteld
worden het vereiste belang te hebben en degenen waarvoor het
geacht/verondersteld zijn niet geldt.
o Bij het onderscheiden in twee kringen gaat het in essentie om de
vraag of een verzoeker al dan niet in de procedure feiten en
omstandigheden moet stellen waaruit is af te leiden dat voor hem
nadeel is verbonden aan de wijze waarop het financieel verslag is
ingericht.
Degenen die dit niet behoeven te doen worden geacht of
verondersteld tot de eerste kring te behoren.
o Alle anderen zijn geen belanghebbenden tenzij zij feiten en
omstandigheden hebben gesteld waaruit een specifiek en concreet
nadeel voor hen in hun betrekkingen tot de rechtspersoon is af te
leiden.
Tweede kring.
2
,De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht College 10
b. Eerste kring.
Binnen de eerste kring zou een nader onderscheid kunnen passen
tussen:
o degenen die geacht worden het vereiste belang te hebben; en
gaat om de bij de onderneming betrokkenen ter bescherming
van wier belangen de jaarrekeningprocedure in het leven is
geroepen.
Formulering is voor het eerst gebruikt in
Kernenergiecentrale en in latere arresten van de HR
herhaald.
De verzoeker zal de hoedanigheid waarin hij het verzoek
doet in de regel in zijn verzoekschrift stellen.
Doet hij dat niet én vraagt de rechtspersoon/instelling
daar niet om dan wordt hij als belanghebbende
erkend.
o degenen die verondersteld worden het vereiste belang te hebben.
de verzoeker wordt verondersteld te behoren tot de eerste
kring, maar de rechtspersoon of instelling wordt in
gelegenheid gesteld te bewijzen dat verzoeker bij herstel van
de gestelde tekortkomingen geen belang heeft (m.a.w. geen
specifiek en concreet nadeel in zijn betrekkingen tot de
rechtspersoon of instelling dat door herstel ervan wordt
weggenomen of verminderd).
HR in het arrest De Schelde.
Slaagt de rechtspersoon of instelling hierin dan valt de
verzoeker buiten de kring van belanghebbenden. Als
de rechtspersoon of instelling niet voor alle
tekortkomingen in een dergelijk bewijs slaagt blijft
verzoeker belanghebbende maar alleen t.a.v. de
tekortkomingen waaromtrent het vereiste tegenbewijs
niet is geleverd.
Er zijn auteurs die anders tegen het onderscheidend geacht en
verondersteld belang aankijken. Maeijer maakte bijv. geen
onderscheid.
Of een voormalige aandeelhouder een geacht of verondersteld
vereist belang voor een jaarrekeningprocedure heeft, is niet zonder
meer duidelijk.
c. Tweede kring.
Degenen die niet behoren tot de kring van de bij de onderneming
betrokkenen ter bescherming van wier belangen de
jaarrekeningprocedure in het leven is geroepen, kunnen bij
effectenuitgevende instellingen als bedoeld in art. 1 sub b Wtfv
zichzelf vrij gemakkelijk toelaten tot de eerste kring door een aandeel
of certificaat ervan te kopen. Dit kan ook gelden bij toelating van
effecten tot de handel op een multilaterale handelsfaciliteit.
o Als dit niet kan/niet wordt gedaan kunnen zij pas geacht of
verondersteld worden te behoren tot deze kring indien zij in de
jaarrekeningprocedure stellen en bij tegenspraak bewijzen dat een
door hen verzochte wijziging in de jaarrekening/het jaarverslag of
de overige gegevens ertoe kan leiden dat een specifiek en concreet
nadeel voor hen in hun betrekkingen tot de onderneming
3
, De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht College 10
verbonden aan de wijze waarop de jaarrekening/jaarverslag/overige
gegevens zijn ingericht, ongedaan wordt gemaakt of wordt
verminderd (Kernenergiecentrale).
Consequentie: voormalige aandeelhouders/certificaathouders
van NV/BV, voormalig lid van een onder titel 9 boek 2 BW
vallende vereniging, coöperatie en onderlinge
waarborgmaatschappij, voormalige
bestuurders/commissarissen van de rechtspersoon,
concurrenten of instelling waarvan de jaarrekening in het
geding is geen belanghebbenden bij de jaarrekening zijn.
Ook zijn aandeelhouders, certificaathouders en leden,
evenals crediteuren en concurrenten van de rechtspersoon
als zodanig geen belanghebbenden bij de jaarrekening van
een dochter-/groepsmaatschappij van de rechtspersoon.
d. Specifiek en concreet nadeel: winst
In de meeste gevallen heeft het aantonen te maken met de winst van
de rechtspersoon wiens jaarrekening in het geding is. Dit kan
gebaseerd zijn op contractuele winstaanspraken, winstregelingen,
winstafhankelijke nabetalingen op aandelenoverdrachten e.d.
e. Specifiek en concreet nadeel: andere gronden.
Een specifiek en concreet nadeel kan er ook op andere gronden zijn. In
Coberco oordeelde de OK bijv. dat eisende partijen ook
belanghebbenden zijn omdat de inrichting van de jaarrekening voor
hen in hun betrekking tot de onderneming een specifiek en concreet
nadeel met zich kan brengen dat door wijziging van de jaarrekening
ongedaan kan worden gemaakt of verminderd, nu er een rechtstreeks
verband bestaat tussen die jaarrekening en de rechten en
verplichtingen uit hoofde van melkgeld waarop zij aanspraak konden
maken. In GOM werd de voormalige bestuurder die bestuurder was
tijdens de periode van de in geding zijnde jaarrekening en aan wie
decharge is onthouden, als belanghebbende erkend. Een ander
voorbeeld kan zijn een concurrent die door bijkomende
omstandigheden belanghebbende zou kunnen zijn, zoals in Gero
waarin de OK stelt dat de omstandigheid dat een eiser tevens een
concurrent is, niet meebrengt dat deze geen belanghebbende kan zijn
en NAVO, waarin de concurrent de gelegenheid kreeg zijn gesteld
belang te bewijzen.
f. Belangenbehartigingsvereniging/-stichting.
Ook een stichting of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
die ingevolge haar statuten de gelijksoortige belangen van andere
personen behartigt kan rechtsvorderingen instellen die strekken tot
bescherming van deze belangen (art. 3:305a BW). Of een dergelijke
stichting of vereniging in een jaarrekeningprocedure geacht of
verondersteld wordt het vereiste belang te hebben en daarmee tot de
kring te behoren dan wel moet aantonen een zodanig belang te hebben
dat zij tot die kring moet worden gerekend, hangt volgens Kroeze af
van de aard van de gelijksoortige belangen die zij behartigt en moet
daarom langs de hiervoor uiteengezette wijze worden bezien.
591 – Advocaat-generaal.
De advocaat-generaal bij het ressortsparket is bevoegd een verzoek tot
herziening van de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens bij de
OK in te dienen, maar alleen in het openbaar belang. Wat onder ‘in het
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.