A.
Thema’s orthopedagogiek:
- Leren en onderwijs
- Ondersteunen van mensen met beperkingen
- Gedrag, opvoeding en Kinderrechten
Orthopedagogiek:
● Focus op pedagogische relatie en context van jeugdige, opvoeder of volwassene
● Opgroeien verloopt niet spontaan en vanzelfsprekend
● De jeugdige, volwassene, opvoeder en/of omgeving maken zich zorgen over de verdere
ontwikkeling
● Behoefte aan hulp/ondersteuning
2 kanten van orthopedagogiek:
1. Wetenschappelijke studie
2. (be)Handelingsstudie
Veranderlijk normatief kader & veranderlijke historische context
- Hoe we vroeger over opvoeding en gedrags- en opvoedingsproblemen dachten, kunnen
we nu heel anders over denken
- Sociale constructen: plaats, tijd, cultuur
Verschillende gedrags- en emotionele problemen:
1. Lichte, tijdelijke, fasegebonden problemen
2. Zware, hardnekkige, langdurige, blijvende problemen
Ontwikkelingsperspectief → kind dat op 7-jarige leeftijd moeilijk is slaap komt, niet zorgelijk,
maar als het kind dat 10 jaar later nog steeds heeft, wel zorgelijk
Continuumgedachte → één driftbui van een kind is niet zorgelijk, maar als het continue
is, is het wel zorgelijk
Context → een kind dat thuis heel veel woedeaanvallen heeft en dat op de
crèche nooit, dan ligt de kans hoogstwaarschijnlijk in de omgeving
Informant → probleem bij persoon in de omgeving van het kind, informatie
afhankelijk van wie je de informatie krijgt
Etiologie = leer van de oorzaken
Verschillende verklaringsmodellen:
- Biologische factoren
, - Multicausaal: combinatie van factoren
- Risico- vs protectieve factoren → buffer opbouwen
- Cumulatie-hypothese: meer risicofactoren = grotere kans op gedragsproblemen
- Cumulatie = ophoping, opeenstapelijk, bijeenvoeging
Onderzoek: veilige basis → positieve invloed
- Negatieve context betekent niet dat er geen mogelijkheid is tot herstel
- Veerkracht
- Op goede manier eruit komen, ondanks negatieve ervaringen
Verschuiving: praten over → praten met
- Ervaringsdeskundigheid
In kaart brengen wat er speelt: classificatie en diagnostiek
● Classificatie = ordenen en groeperen van gedragsproblemen
● Diagnostiek = wat is er aan de hand? Behandeling?
Classificatiesystemen:
- Klinisch psychiatrische classificatiesysteem
- DSM-systeem
- Problematiek van individuen en classificeren in stoornis-categorieën
- Empirische statistische classificatiesysteem
- ASEBA
- Percepties van verschillende betrokkenen → hun ervaringen
- Docenten, gezinsleden
- Vergelijking gemaakt tussen kind en normgroep
Diagnostiek → gaat verder dan classificatie
- Onderkennende, classificerende diagnostiek
- Wat is er aan de hand?
- Verklarende diagnostiek
- Hoe is het ontstaan? Wat houdt het in stand? Wat versterkt het?
- (be)Handelingsgerichte diagnostiek
- Wat dient er verandert te worden? Hoe kan deze verandering het best
aangebracht worden?
Kritiek op classificatie en diagnostiek:
● Klinisch psychiatrische classificatiesysteem
○ Medisch model
○ Beperkte validiteit in verschillende culturen
○ Alles-of-niets
● Empirische statistische classificatiesysteem
○ Comorbiditeit tussen verschillende synchroomschalen
○ Lijsten correleren minimaal
, ● Diagnostiek
○ Niet altijd adequaat uitgevoerd
○ Rapportages worden overgenomen (en dus niet zelf uitgevoerd)
○ Focus op individueel probleemgedrag
○ Gebrek aan zicht op context
Theoretische perspectief op behandeling:
- Psychodynamisch perspectief, Freud
- Intrapsychische conflicten uit het verleden die ten grondslag liggen aan gedrags-
en emotionele problemen
- Cgt-model
- Achtergrond in ‘leerervaringen’
- Focus op ‘tekort’ of ‘teveel’ in gedrag bij gedrags- en emotionele problemen
- Moderne cgt: gebasseerd op sociale leertheorie en integratie van cognitieve en
omgevingsinvloeden
- Systeem- of gezinstherapeutische benadering
- Gezin centraal, interactie, hele gezin, focus op hier en nu
Aspecten van behandeling en interventie:
● Wat is van belang en voor wie?
● Aandacht voor wat werkt, in welke context en waarom?
● Meervoudige of multimodale interventie/behandeling
○ Complexiteit en samenhang meer meerdere factoren
○ Kind, gezin, omgeving
● Aandacht voor sociaal-maatschappelijke thema’s
○ Armoede, inclusiviteit, gelijkwaardigheid
● Integratie van verschillende systemen, achtergronden en perspectieven
Richtlijnen → alles wat er bekend is over de problemen/gebeurtenissen gebundeld
- Hoe handel je goed in een bepaalde situatie?
B.
5-10% → ADHD: j:m = 3:1
VVE = voor- en vroegschoolse educatie → factoren die het leren op school beïnvloeden
● Sensomotorische ontwikkeling (sensoriek en motoriek)
○ Zintuiglijke en motorische ontwikkeling
■ Grove motoriek, hand-oogcoördinatie, etc
■ Hand-oogcoördinatie in vroege ontwikkeling essentieel voor later
○ Motoriek aanleren door te doen
● Visuele & auditieve perceptie
, ○ Moeilijkheden als je belangrijke informatie mist door visuele of auditieve
beperkingen
○ Auditief: horen en klanken
■ Ook afhankelijk van andermans articuleren
○ Perceptie belangrijk voor het leerproces
● Taal en denken (expressief en receptief)
○ Sociale ontwikkeling en adaptatie
■ Weten hoe bepaalde dingen gaan, hoe bepaalde interacties verlopen
○ Vb. ASS: moeite met communiceren
■ Moeilijk te verstaan (probleem bij zender)
■ Niet weten of jouw informatie juist is aangekomen (probleem bij
ontvanger)
Schoolse vaardigheden: visuele waarneming + auditieve waarneming → intermodale integratie
- Visueel: grafemen → alfabet heeft 26 letters
- Auditief: fonemen → klanken: letters, maar ook oe, ou, ij, etc.
Meer dyslexie door alfabet → dbpq
- Zowel visueel als auditief lastig (d-b)
Leerprobleem: verschil tussen IQ en leerprestaties/voortgang op school
- Laag IQ ≠ leerstoornis
- Hoog IQ ≠ geen leerstoornis
- Leervoorwaarden: het zijn maar voorwaarden → zeggen niet alles (genuanceerder dan
eerst)
Leerstoornis: het gaan niet automatisch en niet vlug → kost veel moeite
Definitie leerstoornis → DSM5: SLD = specific learning disability
● Achterstand
- Lees-, spelling- of rekenniveau beneden verwachte niveau
- Verwachte niveau afhankelijk van: type nivea, dagelijkse activiteiten,
intellectuele en zintuiglijke mogelijkheden
- Niet alleen kijken naar IQ en kalenderleeftijd, rekening houden met het onderwijs
dat het kind volgt
- Vb. vluchteling kind die op 7e pas voor het eerst onderwijs krijgt, hoeft
niet perse een leerstoornis te hebben, ondanks de resultaten
● Hardnekkigheid of didactische resistentie
- Automatisering komt niet tot stand ondanks systematische hulp
- Dus als kind de stof wel oppakt na hulp → normaal
● Exclusiviteit
- Leerproblemen zijn niet te verklaren door andere problemen
- Goed zien/horen eerst uitsluiten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievanassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.58. You're not tied to anything after your purchase.