Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
Summary
Samenvatting - Gezondheid (GVE-1.KT1-20) alle leerdoelen uitgewerkt, kennistoets 1
6 views 0 purchase
Course
Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
In deze samenvatting over kennistoets 1 Gezondheid HBO Verpleegkunde aan de Hogeschool Utrecht zijn alle leerdoelen uitgewerkt aan de hand van de bronnenlijst van elk vak. Waar afbeeldingen nodig zijn, staat een afbeelding. Deze samenvatting is geschreven in het studiejaar 2024/2025 aan de hand ...
Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
All documents for this subject (18)
Seller
Follow
sw23
Content preview
Inhoudsopgave
KT1:...................................................................................................................................................2
Casus 1 CGO........................................................................................................................................2
Casus 1 VTV........................................................................................................................................3
Casus 1 AFPF.......................................................................................................................................4
Casus 1 OO-b: psychologie................................................................................................................10
Casus 2 CGO......................................................................................................................................11
Casus 2 VTV......................................................................................................................................12
Casus 2 afpf......................................................................................................................................13
Casus 2 oo-b: jeugdgezondheidszorg................................................................................................17
Casus 2 oo-c: onderzoekend vermogen.............................................................................................19
Casus 3 cgo.......................................................................................................................................19
Casus 3 vtv........................................................................................................................................21
Casus 3 afpf......................................................................................................................................22
Casus 3 oo-b: psychologie.................................................................................................................26
Casus 3 oo-c: onderzoekend vermogen.............................................................................................27
Casus 4 cgo.......................................................................................................................................28
Casus 4 vtv........................................................................................................................................30
Casus 4 afpf......................................................................................................................................31
Casus 4 oo-b: kraamzorg..................................................................................................................37
Casus 4 oo-c: diversiteit....................................................................................................................38
Casus 4 oo-d: voeding.......................................................................................................................38
Casus 5 cgo.......................................................................................................................................39
Casus 5 vtv........................................................................................................................................40
Casus 5 afpf......................................................................................................................................41
Casus 5 oo-b: psychologie.................................................................................................................47
Casus 5 oo-c: onderzoekend vermogen.............................................................................................48
Casus 6 cgo.......................................................................................................................................49
Casus 6 vtv........................................................................................................................................51
Casus 6 afpf......................................................................................................................................53
Casus 6 oo-b: geriatrische problemen...............................................................................................57
Casus 6 oo-c: onderzoekend vermogen.............................................................................................59
Casus 7 cgo.......................................................................................................................................60
Casus 7 afpf......................................................................................................................................61
Casus 7 oo-b: geriatrische problemen...............................................................................................65
,KT1:
CASUS 1 CGO
De student kan het principe van CGO benoemen
CGO staat voor Casus Gestuurd Onderwijs. In de CGO-lessen ga je aan de slag met de casus die
beschreven is. In het CGO-onderwijs komen alle onderwerpen samen waar je als
verpleegkundige op moet anticiperen.
De student herkent de verschillende dimensies van positieve gezondheid
o Lichaamsfuncties: ik voel me
gezond en fit
o Mentaal welbevinden: ik
voel me vrolijk
o Zingeving: ik heb
vertrouwen in mijn eigen
toekomst
o Kwaliteit van leven: ik geniet
van mijn leven
o Meedoen: ik heb goed
contact met andere mensen
o Dagelijks leven: ik kan goed
voor mezelf zorgen
De student verkent de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbeleving
o Volgens Machteld Huber: gezondheid is het vermogen om je aan te passen en je eigen regie
te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.
o Oude definitie (WHO): een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en
niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek.
o De verschillende visies op gezondheid:
Medische monocausale visie: afwezigheid van ziekte
Biologische visie: je bent gezond als je in staat bent onder wisselende externe
omstandigheden je interne milieu constant te houden
Psychologische visie: als persoon zelf gestelde doelen kan halen en geestelijke behoeften
kan voorzien
Sociale visie: als iemand rollen in de maatschappij kan vervullen binnen geldende normen
en waarden
Humane Multi causale visie: je bent gezond als je je psychisch, sociaal en mentaal goed
voelt
Dynamische visie: iemand is gezond als er balans is met zichzelf en met zijn externe
milieu. Je kan jezelf aanpassen aan psychische, sociale en fysieke factoren waar jezelf
invloed op hebt.
De student maakt kennis met patiëntprobleem: risico op infectie
Infectie ontstaat doordat er bacteriën in de wond komen. De kans op een infectie is het grootst
na een operatie
o Patiëntgebonden risicofactoren: roken, alcohol, ouderdom, overgewicht, ondergewicht,
ziekten, medicatie
, o Operatie gebonden risicofactoren: grootte en moeilijkheidsgraad van de uit te voeren
operatie, duur van de operatie, soort wond
De student benoemt de belangrijkste beenderen van het lichaam
De student benoemt de vier lichaamsholten en de inhoud van de borstholte en buikholte
De student kan uitleggen wat het doel is van de beroepscode voor verpleegkundigen en kan deze
toelichten
De Beroepscode van Verpleegkundige en Verzorgenden (V&V) is in verschillende
situaties een leidraad voor het handelen van verpleegkundigen en verzorgenden. Hierin
staan waarden en normen die nodig zijn om het werk uit te voeren.
o Biedt richtlijnen voor professioneel gedrag en besluitvorming.
o Helpt verpleegkundigen om verantwoordelijk en ethisch te handelen in de zorg.
CASUS 1 VTV
Om kruisbesmetting tussen patiënten te voorkomen
moet ervoor gezorgd worden dat er goede
handhygiëne wordt toegepast na elk bezoek bij een
, patiënt. Dit kan door middel van het wassen van de handen (bij zichtbare vervuiling) of het
desinfecteren van de handen (na elke handeling) en het dragen van (niet)steriele
handschoenen (ook ter bescherming van de zorgverlener). Let bij het handen wassen op een
goede techniek, het moet minimaal 60 seconden duren.
Ook zijn er andere belangrijke dingen waar je op moet letten
o Sieraden af
o Haar in een staart
o Nagels kort en zonder nagellak
o Geen smartphones op de werkvloer
o Draag schoenen die makkelijk schoon kunnen worden gemaakt.
Transfers in bed
o Algemene richtlijnen:
Neem juiste houding aan.
Juiste werkhoogte (heuphoogte)
Liever duwen dan tillen of trekken
Grote spieren gebruiken (niet rug maar bilspier)
Niet leunen en strekken
Maak gebruik van transferhulpen of collega.
Draai je lichaam niet.
Houd de rug recht.
CASUS 1 AFPF
Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’.
o Milieu intérieur: het inwendig milieu van het lichaam, dat bestaat uit de
lichaamsvloeistoffen en de cellen die deze vloeistoffen omgeven. Het milieu intérieur is
een stabiel en constant milieu dat noodzakelijk is voor de normale werking van de cellen
en weefsels.
o Homeostase: het proces waarbij het lichaam zijn interne omgeving reguleert en stabiel
houdt, ondanks veranderingen in de externe omgeving. Homeostase is noodzakelijk voor
de normale werking van de cellen en weefsels.
Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken.
o Negatieve feedbackmechanismen: mechanismen die een proces remmen of stoppen
wanneer het te ver gaat.
Voorbeeld: wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog wordt, produceert de alvleesklier
insuline om de bloedsuikerspiegel te verlagen.
o Positieve feedbackmechanismen: mechanismen die een proces versterken of versnellen
wanneer het te langzaam gaat.
Voorbeeld: wanneer de bloeddruk te laag wordt, produceert de nier renine om de
bloeddruk te verhogen.
Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met behulp van deze begrippen
uitleggen hoe moleculen zich verplaatsen binnen en tussen compartimenten van het lichaam.
Osmose en diffusie zijn noodzakelijk voor het transport van moleculen binnen en tussen
compartimenten van het lichaam. De lichaamsvloeistoffen en de cellen die deze vloeistoffen
omgeven, zijn in staat om moleculen te transporteren door osmose en diffusie, waardoor de
homeostase en het functioneren van het lichaam worden behouden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sw23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.