Deel 1: Multiple Choice (1 punt per vraag)
1. Wat wordt bedoeld met ‘interactie’ in de sociologie?
o a) Gedrag gericht op de omgeving zonder invloed van anderen
o b) Gedrag gericht op andere mensen en de omgeving
o c) Gedrag dat geen invloed heeft op de samenleving
2. Wat betekent 'internaliseren' volgens de sociologie?
o a) Het overnemen van gedrag zonder erover na te denken
o b) Het aanleren van normen en waarden van de omgeving
o c) Het verwerven van kennis door studie en lesgeven
3. Wat beschrijft de term 'interdependentie'?
o a) De relatie tussen mensen die totaal onafhankelijk van elkaar
zijn
o b) De onderlinge afhankelijkheid van mensen in verschillende
aspecten van het leven
o c) De sociale verhoudingen die leiden tot ongelijke macht in
een samenleving
4. Wat zijn 'asymmetrische verhoudingen'?
o a) Verhoudingen waarin beide partijen gelijk zijn
o b) Verhoudingen waarin de ene partij afhankelijk is van de
andere, wat leidt tot ongelijke macht
o c) Verhoudingen waarin beide partijen economisch gelijk zijn
5. Wat is een voorbeeld van een 'affectieve binding'?
o a) Het betalen van belasting
o b) Het vertrouwen dat je hebt in je vrienden
o c) Het volgen van politieke regels en wetten
6. Wat was het gevolg van de agrarische revolutie?
o a) De opkomst van moderne technologieën
o b) Sedentarisatie en de vestiging van vaste woonplaatsen
o c) Het verdwijnen van sociale ongelijkheid
7. Wat wordt bedoeld met 'globalisering'?
o a) De afname van internationale handel en samenwerking
o b) Het proces waarbij landen en bedrijven wereldwijd meer
met elkaar samenwerken
o c) Het proces waarbij lokale gemeenschappen steeds meer op
zichzelf zijn
8. Wat is volgens Bourdieu een belangrijk onderdeel van het
'sociaal kapitaal'?
o a) Het vermogen om snel geld te verdienen
o b) De sociale netwerken, connecties en relaties die een
persoon heeft
o c) De culturele voorkeuren en kennis die iemand bezit
Deel 2: Open Vragen (2 punten per vraag)
9. Leg uit wat wordt bedoeld met ‘morele gelijkheid’ in de
context van sociale bindingen.
10. Hoe heeft de agrarische revolutie geleid tot de
ontwikkeling van hiërarchieën en sociale ongelijkheid?
, 11. Wat wordt bedoeld met de term ‘vervreemding’ zoals
beschreven door Karl Marx?
12. Hoe beïnvloedt economisch kapitaal de sociale positie
van een individu in de samenleving?
Deel 3: Waar of Niet Waar (1 punt per vraag)
13. De jachtsamenleving kenmerkt zich door een grote
mate van sociale ongelijkheid.
Waar
Niet Waar
14. Volgens Karl Marx leidt de industrialisatie tot een
grotere kloof tussen de bourgeoisie (de kapitalisten) en het
proletariaat (de arbeiders).
Waar
Niet Waar
15. In een kapitalistische samenleving heeft de arbeider
altijd volledige controle over zijn of haar werk.
Waar
Niet Waar
16. Volgens Bourdieu helpt sociaal kapitaal mensen om de
juiste positie in de maatschappij te bereiken.
Waar
Niet Waar
17. De industrialisatie leidde niet tot een verschuiving van
het arbeidsproces, omdat er geen technologische
vooruitgang was.
Waar
Niet Waar
Deel 4: Korte Antwoorden (3 punten per vraag)
18. Wat bedoelt Bourdieu met ‘habitus’ en hoe beïnvloedt
dit het dagelijks gedrag van mensen?
19. Beschrijf het concept van ‘vals bewustzijn’ volgens Karl
Marx en geef een voorbeeld.
20. Waarom vindt Marx dat de arbeiders uiteindelijk het
kapitalisme zullen omverwerpen?
Deel 5: Toepassing (3 punten per vraag)
21. Geef een voorbeeld van hoe globalisering de economie
en werkgelegenheid beïnvloedt in de moderne tijd.
22. Stel je voor dat je een arbeider bent in de 19e eeuw
tijdens de industriële revolutie. Hoe zou je het leven in de
fabrieken ervaren volgens Marx’ ideeën over vervreemding?
23. Hoe zou de agrarische revolutie volgens Marx de sociale
ongelijkheid in een samenleving hebben vergroot? Geef
voorbeelden.
Antwoorden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukdijkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.69. You're not tied to anything after your purchase.