Oefentoets sociologie
Toets Politieke Bindingen – Hoofdstuk 3: Wie is de baas over wie?
Deel 1: Multiple Choice (1 punt per vraag)
1. Wat is volgens Max Weber het kenmerk van een staat?
o a) Een bevolking die uniform is in cultuur en taal
o b) Een territorium met een overheid die orde handhaaft
o c) Een territorium zonder wetten of regels
o d) Een bureaucratie die onafhankelijk werkt van de bevolking
2. Wat wordt bedoeld met het belastingmonopolie van de
staat?
o a) De staat heeft het recht om belasting te innen en kan
geweld gebruiken om betaling af te dwingen.
o b) De staat kan geen belasting heffen, maar biedt
belastingvrije diensten aan.
o c) De staat bepaalt welke belasting door burgers betaald moet
worden, maar heeft geen macht om betaling af te dwingen.
o d) Burgers moeten alleen belasting betalen als ze het daarmee
eens zijn.
3. Wat is een voorbeeld van 'free riders' (zwartrijders) in
collectieve actie?
o a) Mensen die actief deelnemen aan een protest om een
verandering te bereiken
o b) Mensen die profiteren van een gemeenschappelijk goed,
maar zelf geen bijdrage leveren
o c) Mensen die de regels volgen en belasting betalen
o d) Mensen die werken voor de staat om collectieve doelen te
bereiken
4. Wat wordt bedoeld met 'antisemitisme'?
o a) Haat tegen mensen met een Joodse achtergrond, puur op
basis van hun religie of etniciteit
o b) Haat tegen mensen die kritiek hebben op Israël
o c) Haat tegen islamitische mensen
o d) Politieke tegenstand tegen het idee van zionisme
5. Wat is het belangrijkste doel van het zionisme?
o a) Het creëren van een staat voor Joden in Israël waar zij veilig
kunnen wonen en hun cultuur kunnen behouden
o b) Het ondersteunen van een wereldreligie die iedereen gelijk
maakt
o c) Het onderdrukken van de Palestijnse bevolking
o d) Het bevorderen van antisemitisme
6. Wat is het verschil tussen antizionisme en antisemitisme?
o a) Antizionisme is tegen het idee van een Joodse staat,
antisemitisme is haat tegen Joden als mensen.
o b) Antisemitisme is kritiek op de Israëlische regering,
antizionisme is haat tegen Joden.
o c) Antizionisme is een religie, antisemitisme is een politieke
beweging.
o d) Er is geen verschil, ze betekenen hetzelfde.
7. Wat wordt bedoeld met 'oriëntalisme'?
, o a) Een manier waarop mensen in het Westen (zoals Europa)
vaak denken over Aziatische en Afrikaanse landen
o b) Een politieke beweging die zich richt op het beschermen
van de cultuur van het Westen
o c) Een filosofie die alle landen gelijkwaardig behandelt
o d) De wetenschappelijke studie van Oosterse culturen
Deel 2: Open vragen (2 punten per vraag)
8. Leg uit wat een 'geweldsmonopolie' inhoudt en geef een
voorbeeld.
9. Wat is het probleem van 'free riders' bij collectieve actie?
Geef een concreet voorbeeld van een situatie waarin free
riders een probleem kunnen zijn.
10. Wat wordt bedoeld met de term 'biologische racistische
vooroordelen'? Geef een voorbeeld van deze vorm van
vooroordelen.
11. Wat is het verschil tussen antizionisme en kritiek op de
Israëlische regering? Leg uit.
Deel 3: Waar of Niet Waar (1 punt per vraag)
12. Een goede staat wordt gekarakteriseerd door een
balans tussen belastingmonopolie en geweldsmonopolie.
Waar
Niet Waar
13. Bureaucratie houdt in dat mensen luisteren naar
andere mensen in plaats van regels.
Waar
Niet Waar
14. Zionisme is een politieke beweging die geweld gebruikt
om een staat voor Joden te creëren.
Waar
Niet Waar
15. Oriëntalisme beschrijft een stereotiepe en vaak
negatieve manier van denken over Aziatische en Afrikaanse
landen in het Westen.
Waar
Niet Waar
Deel 4: Korte antwoorden (3 punten per vraag)
16. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van staatsvorming
volgens Max Weber? Beschrijf de vier elementen die de staat
vormen.
17. Waarom is het belastingmonopolie belangrijk voor het
functioneren van een staat?
18. Leg uit wat het concept 'collectieve actie' inhoudt en
waarom het vaak problematisch is door de aanwezigheid van
free riders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukdijkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.11. You're not tied to anything after your purchase.