Deel 1: Multiple Choice (1 punt per vraag)
1. Wie wordt beschouwd als een van de grondleggers van de
sociologie, die bekend is geworden om zijn ideaaltypen en de
waarde van vrijheid?
o a) Max Weber
o b) Karl Marx
o c) Emile Durkheim
o d) Auguste Comte
2. Wat wordt verstaan onder 'modernisering'?
o a) Het proces waarbij alles steeds chaotischer en onlogischer
wordt.
o b) Het proces van verandering waarbij alles steeds rationeler
en efficiënter wordt.
o c) Het proces waarbij traditionele waarden en normen
verdwijnen.
o d) Het proces waarbij de samenleving volledig digitaliseert.
3. Wat is een voorbeeld van 'doelrationeel handelen'?
o a) Iemand geeft je een knuffel omdat je verdrietig bent.
o b) Je doet iets uit gewoonte, zoals eten met mes en vork.
o c) Een bedrijf probeert zoveel mogelijk winst te maken in een
zo kort mogelijke tijd.
o d) Je handelt op basis van een emotie, bijvoorbeeld boos
worden en schreeuwen.
4. Wat wordt bedoeld met het begrip 'bureaucratie'?
o a) Het volledige gebrek aan regels en procedures in een
organisatie.
o b) Een manier van organiseren waarbij regels, specialisatie, en
centralisatie belangrijke rollen spelen.
o c) Het systeem waarbij mensen zonder regels functioneren.
o d) De informele manier van werken, zonder vaste procedures.
5. Wat betekent de term 'ijzeren kooi'?
o a) Mensen voelen zich vrijer in een bureaucratisch systeem.
o b) Mensen ervaren de moderne wereld als volledig
gecontroleerd door regels en systemen.
o c) Mensen hebben meer persoonlijke controle over hun eigen
leven door technologie.
o d) Mensen zijn niet afhankelijk van regels in een geavanceerde
samenleving.
6. Wat is het verschil tussen macht en gezag?
o a) Macht is de mogelijkheid om iemands wil door te drukken,
gezag is het recht om bevelen te geven en ze op te volgen.
o b) Macht is altijd negatief, gezag altijd positief.
o c) Macht heeft te maken met fysieke kracht, gezag met sociale
relaties.
o d) Macht komt van de samenleving, gezag van de regering.
7. Wat is een voorbeeld van 'traditioneel gezag'?
, o a) Een leraar op school die zijn gezag ontleent aan de respect
van de leerlingen.
o b) Een koning die zijn macht en gezag ontleent aan de traditie
van het koninkrijk.
o c) Een politieagent die zijn gezag ontleent aan de wet.
o d) Een charismatische leider die zijn gezag ontleent aan zijn
bijzondere kwaliteiten.
8. Wat wordt bedoeld met 'rationeel legaal gezag'?
o a) Gezag dat ontstaat uit de persoonlijke aantrekkingskracht
van een leider.
o b) Gezag gebaseerd op regels en wetten die als legitiem
worden beschouwd.
o c) Gezag dat altijd een bepaalde traditie volgt.
o d) Gezag dat wordt verkregen door fysieke macht en controle.
Deel 2: Open Vragen (2 punten per vraag)
9. Leg uit wat wordt bedoeld met 'sociaal handelen' en noem
de vier verschillende soorten sociaal handelen.
10. Beschrijf de vijf kenmerken van bureaucratie en geef
een voorbeeld van elk.
11. Wat wordt bedoeld met 'modernisering'? Geef een
concreet voorbeeld van hoe modernisering het dagelijks
leven heeft beïnvloed.
12. Wat is het concept 'ijzeren kooi' en welke gevolgen
heeft dit voor de vrijheid van mensen in de moderne
samenleving?
Deel 3: Waar of Niet Waar (1 punt per vraag)
13. Sociaal handelen kan zowel bewust als onbewust zijn,
afhankelijk van de situatie.
Waar
Niet Waar
14. Volgens Max Weber kunnen idealtypen exact de
werkelijkheid beschrijven zonder ruimte voor interpretatie.
Waar
Niet Waar
15. Bureaucratie zorgt ervoor dat organisaties steeds meer
flexibel en informeel werken.
Waar
Niet Waar
16. Macht is altijd positief, gezag is altijd negatief.
Waar
Niet Waar
17. 'Rationeel legaal gezag' betekent dat mensen bevelen
opvolgen omdat ze de regels of wetten als legitiem
beschouwen.
Waar
Niet Waar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukdijkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.09. You're not tied to anything after your purchase.