Bestuursrecht tentamenperiode 2
Hoofdstuk 1
Openbaar bestuur: de groep (de overheid) die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van
bestuurstaken. Dient de samenleving zo te besturen dat burgers en organisaties daar op een
fatsoenlijke manier met en naast elkaar kunnen leven, wonen, werken en recreëren.
Algemeen belang: datgene wat in ieders belang is.
Bestuursrecht: het juridisch functioneren van het openbaar bestuur en zijn relatie tot de
burger, valt onder publiekrecht maar heeft ook tot andere rechtsgebieden betrekking.
Hoofdlijnen bestuursrecht
- Organisatie van het openbaar bestuur
- Verlening van bestuursbevoegdheden
- Normen voor het gebruik van bestuursbevoegdheden
- Rechtsnormen voor burgers en regels voor de handhaving
- Rechtsbescherming tegen het openbaar bestuur
Legaliteitsbeginsel, ookwel wetmatigheid van bestuur
Uitgangspunt dat voor het overheidsoptreden een wettelijke grondslag nodig is. Het
openbaar bestuur mag alleen inbreuk maken op de rechten en vrijheden van een burger als
de wet dit toestaat artikel 8 Gw.
Formele wetgever: Regering en Staten-Generaal
Wet in formele zin: wetten vastgesteld door de formele wetgever. Te herkennen aan het
woord ‘wet’.
Wet in materiele zin: wet die algemeen verbindende voorschriften bevat waaraan iedereen
voor wie de wet is bedoeld gebonden is wet- en regelgeving
Omgevingsvergunning: toestemming van het openbaar bestuur voor het uitvoeren van
projecten in de fysieke leefomgeving die zijn genoemd in artikel 2.1 en 2.2 Wabo.
Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb): een instemming van een ander bestuursorgaan
voor het verlenen van de omgevingsvergunning.
Specialiteitsbeginsel
Uitgangspunt dat een bestuursorgaan bij het voorbereiden van een besluit alleen die
belangen mag afwegen die vallen binnen het kader van een bijzondere wet. Het algemeen
belang wordt afgewogen tegen de belangen van inviduele burgers. Het fundament van het
bestuursrecht ziet er als volgt uit: voor het optreden van het openbaar bestuur is een
grondslag in de wet nodig en bij het afwegen van de belangen moet het openbaar bestuur
binnen het kader van de toepasselijke wet blijven.
Bronnen van bestuursrecht
- Wet- en regelgeving en verdragen
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Het openbaar bestuur is verdeeld in verschillende lagen die elk op hun beurt
bestuursrechtelijke regels kunnen vaststellen, daarbij mag een lagere regeling overigens niet
in strijd zijn met een hogere. Hiërarchisch normenstelsel ordening van regelgeving waarbij
de ene regeling hoger in rang is dan de andere.
,Bestuursrechtelijk normenstelsel
1. Verdrag: afspraken tussen staten, wordt vastgesteld door Staat der Nederlanden.
Enkele belangrijke verdragen voor het bestuursrecht zijn; EVRM, EU-Verdrag en EU-
Werkingsverdrag. Ze hebben een rechtstreekse werking, dus de regels zijn
rechtstreeks van toepassing in Nederland. Burgers kunnen zich hier dan ook direct op
beroepen. Behoort niet tot wet- en regelgeving!
2. EU-verordening en EU-richtlijn: verordening wordt vastgesteld door het Europees
Parlement en Europees Raad. Ze hebben een rechtstreekse werking. Richtlijnen
worden vastgesteld door de Europese Commissie. Richtlijnen zijn gericht tot lidstaten
en hebben in beginsel geen rechtstreekse werking. Het Europese bestuursrecht wordt
deels uitgevoerd door het openbaar bestuur van NL en deels door organen van de EU
aan wie de Nederlandse staat bestuurstaken heeft afgestaan.
3. Grondwet: vastgesteld door formele wetgever. Bevat weinig regels voor burgers en is
de hoogste wet in formele zin.
4. Wet in formele zin: vastgesteld door formele wetgever.
5. AMvB: vastgesteld door de regering. Bevatten algemeen verbindende voorschriften
voor burgers maar ook voor overheden en kennen ook bevoegdheden toe aan
organen van het openbaar bestuur.
6. Ministeriële regeling: vastgesteld door minister. Algemeen verbindende voorschriften
voor burgers en kunnen daarnaast bevoegdheden toekennen aan bestuursorganen.
7. Provinciale verordening: vastgesteld door Provinciale Staten. De regels gelden alleen
in grondgebied provincie.
8. Gemeentelijke/waterschap verordeningen: gemeentelijke verordeningen worden
vastgesteld door gemeenteraad. De regels gelden alleen binnen de grenzen van de
gemeente. Waterschap verordening worden vastgesteld door het
waterschapsbestuur. De verordeningen zijn van toepassing op het grondgebied van
het waterschap.
9. Beleidsregels en vergunningsvoorschriften: beleidsregels zijn eigen richtlijnen voor
het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van het openbaar bestuur dat
ze heeft vastgesteld of waarvoor ze bedoeld zijn. Vergunningsvoorschriften zijn
normen die gelden voor degene aan wie de vergunning is verleend. Ze bestaan uit
rechtsnormen afkomstig van wetten en lagere regelingen en uit regels die het
bestuursorgaan dat de vergunning verleent, voorschrijft.
Gelede normstelling: systeem waarbij normen in het inviduele geval mede worden bepaald
door normen in diverse regelingen die dikwijls in een hiërarchische verhouding tot elkaar
staan. Diverse organen van het openbaar bestuur stellen elk op hun eigen niveau normen
vast.
Algemeen bestuursrecht: regels die op alle terreinen van het bestuur optreden van
toepassing zijn.
Bijzonder bestuursrecht: regels die van toepassing zijn op de bijzondere gebieden waar het
openbaar bestuur actief is. Denk aan ordenende en verzorgende overheidstaken.
Coördinatiewet: wet waarin overeenkomstige bepalingen die in alle regelingen op een
bepaald bestuur gebied voorkomen, bij elkaar gebracht zijn. Beperkt zich tot één
rechtsgebied. Voorbeelden:
- Sociale zekerheid
De algemene wet bestuursrecht: hierin zijn alle algemene regels opgenomen die van
toepassing zijn op het hele bestuursrecht en in beginsel op elke bestuurstaak. De basis staan
in artikel 107 lid 2 Gw, met als doel
- Bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
- Vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving
- Opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak
- Treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor
regeling in een bijzondere wet
Aanbouwwet: wet die vorm krijgt door er steeds meer delen aan toe te voegen.
Tranche: fase
De Awb is een aanbouwwet die in 4 fasen tot stand gekomen is. Een onderwerp wat niet in
de Awb is geregeld, is de openbaarheid van bestuur Wet openbaarheid van bestuur.
Gelaagde structuur: vorm van een wet waarin algemene en bijzondere bepalingen elkaar
opvolgen en in samenhang gelezen en toegepast moeten worden. Bij de Awb hebben de
algemene en bijzondere bepalingen dus een samenhang. Bij bijzondere bepalingen moeten
telkens teruggekeken worden naar de algemene bepalingen door de samenhang. Indien de
regel in de bijzondere wet afwijkt van die in de Awb, dan gaat de regel in bijzonder wet voor.
Het is dus belangrijk om de regels van het algemeen bestuursrecht altijd in samenhang te
bestuderen met die van het bijzonder bestuursrecht.
Hoofdstuk 2
Overheidsorganisaties: openbare lichamen en publiekrechtelijk vormgeven zelfstandige
bestuursorganen.
, Openbaar bestuur: de overheid die bestuurstaken uitvoert. Bestaat uit overheidsorganisaties
en andere organisaties/personen met overheidstaken.
1.Openbare lichamen
De Nederlandse rechtstaat is gedecentraliseerd. De decentrale overheden worden de
openbare lichamen genoemd. Dit zijn er vier: staat, provincie, gemeente en waterschappen.
Zij zijn territoriaal wat inhoudt dat ze binnen een bepaald gebied werken. Ook heb je nog
openbare lichamen voor beroep (Nederlandse orde van advocaten) of bedrijf (SER) (134GW).
Openbare lichamen kennen een rechtspersoonlijkheid (2.1BW) het als zelfstandig eenheid
kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer, drager van rechten en plichten. Zij kunnen dan
ook rechtshandelingen doen handeling die erop is gericht om een bepaald rechtsgevolg te
bereiken. Openbare lichamen zijn dus publiekrechtelijke rechtspersonen met organen die
zelfstandig handelingen kunnen verrichten. Zij worden vertegenwoordigd door personen die
daartoe bevoegd zijn. De BES-eilanden zijn gemeente buiten Nederland in de vorm van
openbare lichamen op grond van artikel 134 Gw.
2.Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen
Zelfstandig bestuursorgaan in de vorm van een rechtspersoon die publiekrechtelijk of
privaatrechtelijk van aard is en niet ondergeschikt is aan een minister, maar vallen er wel
onder. Dit is op centraal niveau. Ze hebben publiekrechtelijk rechtspersoonlijkheid.
- Zbo register
3.Organisaties/personen buiten de overheid met bestuurstaken
Privaatrechtelijke organisaties en personen. Zij worden aangewezen door de regering of door
een minister om een bepaald bestuurstaak uit te voeren. Ze treden alleen bij de uitvoering
van die bestuurstaak op als orgaan van het openbaar bestuur.
Bestuursorganen artikel 1:1 lid 1 Awb
A-organen: openbare lichamen en publiekrechtelijke zbo’s
1.Openbare lichamen: alle organen van de staat, provincies, gemeenten en waterschappen.
Tot staat behoren de ministers, staatssecretarissen, ministerraad en de regering. Ministers en
staatssecretarissen zijn het belangrijkst. Speciale diensten of inspecties zijn geen zelfstandige
publiekrechtelijke rechtspersonen, want ze zijn wel ondergeschikt aan de minister of
staatssecretaris. Bepaalde ambtenaren van die diensten kunnen op grond van een wettelijke
regeling als bestuursorgaan optreden. Zij zijn ook a-organen omdat ze tot ‘staat’ horen.
Ambten: feitelijk spreek je hiervan, aangezien het niet de persoon zelf is die bestuursorgaan
is, maar de functie.
Deconcentratie: spreiding van taken binnen hetzelfde overheidsniveau over verschillende
diensten, inspecties en ambten.
Provincie (art 6 vd Provinciewet):
- Provinciale staten: algemeen bestuur
- Gedeputeerde staten: dagelijks bestuur, besluiten van PS worden voorbereid en
uitgevoerd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marliesdepaauw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.