100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
GMI MPU Samenvatting Klinische problematiek inzichtelijk, hoofdstuk 5 'Circulatie' van Marc Bakker $3.25   Add to cart

Summary

GMI MPU Samenvatting Klinische problematiek inzichtelijk, hoofdstuk 5 'Circulatie' van Marc Bakker

 73 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Tijdens mijn studies heb ik altijd samenvattingen geschreven. Boek: Klinische problematiek inzichtelijk van Marc Bakker Hoofdstuk 5: Circulatie

Preview 2 out of 14  pages

  • No
  • H5 hart
  • March 27, 2020
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Circulatie
Boek: Bakker

Normaal blijven bloedcellen en bloedeiwitten in de vaten. Alleen gassen, glucose, water, afvalstoffen
en elektrolyten zijn doorlaatbaar. Bij ontstekingen wordt de capillaire wand wel permeabel voor
granulocyten en eiwitten.

Mechanismen die bijdragen aan veneuze bloedstroom
 Spierpompmechanisme  bijvoorbeeld bij armen en benen
 Adempompmechanisme  Bij inademen vergroot de borstkas, maar ook verwijding van
bloedvaten in de longen.
 Arteriepompmechanisme (effect is niet zo groot)  Pulsaties van de arterie zorgen voor
zijdelingse kracht op de wanden van de venen
 Zwaartekracht (die veelal overwonnen moet worden door andere mechanismen)
 Veneuze kleppen
 Vaattonus (dilatatie en contractie)

Functiestoornissen met betrekking tot veneuze vaatstelsel
 Ondervulling door bloeding of brandwonden
 Veneuze stuwing door hartfalen, nierinsufficiëntie en overmatige infusie/transfusie.
 Vasodilatatie door hitteberoerte, lang staan, klepproblemen, medicatie, stressreductie.
 Orthostatische hypotensie
 Blokkade van de veneuze bloedstroom door afknelling, intra-abdominale druk, etc.

De sinusknoop geeft de basisprikkel voor hartritme. Het prikkelen van hartspiercellen is een
elektrische ontlading en wordt depolariseren genoemd. Daarbij speelt kalium, calcium en natrium
van belang. De sinusknoop reageert op wisselende (psychische, vaat, etc.) omstandigheden.

Bij boezem/atriumfibrilleren zend de sinusknoop allerlei signalen, waarbij de AV-knoop een deel
blokkeert. Hierbij is de cardiac output verminderd en stijgt de kans op stolselvorming en CVA.

De AV-knoop zorgt voor een korte vertraging van prikkelgeleiding, zodat bloed de tijd heeft om van
boezems naar de kamers te gaan.

Problemen met hartprikkel kunnen drieledig zijn:
1. Frequentiestoornis (tachycardie, bradycardie)
2. Ritmestoornis (extra systole, ventrikelfibrilleren, atriumfibrilleren, ventrikeltachycardie)
3. Geleidingsstoornis (AV blok)

Vanaf bradycardie 30-35 zal de pt. bewusteloos raken.

Frank-Starling principe: De pompfunctie past zich aan het veneuze aanbod aan. Het veneuze aanbod
(preload) zorgt via de re k van hartspierweefsel voor een groter slagvolume.

Trendelenburghouding bij ondervulling.
Anti-trendelenburg bij hartfalen.

Preload: wandspanning/vulling van het ventrikel vlak voor de systole.
Afterload: hoeveelheid tegendruk die het hart ondervindt bij het pompen.


Functiestoornissen met betrekking tot de pompfunctie:

,  Coronaire ischemie
 Verlaagde pompfunctie
 Hartfalen; dyspneu en/of vermoeidheid door pompfunctiestoornis van het hart.
 Te hoge belasting  Bij te hoge pre of afterload gaat het hart minder snel pompen. Bij
anemie is dit extra gevaarlijk, omdat het bloed hierbij snel rondgepompt moet worden.
 Hartklepproblemen (stenose door verkalking of klepinsufficiëntie)
 Mitralisinsufficiëntie
 Aortaklepstenose

Een korte capillaire refill past bij wijde vaatjes, dus een lage vaatweerstand. Deze heeft directe
invloed op de arteriële bloeddruk. Als je vaatweerstand daalt (vasodilatatie), dan is dit meestal te
zien in daling van de diastolische bloeddruk. Ter compensatie stijgt de hartfrequentie en de cardiac
output, wat terug te vinden is in de systolische bloeddruk. Uiteindelijk kan de orgaanperfusie in
gevaar komen, te zien aan MAP < 50 – 60.
Een te hoge map kan leiden tot een hersenvocht of bloed uit de cerebrale vaten met gevaar voor een
hersenbloeding.

Vasoconstrictie  Verminderde perfusie, bloeddruk stijging
Vasodilatatie  Vergrote perfusie, bloeddruk daling

Functiestoornissen met betrekking tot de arteriële circulatie:
 Verhoogde vaattonus/vasoconstrictie  Als vasoconstrictie te lang duurt, worden de
organen te weinig doorbloed  anaerobe verbranding en verzuring
 Verlaagde vaattonus/vasodilatatie  centrale drukdaling in het arteriële compartiment
 Slechte vaatconditie
 Blokkade van de bloedstroom

Microcirculatie: de bloedstroom naar de organen. = perifere circulatie.
Bloedstroom is gelijkmatig, optimaal voor uitwisseling van stoffen
Drie vormen microcirculatie:
- De algemene microcirculatie
- De huid
Tussen de arteriolen en de venulen bevinden zich directe verbindingen: arterioveneuze
anastomosen.  in een koude omgeving gaan ze open, waardoor een groot deel van het
bloed vanuit de arteriële kant in de veneuze kant stroomt zonder de capillaire te passeren.
 Hiermee warmte verlies voorkomen. Gaan tevens ook op en bij allergische reactie,
hyperthermie of sepsis.
- Darmen
Het bloed gaat naar de plaats met de minste weerstand door pre- en post capillaire sfincters.
Bij een sepsis gaan deze juist open, waardoor weefsels minder zuurstof kunnen opnemen en
de darmen dus minder werken.

Bij verandering in pO2, pCO2 en pH reageren bijna alle organen met lokale vasodilatatie.
Bij zuurstofgebrek of CO2 stapeling reageren de longen met lokale vasoconstrictie.

Capillaire fluïd shift: Capillairen wisselen water en stoffen uit met de weefselvloeistof op basis van
filtratie en terugresorptie van colloïdale osmose.

Minder O2 in het bloed  vasoconstrictie van minder vitale organen, verhoging van de
hartfrequentie en arteriële bloeddruk.

Bij pijn, stress en misselijkheid treedt vasoconstrictie op  Dus bloed minder naar alle organen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marleenbodewitz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart