Samenvatting Economie over inkomen en groei.
Duidelijke overzichtelijke samenvatting met stukjes uitleg, theorie, voorbeelden en begrippen. Handig voor het leren van Economie toetsen, tentamens en examens.
Gemaakt met: Economie Integraal 2017 Havo bovenbouw H13. Inkomen en groei.
Veel succes met...
13.1 Binnenlands inkomen en product:
Het officiële Nederlandse binnenlands product is op 3 manieren te berekenen:
- De objectieve methode: Optelling toegevoegde waarde, binnenlandse productie
waarde wordt berekend door alle toegevoegde waarden in de bedrijven van de
overheid bij elkaar op te tellen.
Bruto toegevoegde waarde: De waarde die een onderneming toevoegt aan ingekochte
goederen en diensten van derden.
Ingekocht producten: Bij handelsondernemingen zijn dit de producten, hulpstoffen en
diensten van derden en bij fabrikanten gaat dit over de grond-, hulpstoffen en diensten van
derden.
Bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten: Omzet - waarde ingekochte goederen en
diensten.
Netto toegevoegde waarde: Bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen.
Netto toegevoegde waarde van de overheid: Dit kan niet op dezelfde manier bepaald
worden, omdat de goederen en diensten van de overheid geen verkoopprijs kennen.
Daarom berekenen ze dit door al de ambtenarensalarissen bij elkaar op te tellen.
Netto toegevoegde waarde van de overheid: Salarissen ambtenaren .
Bruto toegevoegde waarde van de overheid: Salarissen ambtenaren + afschrijvingen.
Netto binnenlands product: Alle netto toegevoegde waarden tegen factorkosten van alle
bedrijven en van de overheid bij elkaar opgeteld.
- Subjectieve methode: Optelling primaire inkomens van de mensen, te berekenen
door alle in Nederland in een jaar verdiende primaire inkomens (arbeidsinkomens en
vermogensinkomens) van personen bij elkaar op te tellen.
Arbeidsinkomen: Lonen en of salarissen ab werknemers.
Vermogensinkomen: Bijvoorbeeld rente, huurinkomen, winst of dividenduitkering.
- Bestedingsmethode: Optelling bestedingen.
Je besteedt je inkomen aan consumptiegoederen (C).
Bedrijven geven hun inkomsten uit aan investeringsgoederen (I).
De overheid gebruikt onze belastingcenten voor bestedingen (O).
Het buitenland koopt producten bij ons, export (E).
Wij geven geld uit in het buitenland, import (M).
Toegevoegde Waarde tegen factorkosten: Wanneer we het effect van de prijsverhogende
belastingen en prijsverlagende subsidie buiten de berekening houden. Dan berekenen we
namelijk de kosten van de productiefactoren
Toegevoegde Waarde tegen marktprijzen: Wanneer we uitgaan van de winkelprijzen, dus
inclusief btw en andere indirecte belastingen.
Binnenlands product (W) of inkomen(Y) berekenen: C + I + O + E – M
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BaukjeAvK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.