Samenvatting Economie over werk en werkloosheid.
Duidelijke overzichtelijke samenvatting met stukjes uitleg, theorie, voorbeelden en begrippen. Handig voor het leren van Economie toetsen, tentamens en examens.
Gemaakt met: Economie Integraal 2017 Havo bovenbouw H16. Werk en werkloosheid.
Veel su...
16.1 Beroepsbevolking en werkgelegenheid Nederland:
Geregistreerde beroepsbevolking: Alle personen tussen 15 en 75 jaar die ten minste 1 uur
per week betaald werk verrichten of betaald werk zoeken in de formele sector en daarvoor
direct beschikbaar zijn. Factoren die voor veranderingen zorgen zijn immigratie, emigratie,
ontgroening, vergrijzing, mechanisatie en automatisering.
Werkzame beroepsbevolking: Alle personen tussen de 15 en 75 jaar die ten minste 1 uur per
week betaald werk verrichten in de formele sector. Dit wordt bepaald door de economische
situatie.
Formele sector: Bedrijven en de collectieve sector.
Ontmoedigingseffect: Economie , - werkgelegenheid , - werkzoekenden , - beroepsbevolking,
Aanmoedigingseffect (aanzuigeffect): Economie ^ - werkgelegenheid ^ - werkzoekenden ^ -
beroepsbevolking ^
Deeltijdwerkers: Werknemers, die in tegenstelling tot voltijdwerkers, geen volledige
werkzaam hebben.
Flexwerkers: Flexibele werknemers als tijdelijke arbeidskracht, zoals uitzendkrachten, op- en
afroepkrachten en invalkrachten.
Arbeidsvolume: De werkgelegenheid in arbeidsuren. In 2017 was dit 12.770.000.000
arbeidsuren. Een werkende werkt gemiddeld 1.440 uur per jaar.
Arbeidsjaar: Het naar volledige banen omgerekende aantal werkenden. 2 personen ,et een
halve baan tellen dus als 1 arbeidsjaar.
Bruto participatiegraad/deelnemingsgraad: Het percentage dat aangeeft hoeveel procent
van de bevolking tussen de 15 en 75 jaar een baan heeft of werk zoekt.
Netto participatiegraad/deelnemingsgraad: Het percentage dat aangeeft hoeveel procent
van de bevolking tussen 15 en 75 jaar een baan heeft. Die van de vrouwen is sterk
toegenomen, doordat ze minderen kinderen krijgen en hoger opgeleid zijn dan vroeger.
Netto participatiegraad = werkzame beroepsbevolking : bevolking tussen de 15 en 75 x 100%
I/a-ratio: De verhouding tussen het aantal inactieve uitkeringsgerechtigden en het aantal
actieven. Dit is een indicator voor het draagvlak van de sociale voorzieningen. Hoe hoger de
i/a-ratio, hoe meer mensen moeten worden onderhouden door de werkenden.
Verborgen werkgelegenheid: Werk dat niet als officieel; werk wordt geregistreer.
Bijvoorbeeld zwart werk, vrijwilligerswerk, werkende 75-plussers en personen die minder
dan 1 uur per week werken.
16.2 Werkloosheid in Nederland:
Officiële werkloze beroepsbevolking: Alle mensen tussen de 15 en 75 jaar die een baan
zoeken van minimaal 1 uur per week en daarvoor onmiddellijk beschikbaar zijn. Ze weken nu
niet of 1 uur of minder per week. De totale beroepsbevolking – de werkzame
beroepsbevolking. Werkloosheidspercentage = officiële werkloze beroepsbevolking : officiële
beroepsbevolking x 100%.
Vacature: Een arbeidsplaats waardoor door werkgevers personeel wordt gezocht.
Verborgen werkloosheid: Alle niet-geregistreerde werkloosheid. Bijvoorbeeld mensen die
wel werk zoeken maar zich niet in laten schrijven bij het UWV-WERKbedrijf, jongeren die
zich niet inschrijven en doorstuderen om later een betere baan te kunnen krijgen of
werkzoekende 75-plussers en 15-minners.
, Seizoensinvloeden werkloosheid: het aantal werklozen is in de winter groter dan in de
zomer. Door maandcijfers van werkloosheid te corrigeren met seizoen groenten zijn
ontwikkelingen op korte termijn beter te volgen.
Werkeloosheid tussen mensen:
- In grote steden meer werkelozen doordat er in grote steden naar verhouding veel
mensen wonen met geringe kansen door bijvoorbeeld een lage opleiding.
- In provincies met een minder snel groeiende economie is er meer werkloosheid.
- Eerste generatie personen met een migratie-achtergronden zijn ook vaak werkloos,
doordat ze gebrekkig Nederlands spreken een gemiddeld een lager opleidingsniveau
hebben.
- Vrouwen zijn vaker werkloos, doordat steeds meer vrouwen op de arbeidsmarkt
toetreden en mogelijk een kennis- of ervaringsachterstand hebben op de
arbeidsmarkt.
- Jongeren zijn vaker werkloos, doordat ze geringe werkervaring hebben en
gedeeltelijk leerplichtig zijn.
- Ouderen zijn ook vaker werkloos, doordat de kans op ziekteverzuim groter is, ze naar
verhouding duurder zijn dan jongeren en minder flexibel inzetbaar zijn dan jongeren.
Nadelen werkloosheid:
- Geen loon maar een lage uitkering.
- Werklozen voelen zich soms nutteloos en hebben het gevoel er niet meer bij te
horen.
- Minder sociale contacten en verveling.
- Er kan maatschappelijke onrust in een land ontstaan door toenemende werkloosheid
en een daling van de welvaart. Bijvooreeld protesten, stakingen en demonstraties.
- Er is een verband tussen stijging van de werkloosheid en de toenemende
criminaliteit.
- Minder bestedingen en daardoor minder productie.
- Minder inkomsten en mee uitgaven door de overheid,
- Geen loonsverhoging voor werknemers.
- Afnemende welvaart in enge zin, de afname van bestedingen leidt tot een daling van
het reële inkomen per inwoner.
16.3 Conjuncturele en structurele werkloosheid:
Conjuncturele werkloosheid: Werkloosheid die wort veroorzaakt door (tijdelijk) afnemende
bestedingen waardoor de productiecapaciteit niet helemaal wordt benut. EV = C + I + O + E –
M. Dus dit kan aan allerlei factoren liggen.
Oorzaken afname bestedingen:
- Gezinsconsumptie neemt af door bijvoorbeeld afname van het
consumentenvertrouwen in de economie, stijgende belastingtarieven, hogere sociale
premies of stijging van de rente over geleend geld.
- Particuliere investeringen dalen doordat het producentenvertrouwen afneemt, de
afzet- en winstverwachtingen dalen of de rente stijgt.
- De overheid gaat bezuinigen op uitgaven waardoor de overheidsbestedingen
afnemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BaukjeAvK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.