Samenvatting Economie over economie internationaal.
Duidelijke overzichtelijke samenvatting met stukjes uitleg, theorie, voorbeelden en begrippen. Handig voor het leren van Economie toetsen, tentamens en examens.
Gemaakt met: Economie Integraal 2017 Havo bovenbouw H18. Economie internationaal.
V...
18.1 Nederland in de wereld:
Import: Het kopen van goederen en diensten in het buitenland.
Export: Het verkopen an goederen diensten aan het buitenland. Een deel hiervan is doorvoer
en wedervoer.
Wedervoer: Een Nederlandse onderneming heeft buitenlandse goederen gekocht, die
daarna zonder of na een kleine bewerking weer worden uitgevoerd.
Doorvoer: Goederen die Nederland binnenkomen en ook weer uitgaan zonder dat deze
goederen eerst zijn gekocht door Nederlandse ondernemingen.
Open economie: Dit is Nederland, een economie met naar verhouding veel export en import.
Gesloten economie: Een land dat weinig handel drijft met het buitenland.
Importquote: Geeft aan hoeveel procent van het binnenlands inkomen/product wordt
uitgegeven aan de invoer van goederen en diensten.
Importquote = exportwaarde goederen + diensten : bruto binnenlands inkomen X 100%.
Exportquote: Geeft in procenten de verhouding weer tussen de waarde van de uitvoer van
goederen plus diensten en het binnenlands inkomen/product.
Exportquote = exportwaarde goederen + diensten : bruto binnenlands inkomen X 100%.
Nederlandse handelspartners: De meeste handel drijft Nederland met de landen in de EU.
Duitsland is de belangrijkste handelspartner.
Handel van Nederland: 80% van de export blijft in Europa. Ook de import komt grotendeels
uit Europa. Nederland exporteert vooral hoogwaardige eindproducten (85%). De import
bestaat vooral uit grondstoffen en halffabrikaten (60%). De import en export van Nederland
bestaat voor ruim 70% uit goederen en bijna 30% uit diensten.
Betalingsbalans: Een statistiek met daarop de waarde van alle economische transacties van
een land met het buitenland in een bepaalde periode.
Lopende rekening betalingsbalans: Ontvangsten en uitgaven in verband met de export en
import van goederen, diensten en internationaal ontvangen of betaalde inkomens. Het
vermogensversterkingskrediet zoals internationale investeringen, besparingen en
beleggingen tussen een land en het buitenland worden dan buiten beschouwing gelaten.
Onderdelen van lopende rekening betalingsbalans:
- Goederenrekening: Hier staan alle exporten en importen van goederen (stoffelijke
producten).
- Dienstenrekening: De waarde van de in- en uitvoer van diensten (onstoffelijke
producten).
- Inkomensrekening: Deze is opgesplitst in primaire inkomens en
inkomensoverdrachten. De primaire inkomens zijn arbeidsinkomensquote. De
inkomensoverdrachten van Nederland aan het buitenland bestaan voornamelijk uit
betalingen aan internationale organisaties, ontwikkelingshulp en overboekingen van
inkomensoverdrachten van buitenlandse werknemers naar het moederland.
Overschot op goederenrekening: Dit duidt op een sterke internationale concurrentiepositie
en een goede prijs-kwaliteitsverhouding van Nederlandse goederen ten opzichte van de
goederen van concurrerende landen.
1
, Oorzaken overschotten op de goederenrekening:
- Relatief hoog kennisniveau van de Nederlandse beroepsbevolking, met daardoor een
hoogwaardige kwaliteiten Nederlandse goederen.
- Relatief lage reële loonkosten per eenheid product, door de hoge
arbeidsproductiviteit. Hierdoor is het concurrerende prijspeil in Nederland laag ten
opzichte van het buitenland.
- Daling van de eurokoers. Als de koers van de euro daalt, worden Nederlandse
producten goedkoper ten opzichte van de niet-eurolanden.
Effectieve vraag: EV = C + I + O + E – M.
Gevolgen export import: Toenemende exporten en/of afnemende importen leiden tot
toename van de bestedingen. Bij laagconjunctuur is dit goed voor de binnenlandse productie
en werkgelegenheid. Bij hoogconjunctuur kunnen toename van exporten en/of afnemende
importen leiden tot toename van de (bestedings)inflatie.
Totale rekening betalingsbalans: Omvat behalve de lopende rekening ook de financiële
rekening (kapitaalbalans). Op de financiële rekening staan de kapitaalstromen zelf
De opbrengsten van het kapitaal, zoals rente, dividend en winst vind je op de lopende
rekening in het onderdeel inkomensrekening.
Onderdelen financiële rekening:
- Directe investeringen, hierbij gaat het om oprichting van, fusies met en overnames
van buitenlandse bedrijven in Nederland (vermogensimport) en omgekeerd
(vermogensexport).
- Effectentransacties, bijvoorbeeld het kopen van staatsobligaties en aandelen of
obligaties van Nederlandse ondernemingen door het buitenland of andersom.
- Internationale besparingen, bijvoorbeeld geld storten op een spaarrekening van een
bank in het buitenland of andersom.
- Internationale kredietverlening, bij handelskredieten worden goederen of diensten
op rekening gekocht, dit wil zeggen dat de betaling later plaatsvindt dan de levering
van de producten, je ontvangt dan een krediet.
- Vermogensoverdrachten, hierbij gaat het om schenkingen en schuldkwijtschelding,
maar ook om de waarde van naar het buitenland overgemaakte erfenissen en
financiële activa van verhuisde migranten en omgekeerd.
- Mutaties officiële of monetaire reserves, dit bestaat uit internationale aanvaarde
betaalmiddelen, daartoe behoren de goud- en deviezenvoorraad van de DNB.
Het materiële saldo: De optelsom van het saldo van de lopende rekening en de financiële
rekening zonder de mutatie monetaire reserves.
Materieel tekort op de betalingsbalans: De totale ontvangsten uit het buitenland zijn kleiner
dan de totale uitgaven aan het buitenland, zodat de monetaire reserve per saldo afneemt.
Materieel overschot op de betalingsbalans: De totale ontvangsten uit het buitenland zijn
groter dan de totale uitgaven aan het buitenland, zodat de monetaire reserve per saldo
toeneemt.
Formeel evenwicht op de betalingsbalans: Het saldo op de totale rekening komt uit op 0.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BaukjeAvK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.