Samenvatting Kennisclips en literatuur OVL compleet
10 purchases
Course
Ontwerpen van leersituaties - gevorderd
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Ten Steps to Complex Learning
In deze samenvatting zijn alle kennisclips, het boek Ten Steps to Complex Learning en de artikelen samengevat.
Hieronder een overzicht van de literatuur:
- Ten Steps to Complex Learning: A systematic approach to four-component instructional design - van Merriënboer & Kirschner (2018)
-Andrews, ...
Kennisclip 1: Ten steps – chapter 1 - ‘Een nieuwe benadering naar instructie’
Complex leren is waar we op mikken op de 10 steps en het 4 componenten instructie model – in de
hele cursus gaat het om complex leren
Complex leren:
- In complex leren draait alles om het integreren van kennis, vaardigheden en attitude
- Het coördineren van samenstellende vaardigheden
- Het creëren van een zo groot mogelijke transfer van het leren
Dus integreren, coördineren en creëren staan centraal bij complex leren. Complex leren heeft vooral
betrekking heeft op complexe vaardigheden, beroepstaken. Je moet denken aan het proces dat leidt tot
het worden van een effectieve professional in de beroepspraktijk. Complex leren wordt steeds
belangrijker en ook complexer.
Complex leren kan alleen tot stand komen als je gebruik maakt van een holistische
ontwerpbenadering. Dit wordt tegenover een atomistische ontwerpbenadering gezet waarbij je het
risico loopt op problemen
Holisitic design approach: probeert om te gaan met de complexiteit zonder zicht te verliezen op de
relatie tussen de elementen die worden geleerd. Het gebruik van een holistische benadering kan een
oplossing bieden voor drie problemen in het veld van onderwijs:
Drie problemen
1. Compartementalisatie: Complex leren kan alleen tot stand komen als je kennis,
vaardigheden en attitude integreert. Bij compartementalisatie is dit niet het geval. Holistische
benadering zegt dat je dit allemaal bij elkaar moet voegen. Het gaat om een geïntegreerd
geheel – compartementalisatie moet je dus proberen te voorkomen.
2. Fragmentatie: Training situaties waarbij je een moeilijke complexe vaardigheid gaat opdelen
in deeltjes. Deze deeltjes ga je allemaal los oefenen, maar in de dagelijkse prakrijk moet je dit
samen kunnen, het blijkt dat leerlingen niet in staat zijn om dit te coördineren en integreren
van de losse delen in een transfer. De holistische benadering zegt dat je de deelvaardigheden
in één keer moet leren, coördineren van samengestelde vaardigden gericht op real-life
benaderingen. Dus de holistische benadering heeft een antwoord op het probleem van
fragmentatie
3. Transfer paradox: Een efficiënte manier van leren, leidt niet altijd tot een hoge transfer.
Door moeite te doen tijdens het leerproces, leidt wel tot een hoge transfer. Vaak gekozen voor
efficiënte manieren van leren, maar dan weet men niet wat ze in nieuwe situaties moeten doen.
De holistische benadering zegt dat er wat meer moeite moet worden gestoken in het leerproces
(niet-efficiente, maar leidt wel tot een hoge transfer) door gebruik van verschillende soorten
leerprocessen
a. Transfer: Hetgeen wat jij hebt geleerd, kun je toepassen in een nieuwe situatie
Instructie moet beginnen met een gesimpliceerde, maar volledig model van de realiteit. 10 stappen
bieden een groot aantal instructional methods aan om om te gaan met complexiteit zonder het zicht op
hele, real-life taken te vergeten
Daarna een overzicht van de ten steps en vier componenten:
Vier componenten die worden onderscheden in het instructie onderwerp model. Vervolgens worden de
vier componenten gerelateerd aan de 10 steps (zie tabel). De rest van het boek is gestructureerd door
de 10 steps (maar wel link met vier componenten).
10 steps:
1. Ontwerpen van leertaken
2. Ontwerpen van performance assessment (wat zijn je doelen)
3. Verdelen in taakklassen en op volgorde zetten
4. Ontwerpen van ondersteunende informatie
5. Analyseren van cognitieve strategieën (gaat vooraf aan 4)
6. Analyseren van mentale modellen (gaat vooraf aan 4)
7. Ontwerpen van procedure informatie
8. Analyseren van cognitieve regels (gaat vooraf aan 7)
9. Analyseren van vereiste voorkennis (gaat vooraf aan 7)
10. Ontwerpen van deeltaak oefeningen
10 steps gaan over het onderwerpen van instructie (Instructie ontwerpen) wat een vereenvoudigd
model is van het 4C-ID model. Belangrijk: niet alle stappen zijn noodzakelijk en het is ook niet lineair/
geleidelijk (zigzaggen mag).
- 4 componenten: Instructie ontwerpmodel
- 10 steps: Ontwerpen van instructie
Let op!
- Wanneer is iets complex learning?
- Four componenten and Ten steps: Instructieontwerpmodel versus instructieontwerpen
Samenvattend:
- Het vier componenten instructiemodel (4cid model) is een voorbeeld van een holistische
ontwerpbenadering
- Een holistische ontwerpbenadering gaat compartimentalisatie, fragmentatie en de transfer
paradox tegen
- Een holistische ontwerpbenadering is noodzakelijk voor complex leren
- De Ten Steps geven aan hoe je moet ontwerpen volgens het 4cid model
Kennisclip 2: Hoofdstuk 2 ten steps– deel 1 - ‘Four blueprint components’
Centrale boodschap boek: Elke leeromgeving voor complex leren, kan worden beschreven door vier
blauwdruk componenten (ontwerp). Vier componenten moeten altijd aanwezig zijn (en aan het 4 e
component moet aandacht worden besteed).
1. Leertaken: Realistische authentieke leertaken die lijken op de beroepstak zelf of de complexe
vaardigheid. De hele set van leertaken kent een hoge variatie, is georganiseerd in simpele naar
complexe taken en toont leerondersteuning en guidance in elke taakklasse
2. Ondersteunende informatie: Theoretische informatie die nodig is. Gespecificeerd per
taakklasse en altijd beschikbaar voor de leerling en helpt bij het leren, oplossen van
problemen, argumentatie etc.
3. Procedurele informatie: Hoe doe je iets? Een stappenplan, gebruiksaanwijzing, hoe moet je
handelen? Just-in-time.
, 4. Deeltaak uitvoering: Oefenen van een vaardigheid zodat je die kan uitvoeren. Hoge mate van
automatisering voor een routine of taak.
Compartementalisatie voorkomen: Kennis, vaardigheden en houding worden niet geïntegreerd. Een
goed leerprogramma bestaat echter uit een geïntegreerde set van skills die beginnen van simpel naar
complex. Om compartementalisatie voorkomen zijn er leertaken!
- Reden 1: Omdat zij gedefinieerd zijn als authentieke en realistische taken, worden deze drie
elementen geïntegreerd; zo authentiek en realistisch mogelijk maken; Alle leertaken zijn
betekenisvol, authentiek en representatief voor de taak die een professional in de echte wereld
ook kan tegenkomen (leertaken zijn inductief en volgen elkaar op).
- Reden 2: De leertaken te laten variëren op aspecten die ook in het echte leven variëren –
kennis, vaardigheden en attitude zijn hiervoor nodig (en worden versterkt) om te ontdekken
hoe je moet handelen. Door het aanbieden van variatie heb je vaak ook een hogere transfer!
Fragmentatie voorkomen: Teveel inzoomen op een enkele deeltaak (in plaats van kijken naar
geheel), waardoor je de kans loopt om alleen vaardigheden in isolement te kunnen uitvoeren, terwijl je
dit moet kunnen integreren – het zijn dus ook constituent skills en niet subskills – het zijn aspecten van
een complexe skill.
- Boodschap; holistische taakbenadering waarbij je uitgaat van een hele taak, een oefensituatie
doe je alle deelvaardigheden. Vaak is dit wel lastig voor een beginner. Grootste probleem bij
het ontwerpen; hoe maak ik dit behapbaar voor een beginner?
- Twee dingen op verzonnen:
- Taakklasse: de leertaken ga je indelen op niveau van moeilijkheid, mogelijkheid om
leertaken te orderen van simpel naar complex (voor groepen leertaken) – hierdoor kan je een
groep leertaken maken voor beginners. Je begint dus met een simpele maar hele leertaak die
een deel van de constituent vaardigheden bevat en je gaat naar een meer complexe hele
leertaak met meer constituent vaardigheden en meer coördinatie.
De taakklasse zijn equivalent – de taak kan worden uitgevoerd op basis van dezelfde
kennis. Omdat de leerling meer kennis heeft door de vorige taakklasse, is de volgende
taakklasse voor de leerling ongeveer net zo moeilijk!
- Support en guidance: Belangrijk dat leerlingen support krijgen – focus op het geven van
assistentie met de taakelementen die zijn betrokken in de training.
Support: Per leertaak – veel support – product gericht
Guidance: Per leertaak – meer focus op het vinden van een oplossing – procesgericht
In het begin veel ondersteuning, daarna steeds minder (scaffolding).
Transfer paradox voorkomen: Efficiënte leermethode lopen het risico dat zij een lage transfer
hebben. Niet-efficiënte leermethode/die veel moeite kosten, hebben een hoge transfer
- Efficiënt kiezen of je een lage of hoge transfer wil
- Different use of the same knowledge in a new problem situation or
- Same use of the same knowledge in a new problem situation
Lastig: Wanneer kies je voor efficiënte instructiemethoden met als resultaat een lage transfer en
wanneer kies je voor minder efficiënte instructiemethoden met als resultaat een hoge transfer? Kijk
naar je leerdoel!
Belangrijk om onderscheid te maken tussen de volgende begrippen:
Non-recurrente vaardigheden: Vaardigheden die een ander gebruik van dezelfde kennis in nieuwe
probleemsituaties vereisen – algemene cognitieve schema’s, geheugen structuren. Dit gebruik je op
een verschillende manier, maar met dezelfde kennis
- Schemaconstructie is nodig over hoe de werkelijkheid in elkaar zit om te bedenken hoe die
vaardigheden kunnen worden toegepast in nieuwe situaties (leerprocessen die van belang zijn
voor non-recurrente vaardigheden)
, - Leertaken
- Ondersteunende informatie
- Hoge transfer noodzakelijk
Recurrente vaardigheden: Dezelfde kennis op dezelfde manier gebruiken in nieuwe
probleemsituaties – domein specifieke schema’s
- Schema automatisering: hoe kan ik een vaardigheid oefenen dat ik er nooit meer over hoef
na te denken in vergelijkbare situaties?
- Deeltaakoefening nodig; veel repetitie nodig!
- Procedurele informatie; stap-voor-stap instructie, referentie guide
- Lage transfer voldoende
Als je al deze aspecten op een rijtje zet dan is het van belang in je ontwerp om de recurrente en niet-
recurrente vaardigheden onderscheid – keuze voor efficiënte of non-efficiënte vaardigheden
Samenvattend:
- Leeromgevingen voor complex leren kunnen altijd beschreven worden in termen van vier
componenten: leertaken, ondersteunende informatie, procedurele informatie en
deeltaakoefening
- De vier componenten zorgen voor schema constructie en schema automatisering (=complex
leren)
- Het ontwerp van de vier componenten is gericht op het vermijden van compartementalisatie
en fragmentatie en het omgaan met de transfer paradox
Kennisclip 3: Hoofdstuk 2 ten steps – deel 2
‘Individuele instructie en media’
Individuele instructie: Middels de leertaken die je ontwerpt als ruggengraat voor je ontwerp dat je
daarmee ook individuele instructie kunt mogelijk maken voor het 10 steps model:
1. Moeilijkheidsgraad: Elke leertaak hoort bij een bepaalde taakklasse die de taak makkelijker of
moeilijker
2. Ondersteuningsniveau: Daarnaast kan er veel of weinig support zijn
3. Leercontext: De taak kan een bepaalde praktijk situatie laten zien
Deze drie aspecten van een taak maken het mogelijk om individuele instructie te geven
Een individuele instructie zorgt voor hogere leeruitkomsten en een betere transfer dan een voor al
instructie.
- Taakklasse: als een leertaak zonder support aan alle eisen/standaarden voldoet dan mag de
leerling naar de volgende taakklasse en werkt aan een meer complexe taak met veel support.
Als niet aan alle standaarden wordt voldaan, dan gaat de leerling naar een taak met dezelfde
complexiteit met specifieke support.
- Support: als een leertaak zonder support aan alle standaarden voldoet dan mag de volgende
leertaak met minder support zijn, anders; leertaak op hetzelfde niveau of een leertaak met een
hoger niveau met specifieke ondersteuning
- Variëteit: Nieuwe leertaken worden altijd geselecteerd op de manier dat de set van leertaken
zoveel mogelijk varieert op verschillende dimensies die ook verschillen in de echte wereld
Redenatie vanuit het idee dat een systeem verantwoordelijk in voor de dynamische taakselectie. Ze
geven in figuur 2.3 een voorbeeld over hoe dat systeem zou kunnen werken. Dit is een adaptief
systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van taakkenmerken en leerling kenmerken!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenuni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.